Spoedarts Natalie Eggermont, boegbeeld van PVDA in West-Vlaanderen, trekt aan de alarmbel: “We zijn op. We hebben zelfs geen tijd om te eten”

Natalie Eggermont (PVDA): “Vroeger waren we de partij van het grote gelijk, vandaag krijgen we ook gelijk.” © Joke Couvreur
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“De dag komt dat iemand niet geholpen zal worden.” Aan het woord is Natalie Eggermont, spoedarts in het AZ Delta. In wat een interview over haar politieke toekomst zou moeten zijn, slaakt de PVDA-kopvrouw vooral een noodkreet over de precaire toestand in de zorg. Eggermont ziet soms 60 patiënten in een shift van 24 uur. “Wat nu aan het gebeuren is, is onmenselijk.” Ze waarschuwt ook voor de verplichte vaccinatie.

Kortrijk, een krappe rijwoning in een anonieme straat. Aan het raam hangen twee affiches: één over Free Palestine en één over de PVDA. Zes jaar geleden kwam hier Natalie Eggermont wonen, spoedarts, maar ook boegbeeld-in-spe van de radicaal-linkse partij. Ze is net terug van Lyon, waar haar vriend woont, als we op haar deur kloppen. Het is dinsdagmiddag. Ze schenkt twee glazen bruiswater uit. Dat ze wat stress heeft, lacht ze ietwat verlegen. “Vreemd, want ik was jarenlang woordvoerster van de klimaatbeweging Climate Express. Ik heb tientallen interviews gegeven. Het is misschien omdat dit over politiek gaat.”

De opdracht waar Eggermont voor staat, is loodzwaar: de West-Vlamingen ervan overtuigen een communist naar het parlement te sturen. Twee jaar geleden mislukte een eerste poging. Toen behaalde de partij amper drie procent van de stemmen. “Toch was dat geen ontgoocheling”, zegt Eggermont. “We zijn hier bijna van nul begonnen. Elke stem was een tour de force. Pas de laatste jaren voelen we écht groei. We zijn met 150 West-Vlamingen naar de vallei van de Vesder getrokken om te helpen na de overstromingen. Dat wil iets zeggen. Meer en meer mensen engageren zich. In 2024 behalen we wél een zetel. Ik ga naar het parlement: dat is zeker.” (lacht)

Kennen ze u al aan de fabriekspoorten?

“Ik hoop het, en ik werk daaraan, want het is voor die mensen dat ik naar het parlement wil. Ik heb aan de poorten van Bekaert gestaan toen we strijd voerden voor hogere lonen. Dat is mijn plek. Dat is waar een echte communist zich als een vis in het water voelt. Het parlement zelf zal nooit mijn thuis worden, maar het is wel daar dat de rechten van de mensen verdedigd moeten worden, te beginnen met betere lonen.”

Spreekt u al West-Vlaams?

(lacht) “Beter en beter. Ik durf het al eens spreken als ik alleen ben met een patiënt. In het begin was het echt een ramp. Collega’s hebben dikwijls gelachen met mij. Intussen weet ik dat je spuugachtig moet zeggen als je wil weten of iemand moet overgeven. Of dat je etwasen zeer moet zeggen in plaats van ergens pijn.”

U bent geboren en getogen in Tremelo. Hoe bent u in Kortrijk beland?

“Dat was op vraag van de partij, om de West-Vlaamse afdeling nieuw leven in te blazen. Ik vond dat een mooie uitdaging. Eggermont is trouwens een West-Vlaamse naam. Mijn grootvader is hier geboren en getogen. Bovendien woonde mijn toenmalig lief hier. Ik heb dus niet lang getwijfeld.”

Vanwaar uw keuze voor de PVDA?

“Ik ben een geboren activiste. Zelfs als kind werd ik kwaad als ik onrecht zag. De hongersnood in Afrika bijvoorbeeld: ik kon niet begrijpen dat mensen dat zagen op televisie en daarna gewoon verder deden met hun leven. Ik ben eerst enkele jaren lid geweest van Groen, maar mijn werk als klimaatactiviste en dokter heeft mijn ogen geopend. (benadrukt) Het is het systeem zelf, het kapitalisme, dat het grote kwaad is. De PVDA is de enige partij die een ander systeem wil: een socialisme 2.0 waarin belangrijke sectoren niet in private handen zijn, maar in handen van de samenleving.”

U noemt uzelf communist. Is dat geen taboe in uw partij?

“Wij zijn communisten, dus waarom zouden we dat niet zeggen? Er kleeft helaas een negatieve connotatie aan die term. Dat is een gevolg van slechte ervaringen. Het verleden is echter geen blauwdruk voor de toekomst. Wij willen geen copy-paste van China of van eender welk model. Wij willen een eigen pad voor België.”

De PVDA dweepte tot vijftien jaar geleden met figuren zoals Stalin. Schrok dat niet af?

(aarzelend) “Ik ben niet zonder debat lid geworden. Er is gesproken over het verleden. Ik heb vooral schrik voor de perversiteit van de macht. Macht mag niet corrumperen. Ik kreeg van thuis uit ook anticommunistische ideeën mee, zoals in zoveel Belgische huishoudens. Ik moet toegeven dat mijn ouders liever babysitten als ik op de spoed werk dan als ik voor de partij op de baan ben. Maar ikzelf ben overtuigd van mijn keuze.”

Zou een parlementszetel te combineren zijn met uw werk als spoedarts?

“Ja, dat moet wel, want dat wil ik niet opgeven. Ik ben in de eerste plaats dokter. Het is vanuit de praktijk dat ik in de politiek wil stappen. Beroepspolitici zitten zo vast in een bubbel dat ze het echte leven niet meer zien. Ik sta middenin het echte leven, ik wil dat niet opgeven. Ik werk trouwens halftijds, dus dat moet zeker lukken.”

Veel mensen in de zorg zitten op hun tandvlees. Voelt u de crisis ook doorwegen?

“Ja. We zijn allemaal op. Echt waar. (lang stil) We zitten eigenlijk al jaren op ons tandvlees. Corona is de druppel die de situatie onhoudbaar maakt. Ik bedoel vooral het personeelstekort. Op de campus in Menen zitten we zelfs onder de wettelijke minimumbezetting. We hebben geen tijd meer voor onze patiënten. Het is hartverscheurend. Ik zie soms zestig patiënten op een shift van 24 uur.”

Pardon?

“Je kan de mensen niet meer deftig helpen en dat doet pijn. Dat druist in tegen je roeping. Als mensen hun verhaal willen doen, moet je hen onderbreken. Je moet hen vragen om direct ter zake te komen. Dat zorgt voor een rotslecht gevoel. Je ziet soms mensen die al zes uur op spoed liggen, die naar toilet moeten of honger hebben. (fel) We hebben verdorie geen tijd om twee minuten mee te gaan. Tijd om zelf te eten, hebben we al helemaal niet. Dat geldt voor mij en voor al mijn collega’s. (stil) Dus ja, we zijn allemaal op. Veel mensen zitten thuis met een burn-out. Er zijn in totaal 169 bedden dicht op intensieve zorgen omdat er geen personeel is. Dat is vreselijk.”

Wat moet er gebeuren?

(op dreef) “Er is een oplossing, hé. Er zijn meer dan 19.000 gediplomeerde verpleegkundigen die niet in de zorg werken. Zij kiezen voor andere sectoren, omdat ze daar een beter loon en betere uren krijgen. Als het beleid eindelijk echt zou investeren in de zorg, dan kunnen we die terughalen. De vierde golf is niet die van de niet-gevaccineerden, de vierde golf is die van het slecht beleid. De regering moddert maar wat aan.”

Hebt u al moeten kiezen tussen patiënten?

“Gelukkig niet. We moeten wel innovatief zijn. Het meest schrijnende geval was een jongeman die na een arbeidsongeval aan het beademingstoestel van de MUG moest blijven liggen, omdat er geen plek was. De spoed is de buffer van intensieve zorgen geworden. De mensen worden hier gelegd in de hoop dat ze beter worden en naar een gewone kamer kunnen. Dat klopt niet. Wat nu aan het gebeuren is, is onmenselijk. De dag komt dat iemand niet geholpen zal worden.”

Is het ethisch nog te verantwoorden dat coronapatiënten, ook niet-gevaccineerden, voorrang krijgen op reguliere zorg?

“Eerst dit: wie in de zorg werkt, mag geen rechter spelen. Gevaccineerd of niet: dat mag geen verschil maken. (denkt na) Uw vraag is moeilijk. Het wringt. Meer en meer collega’s vinden dat. Eigenlijk zou die situatie zich niet mogen stellen. Er moeten meer bedden komen op intensieve zorgen, en dus ook meer personeel.”

Wat vindt u van de verplichte vaccinatie voor zorgpersoneel?

“Ik vind dat triestig. De regering wil zelfs ontslag voor wie geen vaccin wil. (feller) Er zullen nóg minder mensen in de zorg werken, hé. We zullen nóg meer bedden moeten sluiten. Weet u wat de regering doet? De verantwoordelijkheid doorschuiven van het beleid naar het individu. Het individu wordt met de vinger gewezen, terwijl het beleid schuldig is aan de jarenlange besparingen.”

Bent u gevaccineerd?

“Jawel, maar ik ben tegen een verplichting. Veel mensen willen geen vaccin omdat ze boos zijn op het slechte beleid. Ik kan dat begrijpen. De regering slaagt er niet eens in om CO2-meters te voorzien in alle scholen. Hoe leg je dat uit?”

Federaal minister Frank Vandenbroucke (Vooruit) wil de schaar zetten in de artsenlonen. Kan u daarmee akkoord gaan?

“Ja, dat is ook een punt van mijn partij. Wij zijn tegen de prestatiegeneeskunde, waarbij dokters betaald worden per prestatie. Dat stimuleert niet om preventief te werken. Bovendien is de kloof tussen wat artsen en verpleegkundigen verdienen, véél te groot. Wij zijn één team.”

Wat verdient een spoedarts?

“Een voltijdse verdient al snel 25.000 euro bruto per maand. En dat is dan op de zaak, want het zijn bvba’s. Onze verpleegkundigen verdienen zo’n 2.500 euro netto, terwijl zij even hard moeten werken. Een spoedarts verdient 128 euro per uur. Ik schaam me dood dat ik zoveel verdien.”

U zou het kunnen afstaan aan goede doelen.

“Ik doe dat ook. En ik beschouw de PVDA ook als een goed doel. Zoals velen in de partij leef ik aan een gemiddeld loon, al de rest draag ik af.”

En met dat geld koopt de partij dan advertenties bij de Amerikaanse multinational Facebook. Vindt u dat niet wrang?

“Ja, maar het kan niet anders. We mogen de sociale media niet overlaten aan Vlaams Belang. We moeten die strijd aangaan. We doen dat ook omdat we minder aan bod komen in de traditionele media. Maar ik ben akkoord dat de partijdotaties naar beneden moeten.”

Wordt u in het ziekenhuis nooit aangesproken over uw lidkaart bij een radicale partij?

“Soms. Toen we begin dit jaar actie voerden voor hogere minimumlonen, kwam er zogezegd toevallig een mail binnen op de spoed dat politieke actie niet toegelaten is. Vooral enkele mensen in de hogere regionen zijn niet zo blij met mijn lidkaart. Ze hebben één keer geprobeerd om op te treden, maar mijn directe collega’s zijn toen voor mij in de bres gesprongen. Wat telt, is dat ik mijn werk goed doe, vind ik.”

Zou ook iemand van Vlaams Belang welkom zijn?

“Als dat een goede dokter is, waarom niet? Het zou mijn beste vriend niet worden, maar dat hoeft ook niet. In het ziekenhuis moet het welzijn van de patiënten voorop staan.”

Werkt u nog voor Climate Express?

“Neen, dat was niet te combineren met mijn rol voor de PVDA. Een boegbeeld van een klimaatbeweging heeft beter geen politieke lidkaart.”

Wat vond u van de klimaattop van Glasgow? Was het alleen maar blablabla, zoals Greta Thunberg zegt? Of gaat het de goede kant op, zoals WWF zegt?

“Het is een compromis, dus er zijn goede en slechte elementen. Goed is dat eindelijk gesproken wordt over steenkool en het einde van de fossiele brandstoffen. Helaas worden de ambities opnieuw vooruit geschoven. De rijke landen zouden meer moeten doen. Het probleem is altijd de financiering. (fel) De multinationals strijken miljarden winsten op, maar dragen amper bij. Helaas kijkt ook hier onze overheid naar het individu, naar de gewone burger, en niet naar het systeem.”

Uw partij kiest op het congres van 5 december een nieuwe voorzitter. Zou u geen goede kandidate zijn?

“Misschien ooit wel, maar vandaag zeker niet. Ik heb vandaag twee prioriteiten: een goede spoedarts zijn en de PVDA in West-Vlaanderen op de kaart zetten. Het voorzitterschap is daarmee niet te combineren. Het is goed dat er een nieuw gezicht komt. Af en toe moet een partij een nieuwe wind laten waaien. Peter Mertens heeft trouwens heel goed werk geleverd. Vroeger waren we de partij van het grote gelijk, vandaag krijgen we ook gelijk.”