Razia Arefi vluchtte uit Afghanistan: “Hoopvol om te zien dat Ieper zo mooi heropgebouwd werd”

Razia Arefi voelt zich goed in Ieper: “ Vanaf de eerste dag brachten mensen hier alles wat we nodig hadden.” © TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

De Afghaanse directeur van Moeders voor Vrede Razia Arefi (42) heeft al een tumultueus leven achter de rug: als peuter moest ze vluchten naar Iran, werd daar op 13-jarige leeftijd uitgehuwelijkt en keerde in 2003 terug naar Kaboel waar ze vanaf 2008 begon te werken voor Moeders voor Vrede. Eind augustus moest ze vluchten van de taliban. Ze kwam terecht in een jeugdhotel in de schaduw van de Menenpoort.

Het is niet evident om de levensloop van Razia Arefi te schetsen. Al op de vraag wat haar leeftijd is, komt er geen simpel antwoord. “Wat op mijn documenten staat, klopt niet. Als je in Afghanistan een paspoort aanvraagt, dan kijken ze naar jouw gezicht en schrijven gewoon een datum op. Dus op mijn paspoort staat dat ik geboren ben in 1985, maar mijn echte geboortedatum is 1979”, vertelt ze. “Ik was pas 1 jaar toen ik verhuisde naar Iran. Daar werd ik op 13-jarige leeftijd uitgehuwelijkt. Toen ik terugkwam van school zei mijn moeder dat ik mij moest wassen omdat we een gast hadden. Ik kwam in de gastenkamer, ze deden een sjaal rond mijn hoofd en dat was het: ik was verloofd. Ik had mijn man nog nooit ontmoet en hij was 17 jaar ouder dan ik.”

Hoe was het om op zo’n jonge leeftijd getrouwd te zijn?

“De eerste jaren van het huwelijk waren heel moeilijk. I didn’t like him. Nu zijn we wel een goed gezin. In 2001 ging mijn man voor het ministerie van buitenlandse zaken werken. In 2003 werd hij voor de eerste keer aangeduid als diplomaat in Iran. Ik denk dat de wereld van de diplomatie zijn geest geopend heeft waardoor hij een goede man werd. De afgelopen twee jaar was hij diplomaat in China, terwijl ik in Kaboel bleef. Dat is uitzonderlijk in Afghanistan. Er wordt verwacht dat man en vrouw altijd bij elkaar zijn en dat de man beslist waar ze wonen. Maar Musa respecteerde mijn keuze om in Kaboel te blijven.”

U bleef om door te werken voor Moeders voor Vrede. Wat deed u daar?

“Ik was general manager en coördineerde de verschillende projecten. Dat ging om emancipatie van vrouwen door opleidingen en geneeskunde, in het begin was er ook een luik landbouw. Wat de opleiding betrof ging het om schrijf- en leesklassen. Daarnaast kregen ze ook naailessen. Na negen maanden konden de vrouwen dus lezen en schrijven, maar daarnaast was het ook belangrijk dat ze een vaardigheid hadden zodat ze een inkomen konden verdienen. Ook vanuit de filosofie dat wanneer een vrouw is opgeleid en een inkomen heeft, ze een betere positie kan verwerven in haar familie en in de samenleving.”

Zag je veel veranderen in de Afghaanse samenleving de afgelopen jaren?

“Absoluut. Meer dan 5.000 vrouwen waren afgestudeerd sinds 2003. Dat heeft ook een sneeuwbaleffect want veel van die afgestudeerde vrouwen waren er daarna van overtuigd dat ze ook hun dochters naar school moesten sturen.”

Hoe kan de taliban zo veel steun krijgen in Afghanistan?

“Onder de bevolking hebben ze niet veel steun. Het is duidelijk dat de taliban gesteund werd door Pakistan en de Arabische landen. Ook de vredesonderhandelingen waren een vergissing. De overheid aanvaardde de vrijlating van 5.000 talibanstrijders in ruil voor een wapenstilstand, maar daar is de taliban nooit op ingegaan.”

Het is niet de eerste keer dat u in Ieper bent?

“Nee, het is al de vierde keer. De laatste keer was in 2015. Ik kwam als vertegenwoordiger van de Afghaanse vrouwen die werken voor Moeders voor Vrede om te spreken op conferenties en congressen. Ik vond Ieper echt leuk. I really love it. Het is een heel vredige en kalme stad. De mensen zijn heel vriendelijk. Wanneer we aankwamen hadden we niets. Vanaf de eerste dag brachten ze kleren, handdoeken, shampoo… Alles wat we nodig hebben. We mogen hier blijven tot 28 september, dankzij het harde werk van Jennie, de mensen van Moeders voor Vrede en iedereen in Ieper. Ik heb de indruk dat er heel veel mensen ons proberen te helpen.”

Jullie verblijven vlakbij de Menenpoort. Wat betekent dit gebouw voor u?

“Voordien had ik al twee keer de Menenpoort gezien, ook bij mijn laatste bezoek in 2015. Iedere avond horen we de Last Post. Onlangs heb ik voor het eerst een Last Post meegemaakt. Het was echt ontroerend. We bezochten ook het In Flanders Fields Museum. Ik leerde daaruit dat er hoop is, als je ziet dat Ieper zo mooi weer kon heropgebouwd worden nadat de stad volledig vernield was.”

Hoe ziet de toekomst eruit?

“Na 28 september beslist Fedasil over ons, maar Moeders voor Vrede probeert ervoor te zorgen dat we zo veel mogelijk samen kunnen blijven. Mijn zoon en man zijn nu veilig in China, maar ik ben wel ongerust over mijn dochter die in Islamabad is. Aangezien haar achtergrond bekend is, en aangezien Pakistan de taliban steunt, ben ik ongerust dat ze het daardoor nog moeilijk zal krijgen in Islamabad. Ik weet niet hoe de toekomst eruit ziet. Zal ik ooit nog mijn gezin zien? Zullen we nog herenigd worden? Dat allemaal nog een groot vraagteken.”

Privé: Razia werd geboren in Helmand in 1979. Toen ze een jaar oud was, vluchtte ze met haar ouders naar Iran, waar ze op 13-jarige leeftijd trouwde met haar man Musa Arefi. Ze heeft twee kinderen: zoon Yosef (23) studeert internationale economie en handel in Peking, dochter Atefa (21) studeert geneeskunde in Islamabad.

Opleiding: Na haar huwelijk studeerde Razia Engels in Pakistan en behaalde ze een bachelordiploma in economie. Ze was bezig met een studie Master of Business Administration (MBV) toen ze moest vluchten.

Loopbaan: In Iran was Razia bestuurslid van de Diplomat ladies School. In 2006 begon ze te werken als leerkracht Engels in Afghanistan. In 2007 werkte ze mee aan het YES-programma (Youth Exchange & Study) en vanaf 2008 ging ze aan de slag voor Moeders voor Vrede.