Rani Vincke is de Krak van Gistel: “Met estafetteploeg naar de Spelen? Het kan!”

Rani Vincke is de Krak van Gistel. © PM
Timmy Van Assche
Timmy Van Assche Medewerker KW

De Krak van Gistel is bekend: Rani Vincke mag een jaar lang de titel dragen. “Mijn sportcarrière is eigenlijk een uit de hand gelopen hobby”, lacht ze.

Rani Vincke

Privé

Geboren op 1 maart 2000, woont in Gistel. Sprinter en sinds 2019 lid van de estafetteploeg ‘Belgian Rockets.’ Vader Michel Vincke (55) en moeder Bea Van Buggenhout (62). Heeft één broer Joni (34) en drie zussen Shari (32), Demphy (30) en Romi (22).

Studies

Legde middelbare studies af aan het Koninklijk Atheneum Pegasus (Oostende) en de laatste graad in het KTA in Brugge.

Vrije tijd

Begon met atletiek bij Hermes Oostende, daarna Houtland Atletiekclub in Torhout en stapte vrij recent over naar Koninklijke Atletiekassociatie Gent.

Drie keer brons op het Belgisch kampioenschap indoor op de 60 meter (2020, 2022, 2023), brons op de 100 meter (2022), zesde op het Europees kampioenschap in München in de 4 x 100 meter (2021). En met vorig jaar ook een persoonlijk record op de 100 meter (11,46 seconden) is ze in ons land tot nu toe de snelste West-Vlaamse ooit. Rani Vincke was een terechte kandidaat als Krak van Gistel en volgens het grote publiek ook een verdiende winnaar. “Of ik vooraf dacht dat ik ging winnen? (knipoogt) Mijn ouders trommelden al hun vrienden op, om op mij te stemmen. En ja, ik heb zelf ook berichtjes gestuurd naar mijn vrienden een post gezet op Instagram. Het glaasje champagne op de foto? (lacht) Dat moest van jullie fotograaf om het wat feestelijk te maken, want in drink slechts zeer uitzonderlijk alcohol.” Voor Rani Vincke was het alvast aangenaam nieuws bij thuiskomst, want ze heeft net een pittige stage in Tenerife achter de rug. “Trainen onder de Spaanse zon: dat is toch net iets leuker dan in het Belgische vriesweer. Je zit er ook in je eigen bubbel. Gesplitst over de dag trainde ik er twee keer: kracht en lopen of sprinten. Hoe ik train? Alles moet in verhouding zijn. Zo moet ik trainen op kracht, explosiviteit en snelheid, maar volg ik zeker niet het schema van pakweg een bodybuilder – dat zou me net vertragen. Ik train als sprinter helemaal anders dan een afstandsloper. Want eigenlijk lopen we niet zóveel kilometers, hoor. Enkele minuten loslopen, absoluut, maar daar stopt het zowat.”

Belgische top

Rani Vincke hoort bij de top van België, maar begon eigenlijk vrij laat met atletiek. “Mijn carrière is een uit de hand gelopen hobby. Als kind ging ik naar de Kunstacademie en dat vond ik echt plezant. Sport an sich deed ik ook: turnen sinds de kleutertijd, zwemmen in de lagere school en zelfs eens een jaartje dans. (lacht) Op een gegeven moment, zo rond mijn 14 jaar, wierp mama op om atletiek eens te proberen. Zomaar, uit het niks eigenlijk. Op een van de eerste trainingen sprintte ik tegen de jongens en stak ik er blijkbaar bovenuit. (knipoogt) De trainer dacht dat we de boel hadden opgelicht. De rest is geschiedenis. De Kunstacademie en het turnen heb ik dan spijtig genoeg wel moeten stoppen. Maar je moet keuzes maken.”

Olympische Spelen?

2024 is een belangrijk jaar. In mei is er bijvoorbeeld de World Relays in de Bahama’s. “Op dit internationaal kampioenschap kunnen we ons met de estafetteploeg plaatsen voor de Olympische Spelen in Parijs. Omdat enkel de top-14 een ticket kan bemachtigen, moeten we écht top zijn, individueel én in groep. In juni is er ook het Europees kampioenschap in Rome en diezelfde maand het Belgisch kampioenschap. Ik hoop ook mijn persoonlijke tijd verder te kunnen aanscherpen. Nu moet ik me focussen op mijn studies: de examenperiode loopt volop. Na mijn bachelor Interieurvormgeving volg ik nu, verspreid over vier jaar, een master Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening. Ik moet nog 2,5 jaar studeren.”

Wie is je sportidool?

“(denk na) Dat heb ik niet echt, eerlijk. Ik ben zo toevallig in de sport beland, dat ik eigenlijk geen specifiek rolmodel heb. Ik heb wel zeer veel respect voor enkele topatleten uit onze geschiedenis: Kim Gevaert, Eline Berings, Elodie Ouedraogo… Knappe madammen!”

Wie is of zijn je beste sportvriend(en) in de sport?

“Ik train vaak samen met Angel Agwazie, zij doet de korte horden. We oefenen vaak de eindgedeeltes die iets langer zijn qua afstand. Ze was ook mee op stage. Samen met Rani Rosius en Justine Goossens vormen wij vier sinds het EK U20 in 2019 een leuke vriendinnengroep.”

Heb je advies voor jongeren die sport en studies combineren?

“Doe wat je graag doet! En laat je niet opjagen. Als leerkrachten moeilijk doen over je topsportstatuut: da’s jammer. Kijk, je moet durven assertief zijn. In het begin ontbreekt misschien de durf om op school te zeggen dat je sportambities nastreeft. Maar als je die écht hebt en je kan een topsportstatuut aanvragen, mag je daar openlijk voor uitkomen en op je strepen staan. Het gaat niet om een voorkeursbehandeling, maar over een keuze.”

Lees meer over: