Potvis Valentijn krijgt na 35 jaar zijn definitieve thuis in gloednieuw NAVIGO-mausoleum
Het grote reisavontuur van Potvis Valentijn kent een mooi einde. Donderdag is hij gearriveerd in het NAVIGO Visserijmuseum van Oostduinkerke, zijn definitieve thuisbestemming. Daar wordt Valentijn de blikvanger in het gloednieuwe museum, in zijn eigen mausoleum, dat op 7 september de deuren zal openen.
Net voor Valentijn, op 12 februari 1989, spoelde een grote potvis aan op het strand van Sint-André in Koksijde. Zo kreeg hij later zijn naam: potvis Valentijn. “Mijn dochter Sarah, die toen in het vijfde studiejaar zat, herinnert zich nog altijd hoe die potvis op het strand een doodsstrijd aan het leveren was”, vertelt Koksijds burgemeester Marc Vanden Bussche. “Deze gebeurtenis lokte toen 300.000 kijklustigen naar het strand van Sint-André. Het kadaver werd begraven op het domein van de abdijhoeve Ten Bogaerde, en toen al was het de bedoeling om de potvis later weer op te graven en tentoon te stellen. Toen ik 6 jaar later burgemeester werd, heb ik altijd Valentijn een nieuwe thuis willen geven. Vijf jaar geleden is hij weer opgegraven en onder handen genomen door professor Pieter Cornillie van de vakgroep dierengeneeskunde UGent en zijn team. Het klaarmaken, reconstrueren en ophangen van Valentijn was een technisch hoogstandje!”
Gekrompen
“De professor geloofde onmiddellijk in het project”, gaat de burgemeester verder. “Valentijn is intussen wel wat gekrompen. Toen hij aanspoelde was hij 17 meter lang, het hier opgehangen skelet meet 13 meter. Waarom dat zo is, zal de professor zelf uitleggen. We hebben trouwens van de nood een deugd gemaakt: het NAVIGO Visserijmuseum was oorspronkelijk te klein om Valentijn op te hangen. We hebben dan maar een nieuw museum gebouwd, met een speciale ‘potviszaal’ waar dit grote exemplaar in past. We zijn bijzonder trots op het resultaat. De majestueuze kracht van de natuur is hier volledig tot haar recht gekomen. De verhalen over Valentijn zullen altijd blijven bestaan en verbonden blijven met de visserijgeschiedenis van onze gemeente.”
Professor Pieter Cornillie: “Dit was in allerlei opzichten een uniek project, waarbij we constant met nieuwe uitdagingen en vraagstellingen werden geconfronteerd. Elke dag vroegen we ons af: hoe gaan we dit nu weer aanpakken? Valentijn heeft ons liters zweet en tranen gekost! We zijn blij dat we er na 5 jaar vanaf zijn, maar ook erg trots! Valentijn kent geen gelijke: hij is hier aangespoeld, 30 jaar lang begraven geweest, dan weer opgegraven, door ons onderzocht, behandeld, gereconstrueerd en nu hier opgehangen. Meestal worden dergelijke aangespoelde zoogdieren snel ‘afgehandeld’ en belanden de meeste exemplaren in het vilbeluik. Het was al bijzonder dat de potvis werd begraven in ‘verkeerde’ kleigrond, onder de zeespiegel. Daardoor kreeg het lijk geen zuurstof, en hing er nog heel veel vlees aan het skelet na 30 jaar. Dat is de reden waarom Valentijn na 30 jaar nog redelijk intact naar boven is gekomen. Mocht hij begraven zijn in water- en zuurstofdoorlatende, poreuze zandgrond, dan zou het vlees weggerot zijn en zou het bot sterk zijn aangetast.”
Meer dan 1.000 kilogram
“We hebben ook gezocht naar sporen van letsels op het skelet en geprobeerd om zijn leeftijd in te schatten zonder zaken te moeten vernietigen of beschadigen. Het gaat om een mannetjesdier van 30 à 35 jaar oud. Zoals hij hier nu is opgehangen, weegt het skelet 1170 kg. Het bestaat uit een 150-tal stukken, waarbij de schedel als één stuk wordt beschouwd. Het was een heus puzzelwerk om het skelet weer samen te stellen, want door het gewicht en de druk van de grond was de schedel platgedrukt. Op bepaalde plaatsen bleek het skelet tot moes te zijn geworden. Dan moeten we natuurlijk een evenwichtige oplossing voor de behandeling zoeken, zodat het skelet op die plaatsen niet volledig oplost. In het skelet merk je wel enkele breuklijnen, en ook de laatste vingerkootjes zijn nagemaakt. Het was toch wel impressionant dat er na 30 jaar nog zoveel botten intact waren! De ophanging was wel even spannend: de kop, de romp en de staart (waarin geen bot zit) moesten nauwkeurig in elkaar worden gepast. Dan moesten we de flippers eraan hangen en de potvis positioneren in het juiste evenwicht. Bij de wedersamenstelling van het skelet is de lengte ‘ingekrompen’ tot 13 meter. We hebben de tussenwervelruimte doelbewust iets beperkter gehouden, zodat het skelet bij het ophangen niet zou doorscheuren.”
September
Stéphanie Anseeuw, schepen van cultuur, musea en erfgoed: “We zijn blij dat Valentijn veilig en wel weer thuis is. Mooi klaargemaakt, wetenschappelijk onderzocht, en met de nodige expertise tot een goed einde gebracht. Het kostenplaatje voor het project Valentijn bedraagt zo’n 150.000 euro, van het opgravingsmoment tot het ophangingsmoment in het museum. Valentijn maakt nu als eyecatcher deel uit van het verhaal van onze visserij in het nieuwe museum. Op 7 september zullen de bezoekers de vaste waarden terugzien, zoals de Martha, het houten kustvissersvaartuig en beschermd monument. Ook de aquaria met levende Noordzeevissen en schaaldieren komt terug, naast een nieuw aquarium voor kweek. In de potviszaal komt er een tijdslijn met de geschiedenis van de visserij, er komt ook een nieuwe galerij met kunstwerken en een nieuw depot waarvoor twee oude huisjes zijn gesloopt die eigendom van de gemeente waren. Uiteraard is er nog altijd de rijke kerncollectie die het visserijberoep van vroeger en nu illustreert. Maar het museum wil meer zijn dan een collectie voorwerpen. Het wil de gemeenschap, die op zo’n begeesterde manier het levende erfgoed van Oostduinkerke verderzet, nog meer in en rond het museum betrekken.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier