Piet Lesage: “Ik doe alleen nog dingen die ik graag doe”

© TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Met een beetje geluk kunnen theaterliefhebbers dit jaar twee producties van regisseur Piet Lesage (67) bewonderen. Voor Corneelkring Brielen werkt hij volop aan ‘Oud Speelgoed’ en met de Nocturnes hoopt hij in de zomer ‘Ieper en de Britten’ te kunnen spelen, met daarin alvast een rolletje voor de Menenpoort, een plek waar Piet ook als journalist vaak vertoefde.

Piet Lesage (67) stond eind de jaren 70 mee aan de wieg van Festival Dranouter en was jarenlang secretaris van de overkoepelende vzw, maar de meeste mensen zullen hem kennen als journalist en als theaterregisseur in de regio. Zo is hij een van de twee vaste regisseurs van Corneelkring Brielen en is hij als voorzitter het creatieve brein achter de Nocturnes. Daarnaast zit hij geregeld op de regisseursstoel voor andere toneelgroepen, zoals vorig jaar voor de Langhoirs Victorinen in Poperinge.

Vanwaar komt die passie voor theater?

“Mijn vader speelde theater. Hij was een van de oprichters van Richten. Als klein mannetje mocht ik soms mee achter de schermen van de stadsschouwburg. Zo kreeg ik het met de paplepel mee en was het geen verrassing dat ik ook toneellessen volgde aan de Academie in Ieper. Ik heb zelfs een aantal jaar gespeeld in de Corneelkring, maar ik vond mezelf beter als regisseur.”

Hoe onderscheid je je van andere regisseurs?

“De stukkenkeuze vind ik belangrijk. Ik lees een twintigtal stukken per jaar en pin me daarbij niet vast op één genre. Ik geef ook veel vrijheid aan de acteurs om zelf het stuk te kleuren en hun rollen in te vullen. Ik heb bijvoorbeeld Het Dagboek van Anne Frank twee keer geregisseerd, in Diksmuide en Voormezele, en het merkwaardige was dat je door met andere mensen te werken een heel ander resultaat krijgt. Niet dat het ene of het andere betere was, dat oordeel laat ik aan het publiek. Het publiek heeft altijd gelijk.”

Ben je gevoelig voor de reacties van het publiek?

“Zeker. Ik hoor graag ook kritische stemmen, maar tegen mij gaan de mensen nooit komen zeggen hoe slecht het was. Als je een stuk hebt met komische elementen, wordt er de ene avond meer gelachen dan de andere.”

“De spelers zijn daar wel gevoelig voor, maar als ik naar een komisch stuk ga kijken, dan zal het heel lang duren eer ik luid begin te lachen.”

“Dat wil niet zeggen dat ik er niet van geniet.”

Er kan al iets mislopen tijdens voorstellingen.

“In Brielen speelden we het stuk De Vossenjacht van Hugo Claus. Daarin kwam een personage in een elektrisch aangedreven rolwagen, maar op een bepaald moment viel dat wagentje stil en is de acteur moeten uitstappen om zelf rond te lopen met het wagentje (lacht, red.) Met de Nocturnes maakte ik eens mee dat we in het Vijverhuis van Dikkebusvijver een try-out speelden en de vloer deels inzakte. Er waren mensen van het stadsbestuur zelf aanwezig, dus in twee weken tijd was die vloer helemaal hersteld voor de komende voorstellingen.”

Corona heeft wellicht ook al roet in het eten gegooid?

“In Brielen stonden we een week of vijf voor de première bij de eerste lockdown. We gingen dat stuk hernemen, maar een van de acteurs was niet langer beschikbaar en we vonden niemand om die rol over te nemen waardoor we het aan de kant moesten schuiven. Vorig jaar regisseerde ik in Poperinge maar het eerste van twee speelweekends kon niet doorgaan doordat twee spelers besmet waren. Gelukkig hebben we toch drie van de zes keer kunnen spelen.”

“Normaal gaan we in Brielen het laatste weekend van februari in première met Oud Speelgoed. Voorlopig mag het nog, maar die onzekerheid is toch moeilijk. Ik hoor van de groep in Vlamertinge, die in dezelfde periode speelt, dat zij al beslist hebben om het naar het najaar op te schuiven. In Brielen repeteren we wel nog volop. Wat de Nocturnes betreft zullen we eind februari of begin maart beslissen of het nog voor dit jaar zal zijn, want dan moeten de praktische voorbereidingen beginnen.”

Heb je persoonlijk iets met de Menenpoort?

“Als je terugkomt van reis moet je toch eens door de Menenpoort naar de Grote Markt gereden hebben. Als journalist heb ik vele keren de Last Post meegemaakt. Wat mij het meest trof, was toen er met de coronamaatregelen geen publiek mocht zijn en er één klaroener onder de Menenpoort stond. Dat was heel indrukwekkend. Die klaroener zie ook dat het helemaal anders klinkt. Ten eerste omdat je alleen speelt, maar ook omdat de galm onder de poort helemaal anders is.”

Heb je nog dromen en ambities?

“Op mijn leeftijd is dat vooral gezond blijven en de dingen die ik graag doe kunnen voortdoen. Vandaar ook dat ik mijn professionele activiteiten aan het afbouwen ben. 67 is de pensioengerechtigde leeftijd, dus het mag wel eens wat minder zijn. Niet meer de dagelijkse druk van de deadlines, ik doe alleen nog dingen die ik graag doe.”