Broers Bossu (café De Karpel) verloren vorig jaar in een week tijd ma Paula en broer Marc: “Ze hebben beiden goed van het leven genoten”

Rik (links) en Frank Bossu in café De Karpel met tussen hen in de foto's van vader Georges, broer Marc en ma Paula. “Ze komen hier aan de toog nog vaak te sprake.” © Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

In maart 2021 overleden met acht dagen verschil ma Paula Wyckhuyse (90) en haar zoon Marc Bossu (64). Marc liet zijn gezin achter, maar ook twee broers, die het dubbele verlies moesten verwerken. Anderhalf jaar later hebben Frank (63) en Rik (56) het gemis een plaatsje kunnen geven. “Het waren twee levensgenieters. Ons moeder had haar leeftijd, maar was nooit ziek geweest. En onze broer hebben we te vroeg moeten afgeven.”

De familie Bossu is vergroeid met café De Karpel in Beveren-Roeselare. Ma Paula Wyckhuyse was de derde generatie cafébazinnen, al sinds 1899 was de familie op post. Het café op de hoek van de Schoolstraat en de Wijnendalestraat neemt de vorm aan van de twee uiteenlopende straten. De voordeur in de smalle voorgevel wordt er nauwelijks gebruikt en Rik Bossu, die in 1996 in het café kwam toen zijn moeder de pensioengerechtigde leeftijd kreeg, is er nog altijd de patron. Met ook af en toe de hulp van broer Frank.

“1 november, tweede Pasen of 17 augustus. De dag maakt niet uit. We gaan regelmatig eens een bloemetje aan het graf zetten”

Iedere dag is het café open van 10 tot 13 uur en van 15 uur tot sluitingstijd. “En dinsdag is onze sluitingsdag”, stipt Rik aan. Als wij er om 15 uur zitten om een babbel te hebben met de beide broers, zit Rik met zijn rug naar de achterdeur toe. Maar telkens als die opengaat, weet hij al aan te kondigen wie er aan komt. Zonder te vragen, maar altijd correct zet Rik het gewenste drankje klaar. “Koentje komt nu binnen en hij zal een Leffe drinken.” En zo geschiedde. Het tafereel herhaalt zich nog enkele malen.

Het leven in De Karpel gaat dus gewoon verder. In de Wijnendalestraat is men ondertussen aan het werken. “En het zal nog twee jaar duren”, knipogen de broers. “Ze leggen gescheiden riolen aan, voor koud en warm water.”

Zelfde gang in AZ Delta

Maar uiteraard gaan de gedachten ook nog vaak uit naar maart 2021. “Eerst werd ons ma binnen gebracht in het ziekenhuis. Het was op een zondag (14 maart, red.), de week nadien, iets na middernacht is ze op maandagmorgen 22 maart gestorven. Ondertussen was ook Marc het ziekenhuis binnen gebracht. Eerst op vrijdag, maar toen mocht hij nog naar huis. Dan de zondag opnieuw en op dinsdag ging hij al in coma. Hij is uiteindelijk op dinsdag 30 maart gestorven, acht dagen na ons moeder. Ze lagen op dezelfde gang in AZ Delta, op enkele kamers van elkaar. Ons moeder informeerde vaak bij de verpleegkundigen hoe het haar zoon verging, maar uiteindelijk is hij in coma gegaan voor ons ma overleed. Hij heeft het dus nooit geweten dat ze gestorven is en moeder heeft nooit beseft dat Marc het ook niet zou overleven. Voor ons was het ook wat surreëel natuurlijk. We wisten dat ze het zwaar te pakken hadden, maar in een week tijd hen beiden moeten afgeven…”

Geen volle kerk, maar 50 man

Marc was ondertussen al enkele jaren met pensioen, maar als wijkgarde in Rumbeke was hij natuurlijk alom bekend. “Hij stamde nog uit de tijd dat iedereen de wijkgarde kende. En ook na zijn pensioen was hij nog overal graag gezien. Ook hier kwam hij geregeld natuurlijk, ook om te helpen op drukke momenten. De kerk zou twee keer te klein geweest zijn mochten ze een gewone begrafenis gehad hebben. Maar het was nu twee keer te doen in de aula van Uitvaarzorg Werbrouck. En er mocht maximaal 50 man aanwezig zijn. Ook de weken voor haar ziekenhuisopname zag ons ma weinig volk. Jonge mensen konden eens een wandeling gaan maken, maar voor haar lukt dat niet. Ze zat hier dan in het keukentje bij het café, te kijken door het raam. Ziek was ze dus niet voor ze corona kreeg, maar het waren voor haar ook geen leuke momenten. Ze was gewend om voortdurend tussen het volk te vertoeven.”

(foto Stefaan Beel)
(foto Stefaan Beel) © (foto SB)

Op het kerkhof in Beveren is Marc in een urne bijgezet, Paula ligt begraven in de familiekelder samen met pa Georges Bossu. “Hij overleed in 2005 en is ook maar 74 jaar geworden.”

Met Allerheiligen zal natuurlijk een bloemetje prijken aan de graven van moeder en zoon. “Maar we gaan ook op andere dagen. Of dat nu tweede Pasen is of 17 augustus. De dag maakt niet uit. We gaan regelmatig eens een bloemetje aan het graf zetten. En als het uitgebloeid is, zetten we een ander.”

Op 1 november gaan de broers, die overigens net terug zijn van een vijfdaagse vakantie in de Moezelstreek, uit eten. “Maar dat doen we iedere dinsdag op onze sluitingsdag. Dus nu ook op 1 november. Dus het heeft op zich niets te maken met Allerheiligen.”

Tot 30 graden in de keuken

Uiteraard komen Paula en Marc nog vaak ter sprake in het café. “Al de klanten hebben ze ook goed gekend natuurlijk. En dan komen de anekdotes boven. Mocht ons moeder nog geleefd hebben, het zou hier overigens veel warmer geweest zijn in het café. De laatste jaren zat ze vaak in de keuken, als je er binnen kwam, voelde het alsof het 30 graden was. Je kent dat, oudere mensen hebben het vaak kouder en ze liet de stoof haar werk doen. En met de prijzen van nu moet je niet te veel meer stoken. Wij hebben het geluk dat het café onze eigendom is, dat scheelt een slok op de borrel in vergelijking met collega’s die ook nog huur moeten betalen.”

Na de coronasluiting van de horeca herneemt het caféleven zich wel. “Maar het zal nooit meer zijn als vroeger. Het is kalmer geworden. We zijn de jongste jaren ook wel wat klanten verloren door overlijdens, andere mensen verblijven ondertussen in het rusthuis. En de jongeren vinden minder dan vroeger hun weg naar hier. De Bossuutjes zijn hier uiteraard nog alom bekend in Beveren, maar niet meer bij de jongere generatie. Er zijn hier ondertussen ook al heel wat inwijkelingen en die mensen komen niet meer op café.”

Drie slaapplaatsen

Ondertussen woont Frank, die tot voor kort onderwijzer was in het vijfde leerjaar in De Zonnebloem in Ardooie, met zijn partner in de Wijnendalestraat. “Of ik het rap gewend was om met pensioen te zijn? Dat heeft exact tien seconden geduurd. Ons moeder woonde tot haar overlijden met Rik in het huis in de Wijnendalestraat, maar dat is eigenlijk mijn eigendom. Dus ben ik nu teruggekeerd. Rik woont bij het café of slaapt nog eens bij ons. Eigenlijk heeft hij drie slaapplaatsen om uit de kiezen. Hij raakt altijd wel ergens binnen”, knipoogt Frank. Ook hij steekt vaak nog een handje toe. “Zeker als het duivenseizoen is, dan doen wij de inkorvingen en de inschrijvingen en staan de vrouwtjes in het café.”

Opvolgers in het café, dus een vijfde generatie, dat wordt moeilijker. “Mijn zoon werkt als opvoeder in Mivalti en mijn dochter bij de CM en de kinderen van Marc zitten in de zelfstandige commerce. Onze grootmoeder was hier in het café geboren, net als ons moeder. Maar het zou dus best kunnen dat het verhaal van de familie hier stopt na ons.”