Oud-gouverneur Paul Breyne wordt 75: “Ik heb een leven gehad om jaloers op te zijn”
“Ik weet nog dat ik 67 was en zei: mocht ik nog 70 kunnen worden, dat zou een prestatie zijn”, zegt Paul Breyne vlak voor zijn 75ste verjaardag, verwijzend naar de kanker waartegen hij al jaren vecht. De eregouverneur en oud-burgemeester van Ieper mag dan wel geen officiële functie meer uitoefenen, hij blijft de maatschappelijke evoluties van nabij volgen.
Sinds het einde van zijn mandaat als federaal commissaris voor de herdenking van de Eerste Wereldoorlog bleef het stil rond Paul Breyne. Hij kreeg de diagnose van kanker, maar “het gaat goed met mij. Enkele jaren geleden was ik ter dood veroordeeld. Ik had een limiet om nog te leven en die is ondertussen allang overschreden. Ik weet nog dat ik 67 was en zei: mocht ik nog 70 kunnen worden, dat zou een prestatie zijn. En kijk, volgende week word ik 75.”
In 2019 vertelde u al dat het een half mirakel was dat u nog leefde.
“Ja, maar ik ben daar voorzichtig in, want er zijn veel mensen die gestart zijn zoals ik, maar er niet meer zijn. Mijn kanker is niet weg, maar is nu niet actief. Om de twee maanden moet ik een MR- en CT-scan laten maken en dan is het iedere keer een vraagteken hoe het geëvolueerd is. De laatste maanden is het steeds stabiel gebleven. Ik heb geluk gehad.”
Hoe gaat het met u?
“Natuurlijk, je veroudert wel. Je capaciteiten verminderen: het gehoor, het zicht, geheugen, verstand…. Je voelt dat het beste van je leven voorbij is, wat de kwaliteit van de menselijke functies betreft. Dat wil daarom niet zeggen dat de kwaliteit van het leven verminderd is. Het is anders geworden.”
Hoe vult u uw dagen?
“Ik heb mijn familie herontdekt. Ik mag absoluut niet klagen over mijn kinderen en kleinkinderen. Het is een toffe bende. Als ze komen – en ze komen heel regelmatig – dan is het feest. En mijn kennissenkring vermindert niet. Ik heb zeker 500 kerst- en nieuwjaarskaartjes gekregen. Ik ben dus nog redelijk bekend.”
Ik ging even graag op audiëntie bij de koning als hier in Voormezele naar de voetbalkantine
Kunt u zich verzoenen met uw situatie?
“De kunst van het leven is afgeven. Vanaf dat een kind geboren is, evolueert het naar de dood. Het is de kunst om gelukkig te blijven terwijl je capaciteiten verminderen. Ik heb een schitterend leven gehad, om jaloers op te zijn. Mooie jeugd, heel jong schepen, twintig jaar parlement, drie jaar burgemeester, vijftien jaar gouverneur… Dat is een enorm rijk leven geweest, met enorm veel menselijke contacten, van hoog tot laag – ik ging even graag op audiëntie bij de koning als hier in Voormezele naar de voetbalkantine. Je moet aanvaarden dat dat de gang van het leven is. Het leven is een wiel dat ronddraait. Je kan erop springen, meedraaien, maar op een bepaald ogenblik val je er weer af.”
Hoe heeft u de coronacrisis beleefd? U bent een risicopatiënt.
“In het begin zoals iedereen die beladen is met andere gezondheidsproblemen. Mensen zijn bang geweest. Er zijn er ook heel veel gestorven. Hoeveel kennissen en echt goeie vrienden die ik verloren heb door corona, of toch tijdens corona, dat is enorm! Ik ben daar veel mee bezig geweest… Ik heb nog altijd veel persoonlijke contacten in de politiek. De ministers van mijn partij ken ik allemaal zeer goed en ik schrijf hen heel regelmatig met mijn mening. Ik heb soms scherp gereageerd tegen sommige evoluties in het coronadebat.”
Zoals?
“In het begin was ik verschrikkelijk geschandaliseerd door bepaalde verklaringen, van onder meer een Nederlandse psychiater die zei dat men de ouderen moest slachtofferen omwille van de economie. ‘Het dor hout moet gesnoeid worden’, zei hij. Ik heb onder meer bij Wouter Beke en Frank Vandenbroucke aangedrongen om daar niet aan toe te geven. Ik ben nogal voor plichtsbesef. We moeten solidair zijn met iedereen, en dan vooral met de mensen in de ziekenhuizen. En we moeten doen wat de experten voorschrijven. Ik verwijt sommige politici dat ze altijd probeerden te bewijzen dat ze andere beslissingen namen dan de experten. Het stoorde me dat sommigen bleven duwen om de maatregelen af te zwakken.”
Ieper zit in de hoek waar de economische coronaklappen vallen.
“Men moest geen profeet zijn om te weten dat na de herdenkingsplechtigheden het toerisme zou terugvallen naar een situatie als voordien. Er zullen vanuit Australië of Canada geen massa’s mensen meer komen. Ieper zal terugvallen op meer klassiek toerisme, al zijn we er zeker niet slechter aan toe dan voor de herdenkingsperiode. Ieper en de Westhoek hebben nog troeven. Als wandel- en fietsstreek moeten we niet onderdoen voor andere regio’s.”
U kwam als politicus graag onder de mensen. De beperking in het aantal contacten moet voor u moeilijk geweest zijn?
“Ik ervaar die periode inderdaad voor een stuk als het beëindigen van het publieke leven. Door enkele fysieke omstandigheden – ik mag niet meer autorijden – ben je sowieso al beperkt. Corona was voor mij op veel vlakken een scharniermoment in mijn leven. Altijd aanwezig zijn bij van alles en nog wat zal waarschijnlijk verminderen. (aarzelt) Dat wil niet zeggen dat je me nergens meer zal zien. Ik ben nog altijd zeer maatschappelijk betrokken.”
Hoe heeft u de feestdagen beleefd?
“De kinderen waren hier op kerstavond en op nieuwjaarsnamiddag. Met mijn verjaardag zullen we normaal ook samenkomen, met alle kinderen en kleinkinderen – of toch bijna, want één woont in Denemarken. We zijn een familie in expansie. Nu hebben we zeven kleinkinderen, een achtste wordt één dezer dagen geboren. Misschien op mijn verjaardag? Dat zou schitterend zijn. (Het meisje werd geboren in de nacht van 4 op 5 januari, een dag na het interview, red.) Een andere dochter is ook in verwachting, dus het negende kleinkind is ook op komst. Dat begint al te tellen.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier