Op de Mercator met pionier cruisetoerisme Rudy Verburgh: “Groot hart voor mooie schepen”

Rudy Verburgh: “Mijn grootste droom was om ooit ondernemer te worden. En dat is me gelukt.” © Davy Coghe
Dany Van Loo

De liefde van Rudy Verburgh voor de zee en zijn passie voor reizen maakte van de geboren en getogen Oostendenaar een pionier van het cruisetoerisme in België. Van het militair ondersteuningsschip de Godetia tot de Wagons-Lits en van de lijn Oostende-Dover tot een opvallende band met iconische handelszaken: een babbel met de general manager van Thalassa Reizen & Cruises zorgt bovendien voor een boeiende reis doorheen een stukje onvervalste geschiedenis van de Stad aan Zee.

Vanuit de kantoren van Thalassa Reizen & Cruises aan de Vindictivelaan kijkt Rudy uit op de Mercator. Een interview aan boord en in de kajuit van de commandant doet hem dan ook iets. “Een prachtig vaartuig, zeker weten. Vooral als je zoals ik een groot hart hebt voor mooie schepen.”

En je hebt ook een grote boon voor Oostende, niet?

“Absoluut. Ik ben hier geboren en getogen en nooit weggegaan. Mijn vader Adrien runde samen met mijn oom Michel op ‘t Hazegras een grote vleesgroothandel, Stroobandt-Verburgh. Hij was niet bepaald onbekend in Oostende, mag ik zeggen. Hij bokste en werd op 23 april 1965 in het Wit Paard aan de Van Iseghemlaan kampioen van België bij de zwaargewichten. Daar is een leuk verhaal aan verbonden. Hij was al heel wat jaren gestopt met boksen, maar vond van zichzelf dat hij te zwaar werd. Hij sprak zijn vroegere trainer Theo Vanhaverbeke aan. “Ik zou daar graag iets aan doen en daarbij nog één kamp vechten”, zei hij tegen Theo. Zo gezegd, zo gedaan… en hij werd Belgisch kampioen. Ik was toen nog een klein jongetje, maar dat vergeet ik nooit.”

De vleesgroothandel was weliswaar niet aan jou besteed, geloof ik.

“Niet bepaald. Trouwens, het landschap veranderde heel snel. Mijn vader en oom leverden in de tijd zeker aan 70 à 80 slagerijen. Mocht je nu gaan kijken, dan zijn er nog amper een vijftal over. Maar hier ligt toch de link met mijn liefde voor boten en de zee. Ik ging namelijk heel graag met mijn vader op ‘tournee’. Hij leverde ook aan de lijn Oostende-Dover, meer bepaald voor Robert Peeters, hoofd van de catering daar. Eerst onder het Zeewezen, later werd dat de RMT, met Wagons-Lits dat verantwoordelijk was voor de catering aan boord van de maalboten. Als kleine uk bewonderde ik op de kaai de grote vaartuigen die de ‘navette’ over het kanaal maakten. Daar kreeg de microbe voor de zee, mooie schepen en reizen mij te pakken. Als 16-jarige kon ik als jobstudent een tweetal jaar aan de slag op Oostende-Dover. Ik ben er tien jaar gebleven (lacht). En om in het maritieme te blijven: ik vervulde mijn legerdienst bij de Marine, op het ondersteuningsschip de Godetia, met Oostende als peterstad. Varen was mijn leven.”

Wanneer kwamen dan de plannen voor een reisbureau in beeld?

“Na die jaren op de maalboten vond ik het tijd voor iets anders. Een reisbureau zag ik absoluut zitten, want dat leek mij een uitstekende combinatie van mijn passie voor reizen met mijn liefde voor de zee. Maar daar kwam heel veel bij kijken. De vergunningsplicht bestond nog. En wat gebeurde er toen? Ik leerde mijn vrouw kennen.” (lacht)

Vertel.

“Hoe een dubbeltje rollen kan, nietwaar? Greet werkte al zeven jaar voor Lionel Maertens van touroperator Transeurope, een bekende figuur in Oostende. Zij kende de reissector heel goed. We zijn toen samen op het idee gekomen om een reisbureau te starten. We volgden in Roeselare een bijkomende studie toerisme en openden in 1985 aan de Vindictivelaan ons kantoor. We zijn er nooit meer weggegaan.”

Jullie zijn al heel lang gespecialiseerd in cruises. Van waar kwam jullie specifieke interesse voor dat segment in het aanbod?

“Dat is een heel bijzonder verhaal, dat begint met mijn liefde voor de zee en het varen. Dat miste ik wel een beetje door het werken op kantoor in plaats van op het water, zoals in mijn tijden van de maalboten. Ik zeil bovendien ook graag. En zo begon ik mij te interesseren voor cruises. Dat stond echter, ik spreek van het begin jaren ‘90, nog in zijn kinderschoenen, een heel elitaire bedoening ook. Er ging toen bij wijze van spreken geen mens op cruise, zeker niet bij ons. Ik zag er echter wel heil in. Dat kwam door een heel goeie vriend die bij de Cunard Line werkte, een rederij die vooral bekend is voor zijn klassieke oceaanlijners, zoals de Queen Mary, maar ook voor zijn moderne cruiseschepen. Cunard kent een rijke geschiedenis en bracht in zijn beginjaren immigranten uit Europa naar Amerika. Later gooiden dergelijke rederijen het over een andere boeg en begonnen met het organiseren van cruises. Mijn vriend vroeg me of ik geen contract zou willen met Cunard. Ik moest niet lang twijfelen om met zo’n iconisch bedrijf letterlijk en figuurlijk in zee te gaan. Het was trouwens ons eerste contract.”

Niet evident in die tijden, veronderstel ik.

“Ik mag gerust stellen dat wij in België op dat vlak pioniers waren, weliswaar pioniers met voeling en liefde voor de zee. En kennis van het varen, niet te vergeten. We merkten tot onze grote voldoening dat cruisereizen toch ingang begonnen te vinden bij het grote publiek. Zo slaagden we er in die beginjaren zelfs in om groepen Oostendenaars met de QE2 naar New York te laten varen. Op vandaag werken we met 30 rederijen en zijn we zelf touroperator voor cruisereizen.”

En de toekomst?

“Die is verzekerd met de kinderen Kim en Bruce. We zijn boven alles een hecht familiebedrijf. Het is misschien een cliché, maar klanten mogen geen nummer zijn, integendeel. Mijn grootste droom was om ooit ondernemer te worden. Ik ben heel blij dat het me gelukt is, en dat samen met mijn gezin.”

Bio

Privé: geboren in Oostende op 16 april 1956. Getrouwd met Greet Timmermans, vader van Kim en Bruce, grootvader van Anna.

Studies: Latijn-Grieks aan het O.L.V-college in Oostende. Studies toerisme.

Vrije tijd: sport (”Ik was ooit competitiezwemmer”), volgen van KVO, fietsen, geschiedenis… en natuurlijk reizen.