“Ze hebben ons gastvrij ontvangen”: uitwisselingsproject tussen Veurns en Frans college doet meer dan alleen taalvaardigheid verbeteren

Leerlingen van het College Veurne met achteraan links leerkracht Nathalie Vanassche en rechts Katrien De Leeuw. © MVO
Myriam Van den Putte
Myriam Van den Putte Journaliste Het Wekelijks Nieuws

Leerkrachten en de eerstejaars van de flexklas 1AB en 1AA Taalatelier van Talent-Is Campus College Veurne blikken positief terug op het uitwisselingsproject met ‘le Collège du Moulin’ in het Franse Grande-Synthe (Duinkerke). Voor beide scholen werd het een grensoverschrijdende ontdekkingstocht naar de andere taal, naar de andere cultuur, naar de andere leefgewoonten.

Taalleerkrachten Katrien De Leeuw (Engels) en Nathalie Vanassche (Frans) zijn de initiatiefnemers die vorig jaar al de schouders zetten onder het uitwisselingsproject. “Vorig jaar in oktober nodigden we de Franse leerlingen uit op onze campus. Dit project is veel meer dan een oefening in taalvaardigheid. Het is een verrijkende kennismaking met Franse leeftijdsgenoten, met een andere cultuur, zelfs een andere levensstijl en gewoonten, hoewel ze op luttele kilometers van elkaar wonen. Dit jaar was het de beurt aan onze studenten om de grens over te steken en Franse les te volgen in ‘le Collège du Moulin’. Het onderdompelen van onze leerlingen in de doeltaal, het Frans, sluit ook helemaal aan bij de leerplandoelen. We hopen trouwens dat we met dit initiatief een zaadje hebben gepland om de toekomstige contacten over de grenzen heen te bevorderen, maar het creëren van mooie herinneringen is al een waardevol doel op zich!”

Superheld

De reacties van de Veurnse leerlingen sluiten zich aan bij de visie van hun leerkrachten. Ferre Six vertelt hoe hij de uitstap naar Grande-Synthe heeft ervaren. “We kregen niet alleen Franse les, maar ook andere lessen en allerlei activiteiten. Daarvoor werden we opgedeeld in groepjes. We zijn gestart met een les in ICT, zonder de Franse leerlingen. Daarna kregen we muziekles en dan trokken we naar de schaatsbaan, de ‘Patinoire Michel Raffoux’ in Duinkerke. Daar kregen we een drankje en een cupcake. We maakten ook een stadswandeling rond Duinkerke, waar het standbeeld van Jean Bart centraal op het grote plein staat. Dat was dus een superheld die veel Fransen heeft gered van de hongersnood! Het was ook leuk om met elkaar te praten op de bus.”

“Er waren heel veel gangen en veel lokalen, waar we soms wat verloren liepen”

Dat vond ook Zaiko Trossard. “Al bij onze aankomst begon de conversatie met de Franse kinderen, maar ze praten echt supersnel, dus dat was niet simpel! Ons groepje kreeg ook Spaanse les en daarna een sportles, waarbij we een piramide moesten maken. Het was ook leuk om in het centrum door de winkelstraten te wandelen, want er zijn wel veel winkels.”

Emmanuel Soto, die in dezelfde klas zit als Zaiko, heeft Spaanse roots en had dus minder problemen met de Spaanse les. “Het turnen vond ik wel moeilijk en niet zo leuk”, geeft hij toe. “Het was ook een beetje raar dat de Franse leerlingen ons eerst niets wilden uitleggen, maar gelukkig deed de leerkracht Frans dat wel. Het leukste vond ik de schaatsbaan!”

Verlegen

Sibeau Dutoit volgde een les Spaans en Duits. “We hebben veel nieuwe woorden geleerd, ook over eten. We kregen een gastvrije verwelkoming, met een lekker ontbijt. Ik denk dat de Franse kinderen vooral een beetje verlegen waren en niet goed wisten hoe ze ons iets moesten uitleggen. We wisten trouwens niet hoe groot deze school zou zijn, het gaat om een 300-tal leerlingen. Toen ze onze school bezochten, kwamen ze met ‘une classe orchestre’, een aantal leerlingen van het eerste, tweede en derde middelbaar om muziek te brengen. Bij ons op school bieden ze, in tegenstelling tot in het Franse college, geen lessen Spaans en Duits aan in de eerste graad. Wat ons ook is opgevallen: er zijn wel heel veel nationaliteiten op dit college en in het straatbeeld hebben we veel daklozen gezien.”

Kobe Claeys herinnert zich nog het bezoek van de Franse kinderen aan Veurne. “Dan hebben we samen in de namiddag een zoektocht rond Veurne gedaan, waarbij we samen vragen hebben opgelost.”

Alle Veurnse studenten vonden ook dat de Franse school een beetje op een ziekenhuis leek met vele kamertjes, en dat er ook een ziekenhuisgeur hing. “Er waren heel veel gangen en veel lokalen, waar we soms verloren liepen. De leslokalen zagen er verouderd uit, er waren geen digitale borden maar alleen stiftborden en er was geen digiboek om te projecteren. Daardoor verlopen de lessen in een trager tempo en moeten de leerlingen heel veel schrijven. Ook de schooltijden zijn anders dan bij ons. Wel is er een grotere speelplaats, maar er zijn minder toestellen.”