Het centrum voor volwassenenonderwijs (cvo) MIRAS ziet in Waregem het Nederlands voor anderstaligen in sneltreinvaart uitgroeien tot de belangrijkste richting in het aanbod. “Ik vind het belangrijk om snel in te spelen op de noden van de tijd”, zegt regionaal directeur Ria Bouten (54) bij de start van het nieuwe schooljaar.
Cvo MIRAS is in West-Vlaanderen uitgegroeid tot een mastodont in het volwassenenonderwijs met jaarlijks ruim 10.000 cursisten. Daarvan volgen er ongeveer 1.200 les in het Waregemse, waar Ria Bouten mee de lijnen uitzet. Met een master in de toegepaste economische wetenschappen op zak is ze daarvoor de geknipte persoon. Ria, die eerder een zoon verloor na een langdurige ziekte, zegt dat dit verlies van haar een begripvoller directeur heeft gemaakt voor mensen met een rugzak, zoals een aantal cursisten er één hebben. We spreken af in de gebouwen van het VTI, waar ze haar kantoor heeft en waar ook veel lessen plaatsvinden. Het levert een gesprek op met een sterke vrouw.
Laat het ons eerst eens hebben over jullie succesnummer: de cursus Nederlands voor anderstaligen. Dat moeten we toejuichen, lijkt me.
“Het is inderdaad een positieve vaststelling dat behoorlijk wat allochtonen een inspanning leveren om Nederlands te leren spreken en schrijven. Die grotere instroom in de voorbije jaren heeft zeker ook te maken met het groeiend aantal Oekraïners dat er is bijgekomen.”
Valt het mee om les te geven aan mensen met een vaak uiteenlopende culturele achtergrond?
“Gemakkelijk is dat niet altijd. Zeker vrouwelijke leerkrachten hebben wel eens te maken met problematisch gedrag. Een deel van de allochtonen komt uit een cultuur waar mannen vaak niet goed overweg kunnen met een vrouw die in een gezagspositie voor de klas staat. Cursisten die het op dat vlak te bont maken, laat ik wel naar mijn kantoor komen voor een gesprek. Ik leg hen dan uit dat het in onze cultuur perfect normaal is dat een vrouwelijke leerkracht voor de klas staat en dat we ook verwachten dat elke cursist dat respecteert. Zo’n tussenkomst helpt wel, zij het niet altijd van direct. Voor een vrouwelijke directeur hebben ze – vreemd genoeg – wel respect.”
Zijn er nog andere opmerkelijke tendenzen vast te stellen?
“Dat zeventig procent van de cursussen nu in dagonderwijs gebeurt, bijvoorbeeld. Vroeger vonden die voornamelijk ‘s avonds plaats. Die verandering heeft onder meer te maken met het groeiend succes van het diplomagericht onderwijs. We zorgen ervoor dat cursisten bij ons hun secundair onderwijs kunnen afwerken en terzelfder tijd ook een opleiding kunnen krijgen tot interieurbouwer, lasser, elektricien, boekhoudkundig assistent of administratief assistent. Uniek in West-Vlaanderen is zeker ook onze cursus ondernemen aan de laatstejaars beroepsonderwijs, die eveneens overdag plaatsvindt. Daarbij brengen we leerlingen vaardigheden bij die hen toelaten om een beroep uit te oefenen op zelfstandige basis. Zo leren we ze factureren, geven we meer uitleg over de opstart van een zaak, maar brengen we hen ook bij hoe ze publiciteit moeten maken. We werken daarvoor intens samen met het VTI, waarbij wij een aanvullend deel van hun uurrooster invullen om de leerlingen nog beter te wapenen voor het beroepsveld.”
Is de liefde voor het onderwijs iets dat je van thuis uit hebt meegekregen?
“Neen, ik ben afkomstig uit de gemeente Heuvelland en kom uit een zelfstandig nest. Aanvankelijk was ik ook helemaal niet van plan om les te geven. Na mijn studies aan de KU Leuven hield ik me jarenlang bezig met internationaal onderzoek dat me vaak naar het buitenland bracht.”
Waardoor ben je dan toch overstag gegaan?
“Eigenlijk komt dat door de stofwisselingsziekte van onze zoon Arnout. Hij had daardoor extra zorg nodig en dus wilde ik een job die me meer vrije tijd gaf om meer met mijn kind bezig te zijn. Nadien is het onderwijs ook helemaal mijn ding geworden: eerst als leerkracht, later als directeur. De dood van Arnout vijf jaar geleden en het verdriet dat daarmee gepaard ging, heb ik uiteindelijk ook kunnen omzetten in dankbaarheid voor wat ik met hem heb kunnen meemaken. Als directeur ben ik daardoor begripvoller geworden tegenover onze cursisten. Enkelen van hen dragen toch wel een stevige rugzak met zich mee.”
Is er tot slot in Waregem een restaurant waar je graag langs gaat voor een hapje en een drankje?
“Oh ja, ik ga heel graag naar La Rosa D’oro, een Italiaans restaurant in Sint-Eloois-Vijve. Ik eet graag Italiaans en het is ook een leuk adresje waar je lekkere gerechten voorgeschoteld krijgt. Bovendien moeten we ook niet ver rijden, want we wonen amper een kilometer verderop in Sint-Baafs-Vijve.” (FV)
Info: www.miras.be
Waregemse Wolven
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier