Noord-Frankrijk versus de Westhoek: een wereld van verschil op de coronakaart

©Olaf Verhaeghe Regional
©Olaf Verhaeghe Regional
Olaf Verhaeghe

Donker aan de Franse kant, lichtblauw in West-Vlaanderen. De coronakaart die de Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking maakte voor de grensregio toont hoe groot het verschil in besmettingsgraden aan beide kanten van de grens is.

De Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS) voor West-Vlaanderen en Flandre-Dunkerque-Côte d’Opale heeft deze week een nieuwe grensoverschrijdende coronakaart gepubliceerd. Die kaart toont de besmettinsgraad per gemeente langs de Frans-Belgische grens en geeft in één oogopslag weer hoe zwaar het noorden van Frankrijk vandaag getroffen wordt door het coronavirus.

Hoe donkerder het blauw op de kaart die het aantal besmettingen per 100.000 inwoners per week weergeeft, hoe meer besmettingen er werden vastgesteld. En het lijkt wel alsof er op de grens een onzichtbare muur tegen het virus staat. Waar de Franse kant heel erg donker kleurt, ziet de Westhoek en de streek rond Veurne er opvallend lichtblauw uit. Een wereld van verschil in coronabesmettingen dus.

Het is pas de eerste keer dat de ICT-cel van de West-Vlaamse intercommunale open overheidsdata op een landsgrensoverschrijdende kaart toepast. Bovendien wordt de kaart dagelijks automatisch geüpdatet. “Inwoners van de grensregio zien in één oogopslag hoe de situatie aan beide kanten van de grens evolueert. Dat is belangrijke informatie voor mensen. Zo weet je meteen hoe de situatie in dorpen vlakbij is”, zeggen co-voorzitters Jan Durnez en Patrice Vergriete van de EGTS.

De kaart is er vooral op vraag van Peter Roose, burgemeester van Veurne gekomen. Hij stelde zich eerder al vragen bij het feit dat burgemeesters van grensgemeenten maar half zicht hebben op de coronasituatie aan de andere kant. “Wij delen nu eenmaal een gemeenschappelijke bassin de vie : mensen werken aan de andere kant van de grens, lopen er school, gaan er winkelen… Het lijkt mij dan ook belangrijk om te weten hoe het er in de Franse gemeenten aan toegaat.”