Lies Brackevelt leert kinderen omgaan met rouw en verlies: “Kinderen de fonkel in hun ogen teruggeven”

Lies Brackevelt zit ook zelf graag met de neus in de boeken. © WMe by Wouter Meeus
Wouter Vander Stricht

Lies Brackevelt heeft al jaren ervaring in de geestelijke gezondheidszorg en volgt nu een extra opleiding om kinderen en jongeren te leren omgaan met rouw en verlies. Ze richtte daarom Fonkelpunt op en heeft sinds kort in de Sint-Michielstraat 52 haar uitvalsbasis.

Lies Brackevelt was altijd al geboeid door de menselijke psyche. Tien jaar lang werkte ze met volwassenen die psychisch kwetsbaar waren. “Een job die ik met hart en ziel heb gedaan.”

Bio: Lies Brackevelt

Privé

Lies Brackevelt (33) groeide op in Tielt en is getrouwd met Cedric De Coster. Ze hebben twee dochtertjes: Frances (4) en Rozan (2). Het gezin woont in Den Treurniet.

Opleiding en loopbaan

Lies liep middelbare school in De Bron en haalde daarna haar bachelor ergotherapie aan de Arteveldehogeschool. Volgt momenteel ook nog een postgraduaat rouw- en verliescounselor bij kinderen en jongeren aan Vives. Ze werkte tien jaar bij de vzw Samenspel in Izegem en is momenteel aan de slag bij Pleegzorg Oost-Vlaanderen.

Vrije tijd

Was tot voor kort vrijwilliger bij TEJO in Roeselare. Geniet graag van het leven en van haar jonge gezin. Houdt ook van lezen.

Ondertussen is ze aan de slag bij Pleegzorg Oost-Vlaanderen. Maar ze vestigde zich ook in bijberoep als rouw- en verliesconsulente, waarbij ze de focus legt op kinderen en jongeren. “Ik wil het goed doen en me dus specialiseren. De switch naar kinderen is er gekomen, omdat ik zelf mama geworden ben. Je wil hen als ouder vooral voor alles behoeden. Zelf heb ik vroeger mijn stiefbroer (18) verloren toen ik 15 jaar was, maar voor het overige heb ik nog iedereen rond mij. Drie van mijn vier grootouders zijn er nog, op dat vlak heb ik dus geluk.”

Je richt je ook specifiek op kinderen en jongeren. Gaan die anders om met rouw en verlies dan volwassenen?

“Zeker. Als kinderen iemand verliezen, dan wenen ze soms, maar het andere moment zijn ze schijnbaar blij aan het spelen en op nog een ander moment maken ze zich zorgen om praktische zaken zoals bijvoorbeeld: wie gaat er mij naar de voetbaltraining voeren? Kinderen zijn niet zo taalvaardig en kunnen dus ook moeilijker over hun emoties praten. Ook bij ons is de wereld daarin veranderd. Bij vorige generaties werd er sowieso weinig over emoties gepraat, het motto was op je eentje alles verwerken en ‘deure doen’ op zijn West-Vlaams. De nieuwe generatie ouders staat daar anders in het leven en praat vlotter over gevoelens, zeker ook als het op de kinderen aankomt. En eigenlijk maar goed ook.”

Hoe ga je aan de slag?

“Mensen kunnen me contacteren voor een intake gesprek, dan bekijken we de situatie en stellen we een aanpak voor. Als de klik er is met ouders en kind gaan we aan de slag. Op dat eerste gesprek is er zeker een ouder aanwezig, daarna werk ik met het kind of de jongere alleen. Er is ook een vertrouwensband tussen het kind of de jongere en mij. Sommige dingen vertrouwen ze je toe, maar willen ze liever nog niet met hun ouders delen. We gaan daarbij stap voor stap te werk in therapeutische sessies van een uur. Een aantal staat daar niet op. Wil je twee keer komen, is dat oké, zijn er meer sessies nodig dan kan dat ook.”

“Onze generatie praat gewoon veel vlotter over gevoelens”

“Kinderen en jongeren van vijf tot 18 jaar zijn hier welkom. Als ze kleiner zijn is het moeilijk. Op dit moment loop ik voor mijn opleiding aan VIVES stage in Freinetschool Het Reuzenhuis in Tielt en ook daar steek ik nog veel op. Daar neem ik dan plaats in het treintje en kunnen de kinderen me komen aanspreken. Je ziet dat er veel kindjes over allerlei zaken komen babbelen, maar vaak ook over het verlies van iets of iemand.”

Verlies en rouwen gaat niet enkel om de dood van mensen?

“Nee, dat is veel breder. Het kan ook het sterven van een huisdier zijn, maar evengoed een scheiding waardoor het kind de vertrouwde thuissituatie verliest en het daar moeilijk mee heeft. Er zijn ook onzichtbare vormen van verlies, zoals verlies van zelfvertrouwen bijvoorbeeld door pesten, het verlies van liefdevolle aandacht of aan verwachtingen.”

Vanwaar de naam Fonkelpunt?

“Ik vond dat mooi klinken. Ik wil de kinderen de fonkel in hun ogen teruggeven. Soms kunnen kinderen hun rouwperiode ook uitstellen, omdat ze bijvoorbeeld het eerste jaar na het verlies van iemand zien dat hun ouders het moeilijk hebben. Eens de situatie weer genormaliseerd is en het kind zich emotioneel veilig voelt, begint het dan te rouwen. Dan zien de ouders dat het kind soms wat vreemd gedrag begint te vertonen. Een kind stuurt signalen uit, het is aan mij om de achterliggende oorzaak te achterhalen. Dat is niet altijd makkelijk, maar we hebben daarvoor wat hulpmiddelen natuurlijk. Ik volgde zo ook een opleiding ‘Pop(p)entaal’ bij Freya Van den Bossche, nee niet de politica. Daarbij gaan we poppetjes opstellen en moet het kind aangeven waar hij of zij voelt te staan binnen een gezin of een groep. Dat maakt soms al veel duidelijk.”

Ook bij TEJO werkte je met jongeren.

“Dat was als vrijwilliger, ik ben daar nu gestopt omdat het niet meer combineerbaar was met mijn gezin, job en bijberoep. Maar uiteraard heb ik ook daar veel opgestoken. Daar komen jongeren ook over hun problemen praten, maar die zijn natuurlijk meer divers dan rouw en verlies alleen. Maar die gasten hadden het niet makkelijk, velen hebben door corona een stuk van hun jeugd gemist en kunnen dat natuurlijk niet meer inhalen.”

Kinderen en hun ouders kunnen helpen is natuurlijk fantastisch. Maar trek je het verdriet van een ander jezelf niet te veel aan?

“Ik kan goed luisteren en empathisch zijn en zelfs gepakt zijn door een verhaal, maar ik kan dat ook van me afzetten. Ook in onze opleiding wordt daar sterk op ingezet. En zelf werk ik al heel wat jaren met mensen, dus heb ik op dat vlak ook al de nodige ervaring.”