Last Post voor het eerst op vestingen buiten Menenpoort: “Mooi, maar het weer hebben we niet in de hand”

Door de opbouw van stellingen voor restauratiewerken kan de Last Post niet langer plaatsvinden onder de Menenpoort, maar wel bij het gras van de vestingen naast de poort. © TP
Redactie KW

Na het belfort en de Lakenhallen verdwijnt nu een tweede Iepers monument enkele jaren achter stellingen: de restauratie van de Menenpoort ging maandag van start. De Last Post vond maandagavond voor het eerst sinds 1928 plaats op de vestingen naast en buiten de poort. Ook een mooie locatie, maar een uitdaging voor wie minder mobiel is en mooi weer verkiest.

Een paar jaar na de eenzame, maar unieke plechtigheden in volle coronacrisis zijn de klaroeners klaar voor opnieuw een speciale reeks van de Last Post. “Door de opbouw van de stellingen voor de restauratiewerken kan de Last Post niet langer plaatsvinden onder de Menenpoort, maar wel op het gras van de vestingen naast de poort. Bij mijn weten is dat nooit eerder gebeurd”, zegt Benoit Mottrie, voorzitter van de Last Post Association. “Ver verhuizen we niet en wij vergelijken het met een andere kamer in hetzelfde huis. De klaroeners tegen de poort, dat is een mooi beeld.”

“Voor ons, klaroeners, verandert er relatief weinig”, vertelt Raf Decombel (62), die al ruim 22 jaar de Last Post blaast. “De essentie is dat we nog dagelijks de Last Post doen en de 55.000 namen op de poort blijven herdenken.”

Paadje voor rolstoelgebruikers

De namen van de vermisten worden door de stellingen aan het oog onttrokken, maar blijven virtueel toegankelijk via een digitale applicatie, die kan geraadpleegd worden in het CWGC-informatiecentrum bij de poort.

“Wij vergelijken het met een andere kamer in hetzelfde huis. De klaroeners tegen de poort, dat is een mooi beeld”

Toeschouwers kunnen de nieuwe locatie van de Last Post beklimmen via een paadje op de hoek van de Menen- en Bollingstraat. Omwille van enkele trappen onderaan moeten rolwagengebruikers een omweg van enkele honderden meters volgen via het toegankelijkere pad naar de vestingen langs de Aalmoezeniersstraat. Speciaal voor hen verspreidde de Last Post Association een kaartje via sociale media.

“Gelukkig had ik hulp van mijn familie, want in mijn eentje was het ook via die weg niet te doen”, reageert rolstoelgebruiker Johny Souverijns (75) uit het Limburgse dorp Eigenbilzen. “We komen elk jaar. Het zicht is wel fijn. Met een paar graden warmer was dat nog beter, maar het is tenminste droog.”

We will remember them

“De ruimte op de vestingen is groter dan onze vertrouwde plek onder de Menenpoort, waardoor minstens evenveel mensen de Last Post kunnen bijwonen”, aldus Mottrie. “Dat biedt ook de mogelijkheid om een serene plechtigheid te organiseren. Het enige wat we daar niet in de hand hebben is het weer. Misschien zullen we wel eens in de regen staan, maar we hopen dat de weergoden ons de eerste maanden goed gezind zijn. We hebben alles goed voorbereid, maar het blijft een proces van trial-and-error. Tegen het najaar overwegen we om opnieuw naar beneden te gaan, maar dan op de brug over het vestingwater voor de Menenpoort. Daar hebben we verharde ondergrond  en verlichting om de natte en donkere winter goed door te komen.”

“Tegen het najaar overwegen we om opnieuw naar beneden te gaan, maar dan op de brug over het vestingwater voor de Menenpoort”

Binnen twee jaar moet de restauratie klaar zijn. “We stellen alles in het werk om ongemakken voor de lokale bevolking tot een minimum te beperken”, zegt directeur Geert Bekaert van de CWGC, die de poort beheert en onderhoudt. “Ook waken we erover dat de Menenpoort elke dag opnieuw zijn bestaansreden blijft waarmaken: We will remember them!

4 miljoen euro

Maar liefst 4 miljoen euro kost de twee jaar durende restauratie, waarvan 300.000 euro betaald wordt door Stad Ieper. Onderzoek in 2019 toonde aan dat er geen structurele problemen zijn met de constructie van de Menenpoort. De aard van de werken is om de Menenpoort te beschermen tegen schade op lange termijn. “Het gaat vooral om erosie en kleine schade”, zegt Geert Bekaert, area director van de Commonwealth War Graves Commission (CWGC) in West- en Zuid-Europa. “Een onderdeel van de werken is het restaureren van de natuursteenelementen, zoals de 1.065,36 m² naampanelen, de leeuw en de sarcofaag op het dak. De volledige dakdichting wordt vernieuwd en de baksteengevels worden opnieuw gevoegd met kalkmortel. Ook het indrukwekkend cassette-plafond wordt hersteld en opnieuw geschilderd. Ten slotte gebeuren er ook herstellingen aan de kelders, de trappentorens en de bronzen oculi (de ronde openingen in het dak, red.).”

(TP)