Kurt is wereldtop in het rolstoelbiljart: “Ik wil voor niemand onderdoen”
Goeie vrienden en familie, maar ook zijn eigen volhardende karakter, zorgen ervoor dat Kurt Deklerck het leven, dat hij al 40 jaar in een rolstoel doorbrengt, graag leeft. Als meervoudig wereldkampioen pool en snooker voor rolstoelatleten verdient de Bruggeling meer bekendheid en erkenning dan hem al die tijd te beurt vielen, maar ook dat krijgt hem niet klein: “Ik ben in elk continent geweest, heb enorm veel gezien en meegemaakt. Ik ben daar dankbaar om.”
Zijn woning in Koolkerke is gebouwd in functie van de rolstoel waar Kurt Deklerck (57) sinds zijn 17de mee vergroeid is. In de garage die meteen uitgeeft in de woonkamer staat de auto die afgestemd is op zijn beperking, vanuit de woonkamer brengt een lift ons naar Kurts oefenruimte: met opgesteld rondom een pooltafel een bureau waaraan Kurt zich dagelijks door zijn administratieve beslommeringen werkt, een zitbank en een eethoek, en een platform waarop een indrukwekkend aantal trofeeën, bekers en medailles zijn plek heeft. “En dan moet je weten dat het er eigenlijk meer zijn, want ik heb er een heleboel weggegeven vroeger. Omdat mijn mama, toen ik nog bij mijn ouders woonde, vond dat het er toen al veel te veel werden”, vertelt hij. De statistieken heeft hij wel minutieus bijgehouden. En het zijn er intussen 293, de titels van gewonnen keusportwedstrijden die hij op zijn naam mag schrijven.
Een sportief baasje, zo herinnert hij zichzelf als jonge gast. “Hele dagen buiten, voetballen, op stap met mijn maten… Niet het braafste jongetje van de klas, al deed ik wel mijn best”, glimlacht hij. “Niet de slimste van de klas ook, maar ik geraakte er altijd door.” Maar toen sloeg het noodlot toe, op 1oktober 1983: een wat knullige val met zijn bromfiets had enorme gevolgen. Kurt verbleef 32 maanden in het AZ Sint-Jan in Brugge, lopen zou hij nooit meer doen. “Opnieuw naar school zag ik niet meer zitten. Ik was zeker die eerste periode amper mobiel, intussen bijna drie jaar ouder dan de andere leerlingen bij wie ik weer zou moeten aansluiten… Het kwam er niet meer van.”
De maten van toen
Hij zocht en vond zijn eigen weg: “En daarbij heb ik eigenlijk alles te danken aan mijn maten van toen. We waren met zes, en trokken al sinds we twaalf waren dagelijks met elkaar op. Het soort vriendschap dat ik vandaag niet dikwijls meer zie: we hadden nooit ruzie onderling, we spraken af en iedereen was dan ook op de afspraak, we gingen uit toen we ouder werden, kaarten op café, schaatsen en fuiven in het Boudewijnpark… We maakten veel plezier, maar nooit op een baldadige manier.”
“Ik verloor nog nooit een tornooi voor ‘rolstoelers’ sinds 1987”
Het ongeluk maakte allerminst een einde aan die vriendschap. “Ze zijn me al die tijd in het ziekenhuis blijven bezoeken, nadien namen ze mij overal mee op sleeptouw. Ik kan met de hand op het hart zeggen dat die vriendschap mij door die hele periode geholpen heeft en ervoor zorgde dat ik niet in een hoekje ben gekropen maar voluit verder heb geleefd. Ze kwamen mij halen, zelfs om in het weekend naar een discotheek te gaan of een frietje te gaan stekken. Ze gaven me gewoon de kans niet om zielig te zijn. En ik ben hen enorm dankbaar daarvoor.”
De tijd in het ziekenhuis beschouwt Kurt als… zijn legerdienst. “Ik heb er niets van opgestoken, maar heb er mij wel goed geamuseerd. Het waren andere tijden, nu zou het ondenkbaar zijn, maar toen kon het bijvoorbeeld dat mijn ouders mijn lievelingskost maakten en die tot bij mij brachten. Of dat de verplegers besloten om nog iets te gaan drinken na hun dienst en mij meenamen.”
Alles maakte hij bewust mee, van het ongeluk zelf tot de revalidatie. “En ik heb lang gehoopt om weer te kunnen stappen. Ik heb zelfs mijn toevlucht gezocht tot alternatieve methodes, maar natuurlijk hielp dat al helemaal niet. Ik greep elke strohalm op dat moment. Maar ik heb uiteindelijk aanvaard dat beter worden er voor mij niet meer in zat.”
Geen boekhouder
Grootse plannen voor de toekomst koesterde Kurt voordien nooit, misschien was hij wel boekhouder geworden – “die richting had ik even voor het ongeluk gekozen, alleen maar omdat een van mijn vrienden dat deed”, lacht hij –, maar in elk geval geen wereldkampioen in keusporten. Vandaag zijn poolen en snookeren ronduit zijn passie. Een passie die hij bij toeval ontdekte tijdens een bowlingavond: “De bowlingballen wogen te zwaar, ik kreeg ze vanuit mijn rolstoel niet gelanceerd. Maar in het centrum stond ook een snookertafel en ik vroeg mijn maat Tony om een partijtje met me te spelen. “Dat zag er aanvankelijk heel ongelukkig uit”, herinnert hij zich. “Maar ik kreeg de smaak te pakken, er kwam vaart in en ik ontdekte dat er zoiets bestond als een wedstrijdcircuit voor rolstoelgebruikers. Ik verloor nog nooit een snookertornooi bij de ‘rolstoelers’ in België sinds 1987, ook tegen validen sta ik mijn mannetje, en dus kon ik alleen maar concluderen dat ik er goed in ben.”
Vijf wereldtitels, negen Europese, 26 Belgische en een ellenlange trits andere bekroningen vormen het palmares van Kurt tot dusver. Maar aan al dat moois hangt geen prijzengeld vast, en omdat pool, snooker maar ook darts in ons land als ‘volksspelen’ worden beschouwd, bestaat ook niet de minste financiële ondersteuning voor wie de sport beoefent. Zijn hele carrière lang was en is het schipperen met centen. Hij kan wél al jarenlang rekenen op de steun van sponsor Royaux, het Brugse bedrijf in chapewerken en vloerisolatie: “Toen ik de tweede keer wereldkampioen werd stond me thuis een fanfare op te wachten, en een cabrio om me rond te rijden. Echt fantastisch”, herinnert hij zich. “De man die dat had geregeld, had ook tal van brieven verstuurd naar bedrijven met de vraag om me te sponsoren. Daar kreeg ik er een paar van terug waarin me veel succes werd gewenst, maar ook vermeld werd dat er geen budget was voor sponsoring. Alleen bij Royaux mocht ik langs om uit te leggen wat ik nodig had. Zaakvoerder Jean-Pierre was zelf een tijd verlamd als gevolg van een duik in ondiep water, maar hij was hersteld. Hij zei me dat hij, als hij zelf in een rolstoel was beland, ook graag steun had gekregen. Dat was zijn beweegreden om mij te helpen, en dat doen zelfs zijn zonen Broes en Bram ook nog tot op vandaag.”
Blijven doorgaan
Een poging om keusporten op de agenda van de Paralympische Spelen 2024 te zetten is mislukt. Om aan zijn eerstvolgende uitdaging, het wereldkampioenschap in Thailand, te kunnen deelnemen, startte Kurt voor het eerst een crowdfunding op, en haalde tot zijn verbazing wel genoeg op om zijn onderneming – reis- en verblijfskosten voor hem en zijn begeleider te financieren. Frustrerend, dat gebrek aan erkenning? “Eerder teleurstellend”, vindt hij. “Ik kan niet blijven hangen in negativiteit. Ik begrijp dat iedereen zijn budget moet bewaken, maar ik kan me geen enkele topsporter in een andere discipline voorstellen, die zo veel titels gewonnen heeft als ik. Het is jammer, maar ik probeer zolang mogelijk te blijven doen wat ik graag doe.”
Ondanks de fysieke tol ook, die het rolstoelpoolen en -snookeren met zich meebrengt: “Mijn armen en handen hebben serieus te lijden onder de jarenlange overbelasting. Ik heb al verschillende keren iets gebroken in mijn onderlijf, doordat de botten poreus zijn geworden. Vroeger speelde ik maandelijks rolstoeltornooien, trainde ik dagelijks vier tot zeven uur. Nu zijn er sowieso minder rolstoelwedstrijden, en ik train minder intensief, tenzij in de aanloop naar een wedstrijd.” Maar hij blijft voort schaven aan zijn techniek met de hulp van trainer Danny en met mental coach Simon Capon.
Kurt overwon zijn beperking, in het leven en in zijn sportcarrière. “Ik heb een dochter Ynske (17) en een vriendin Vero die regelmatig bij me zijn en me op alle vlakken steunen. Ik ga graag vissen en fietsen, maar dan alleen als de zon schijnt”, lacht hij. “Ik organiseer twee keer per jaar een in Brugge en omstreken bekend evenement, Golden Years. Daar steek ik veel tijd in, maar haal ik ook veel plezier uit. En ik heb heel veel gezien en beleefd wat ik anders allicht nooit had meegemaakt. Ik ken Las Vegas intussen op mijn duim, ik ben er graag. Daar kun je als rolstoelpatiënt een speedboot huren, stel je voor! Of bungeejumpen, heb ik ook gedaan daar, ook al heb ik hoogtevrees. Een Duitser daagde me uit, dat kon ik uiteraard niet laten passeren. Ik ben gesprongen, van op zestig meter hoog, met rolstoel en al. Ja kijk, zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Ik wil voor niemand onderdoen.”
Je kan Kurt steunen. Alle info op www.kurtdeklerck.be
Deze reportage maakt deel uit van het magazine ‘Het Beste van West-Vlaanderen’, dat verschijnt op vrijdag 17 november 2023.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier