Kristin is al 22 jaar gids in Ieper: “Ik heb het nodig om tussen mensen te zijn”

Als we op reis geweest zijn dan moeten we altijd door de Menenpoort en langs de Grote Markt passeren als we terugkeren”, vertelt Kristin De Meyere. © TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Na 26 jaar bij Picanol gooide Kristin De Meyere het in 2000 over een andere boeg. 22 jaar later is ze ondervoorzitter van Gidsenkring Ieper-Poperinge. “Met een Canadese mama die haar zoon verloor in Afghanistan heb ik drie dagen geweend”, vertelt ze.

Voor Kristin De Meyere (73) was gidsen een late roeping. “Na mijn middelbare school heb ik 26 jaar bij Picanol gewerkt”, vertelt Kristin. “Maar toen eind vorige eeuw mijn grootvader Clement De Meyere stierf ontdekten we dat hij blijkbaar soldaat was in de Eerste Wereldoorlog. Hij had daar nooit iets van gezegd. Hij zat aan de IJzer en raakte gekwetst want we vonden een brief terug van het ziekenhuis in Engeland waar hij verzorgd werd. Dat triggerde mij om er meer over te weten en zo ben ik in de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog gedoken. Later heb ik dan een gidsencursus gevolgd in Kortrijk.”

De geschiedenis van WO I heeft dus weinig geheimen voor jou?

“Mijn eindwerk voor de gidsencursus ging over de enige dag in WO I dat de Duitsers in Ieper geweest zijn. Dat was 7 oktober 1914. Ze wilden de kust bereiken en passeerden door Ieper. De volgende dag waren ze al aan de grens met Frankrijk in het Heuvelland en daar werden ze teruggeduwd door de expeditionary forces van het Britse leger. Ze namen vervolgens hun posities in rond Ieper en ze raakten nooit meer in Ieper. Die ene dag dat ze in Ieper waren werden wel winkels geplunderd, maar anderzijds waren er ook beleefde soldaten die betaalden. Ze hadden wel de stadskas, waar ongeveer 60.000 frank in zat, leeggeplunderd. In die tijd was dat veel geld. Mijn interesse voor de Duitse kant van het verhaal kwam onder meer doordat ik voor Picanol vooral voor de Duitse sector werkte.”

Wat vind je leuk aan gidsen?

“Het contact met de mensen, vooral als ze zelf iets inbrengen zoals een familiegeschiedenis. Ik vind ook dat je met het ouder worden ervoor moet zorgen dat je geest scherp blijft door bezig te blijven. ‘Le fauteuil, c’est le cercueil (doodskist, red.)’, zei mijn moeder altijd. Mij gaat dat niet overkomen. Ik hou er ook van om vreemde talen te spreken. Ik heb een Amerikaanse schoonzoon, dus ik moet daar ook Engels tegen spreken.”

Het hoeft niet meer elke dag te zijn zoals tijdens de herdenkingsperiode 14-18

Merk je dat de toeristen terugkeren?

“Zeker. Tijdens de Last Post is ondertussen al weer veel volk en mijn agenda voor de maand april zit behoorlijk vol. Dat is genoeg. Voor mij hoeft het ook niet meer iedere dag te zijn zoals tijdens de herdenkingsperiode 14-18. Dan is het bijna een dagelijkse job en dat is ook niet wat ik wil. Ik doe het uit interesse, niet om een job te hebben. Vorige week ging ik op pad met Amerikanen, maar het zijn vooral Vlamingen en Nederlanders die momenteel komen. Er zitten Britten tussen, maar nog niet in grote getale.”

Is er een groot verschil in gidsen per nationaliteit?

“De Britten hebben meer persoonlijke verhalen terwijl de Nederlanders er niet zo betrokken bij zijn geweest. Voor scholen is het nog anders. Je hebt er die goed voorbereid zijn, maar vaak heb je het gevoel dat het voor hen gewoon een schooluitstap is. Dat is toch het minst dankbaar om te doen. Ik geef aan iedereen mijn volle 100 procent, maar je voelt toch dat je thuiskomt met een minder tevreden gevoel dan met een groep die enthousiast is en vragen stelt.”

Wellicht kom je dan ook altijd naar de Menenpoort?

“Aan de Menenpoort zeg ik altijd dat het een Brits monument is, maar vredesstad Ieper wil de Last Post houden voor alle mensen die in een oorlog gesneuveld zijn. Het is een mondiaal monument. Doordat mijn man altijd bij de brandweer geweest is, ken ik alle klaroeners. Tegen de Amerikanen kan ik dan zeggen: I arranged a picture with de bugglers. Dan vinden dat ze heel speciaal en daaraan zie je dat de Menenpoort toch iets bijzonders is.”

Heb je persoonlijk iets met de Menenpoort?

“Al van in mijn kindertijd is de Menenpoort speciaal voor mij. Mijn mama kwam graag naar de Menenpoort. Toen stonden we hier met 10 of 15 mensen. Hoewel ik hier dus al veel stond grijpt het me nog altijd aan. Ik leidde eens een mama rond van een Canadese soldaat die gestorven was in Afghanistan. Ze had gezegd dat wanneer hij thuiskwam ze op reis zouden gaan naar Ieper en de slagvelden van WO I. Die jongen is niet meer thuisgekomen, maar ze is toch gekomen met zijn foto mee. Overal moest ik een foto nemen van haar met die foto. Drie dagen heb ik haar rondgeleid en drie dagen hebben we geweend.”

Je lijkt me ook wel iemand met een hart voor Ieper?

“Absoluut. Als we op reis geweest zijn dan moeten we altijd door de Menenpoort en langs de Grote Markt passeren als we terugkeren. Ik voel me weer thuis als ik de hallen gezien heb. De geschiedenis, het uitzicht, het wonder dat het weer heropgebouwd werd…. Ik ben fier om Ieperling te zijn.”

Privé: Kristin werd geboren in Ieper op 29 juli 1951. Ze heeft nog een broer Peter en een zus Ingrid, die overleden is. Ze is getrouwd met Marc De Cat en heeft drie kinderen: Eveline, Barbara en Philippe. Er zijn ook al zeven kleinkinderen.

Opleiding: Kleuter- en lagere school deed ze in de Heilige Familie, het middelbaar in het Lyceum, waar ze eindigde in de richting Moderne. Ze volgde later ook de gidsencursus.

Loopbaan: Na haar middelbare school werkte Kristin 26 jaar voor Picanol op de verkoopdienst. Sinds 2000 is ze gids in Ieper en de ruimere regio.