Katrien Durnez uit Ieper zet zich in voor de medemens: “De Menenpoort opent deuren in buitenland”

Katrien Durnez ... (foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Na een lange carrière in het onderwijs, onder meer vijf jaar als directeur van het Lyceum, stortte Katrien Durnez zich na haar pensioen in het vrijwilligerswerk. Bij voedselbedeling Op ’t Spoor houdt ze heel wat administratie bij en tot voor kort deed ze twee keer per week huiswerkbegeleiding voor niet-begeleide minderjarige vluchtelingen in Fedasil Poelkapelle.

Bij veel ex-leerlingen van Immaculata en het Lyceum zal de naam Katrien Durnez wellicht een belletje doen rinkelen. In de eerste school was ze een twintigtal jaar lerares Nederlands, in de tweede vijf jaar directrice. “Daarnaast werkte ik deeltijds bij de pedagogische begeleidingsdienst voor het vak Nederlands”, vertelt Katrien.

“Het liefste wat ik deed was nieuw lesmateriaal maken en dat dan gebruiken in de les. Met een groepje leerkrachten en collega-begeleiders hadden we daarvoor zelfs eens de prestigieuze prijs van de Taalunie gekregen. Dat vond ik een ongelofelijke bekroning.”

Waarom bent u dan directeur geworden? Dan kan u toch geen les geven?

“Ik was oud-leerling van het Lyceum en had er zulke goeie herinneringen aan overgehouden, dat ik daar wel mijn schouders onder wou steken. Dat was inderdaad een moeilijke beslissing, maar ik was al gewoon om te werken met volwassenen door die nascholingen en vakbegeleiding. Ik was in veel scholen geweest en dan zie je van alles en krijg je inspiratie.”

U hebt wel een levenslange relatie overgehouden aan uw tijd in het Lyceum?

“We zijn in die periode pleegouders geworden van een niet-begeleide minderjarige Afghaanse vluchteling. Hij was heel toevallig in Ieper terechtgekomen omdat er toen een kleinschalig opvangproject was in het vroegere Ons Tehuis. Die jongen was leerling bij ons in het Lyceum. Op een dag hoorde ik in de klassenraad dat hij liever in een gezin wou opgevangen worden. Ik dacht: wij hebben thuis wel nog een kamertje.”

Privé

Katrien Durnez werd geboren in Roeselare op 9 december 1954 en heeft nog een broer en twee zussen: Jan, Lut en Ann. Ze is getrouwd met Dirk Barbez. Samen kregen ze twee kinderen: Robin (37) en Hannes (35), en hebben ze een Afghaanse pleegzoon. Ondertussen zijn er ook al drie kleinkinderen. Katrien woont in Dikkebus.

Opleiding

Katrien ging naar de kleuterschool in Oostrozebeke en de lagere school in Loppem. Vanaf het zesde leerjaar ging ze naar in het Ieperse Lyceum, eerst in de lagere school en dan ook het middelbaar. Daarna studeerde ze Germaanse Talen.

Loopbaan

Katrien gaf een 20-tal jaar les in Immaculata, terwijl ze ook een deeltijdse job had bij de pedagogische begeleidingsdienst. Van 2002 tot 2007 was ze directeur van het Lyceum. Daarna maakte ze de overstap naar de scholengemeenschap in Kortrijk. Haar carrière sloot ze af in de Guimardstraat in Brussel, de hoofdzetel van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. In 2014 ging ze met pensioen.

“Dat stond echt niet op het programma, maar we zijn wel blij dat we het gedaan hebben.. Dat is niet altijd gemakkelijk geweest, maar uiteindelijk is dat een heel mooi verhaal en is die jongen getrouwd, twee kinderen, een job… We hebben een heel goeie band. Ik denk dat ik in het vierde leerjaar zat toen we op school leerden over de zijderoute en dat heeft mij toen al zo gefascineerd. Uiteindelijk ben ik op die zijderoute terechtgekomen door onze pleegzoon.”

Intussen ben je ook actief bij de voedselbedeling. Welke impact heeft de coronacrisis op de voedselbedeling?

“Tijdens corona werd het echt heel druk en hebben veel vrijwilligers afgehaakt om gezondheidsredenen. Velen waren ook risicopatiënten met onderliggende aandoeningen. Toen hebben we echt met een kleine ploeg op de toppen van onze tenen moeten staan om het allemaal gerund te krijgen. Bovendien moest het allemaal buiten gebeuren. Iedere week moesten die tenten opgebouwd en weer afgebroken worden. Op dat moment heb ik wel een ander engagement moeten stopzetten.”

Welk?

“Mijn man en ik gingen twee avonden in de week naar het opvangcentrum van Fedasil in Poelkapelle om aan niet-begeleide minderjarige vluchtelingen te helpen met hun huiswerk. Dat lesgeven blijft er dus wel een beetje inzitten. Ik ben wel van plan om het toch weer op te nemen, want ik heb nu een collega in de voedselbedeling die een deel van mijn taken kan overnemen. Daardoor krijg ik weer meer ademruimte.”

Wat betekent de Menenpoort voor u?

“Voor mij is het toch wel een symbool van die vredesgedachte. In de tijd van het Lyceum was de Menenpoort ook hét aantrekkingspunt om partnerscholen te vinden in het buitenland voor uitwisselingsprojecten. Als we zeiden dat we van Ieper waren en we vermeldden WO I en de Menenpoort, dan gingen er vaak wel deuren open. Zo kregen wij wel vlot internationale contacten, dus met dank aan het triestige verleden hier.”

Heeft u nog dromen?

“Naar Afghanistan gaan. Ik denk dat het een zeer mooi land is qua natuur. Een paar jaar geleden hebben we er een beetje beginnen over nadenken, maar dan zie je toch veel obstakels. Onze pleegzoon zei dat het absoluut niet veilig zou zijn voor ons. Toch zou ik ook heel graag eens de ouders ontmoeten van onze pleegzoon, want na vele jaren zoeken heeft hij ze teruggevonden.”

(TG)