Joost De Meyer behoedt Brugse Vechter van uitsterven en schrijft er boek over: “Passie voor het oudste Vlaamse kippenras”

Joost De Meyer schreef een boek over De Brugse Vechter. © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

Joost De Meyer heeft een boek geschreven over ‘De Brugse Vechter’. Een verhaal over de kip en het ei. En over alles wat u ooit wou weten, maar nooit durfde vragen over het oudste Vlaamse kippenras. Hij deed dat op vraag van de Stichting Levend Erfgoed

“Mijn grote droom was om dierenarts te worden, maar dat is niet gelukt”, bekent Joost De Meyer (55). “Thuis hadden we altijd dieren, twee grootvaders waren duivenmelkers. Omdat ik gepassioneerd ben door kippen een betaalbaar huis met een grote tuin wou, zonder overlast voor de buren, ben ik naar de Urselseweg in Knesselare verhuisd. Waarom kippen? Ik weet het niet, het is een hobby uit mijn kindertijd. Toen ik vernam dat het eeuwenoude ras van de Brugse Vechter met uitsterven bedreigd werd, heb ik mij daarin verdiept.”

Idealisme

“Het is voor een vorm van idealisme. Toen ik in 1996 begon met kweken, waren er nauwelijks nog bruikbare exemplaren te vinden. Het heeft mij vijftien jaar gekost om het type opnieuw te consolideren. Waarom de Brugse Vechter en niet de Mechelse Koekoek? Het is een grotere uitdaging om dieren te verkrijgen die conform de rasstandaard zijn.”

“Hoe ik kweek? Je begint met een haan en een hen! (lacht) Vervolgens zet je de zoon op de moeder en de dochter op de vader. Zo krijg je twee lijnen, met de zekerheid van een groot percentage bloed van vader én moeder. Je moet erover waken dat je niet teveel last van inteelt krijgt. Als ze minder groot worden en amper nog 3 kilo wegen, terwijl een echte Brugse Vechter 5,5 kilo weegt, ben je verkeerd bezig. Mijn dieren zijn blauw en zwart, toevallig mijn favoriete voetbalkleuren.”

Lombaerdse Hoen

“Enkele weken geleden had ik hier nog vijftig Brugse Vechters rondlopen, maar ik heb 25 jonge hanen verkocht aan een opkoper, omdat er nog te veel fouten in zaten om mee verder te kweken. Nu heb ik twee rennen met vier hennen en één haan, waarmee ik kweek. De andere ren met negen hennen is niet geschikt voor de kweek. Wel voor de eieren.”

“De Brugse Vechter is het oudste Vlaamse ras, zijn geschiedenis gaat terug naar de jaren 1500. Toen werd die nog het Lombaerdse Hoen genoemd. Die naam verwijst naar de Italiaanse kooplieden die naar de Hanzesteden trokken en hun lokale dieren naar Brugge meebrachten. Die hanen gaven mooi wit vlees, de hennen veel eieren. Toen al werden hanengevechten gehouden, de Lombaerden bleken uitstekende vechters te zijn. Ze hadden oorspronkelijk een enkele kam.”

Rubens

“Op het schilderij ‘De haan en de parel’ van Pieter Paul Rubens uit 1606 zie je nog een enkele kam. De Brugse Vechter evolueerde door de invoer van het Aziatische hoenenras dat de Oost-Indische Compagnie naar hier haalde. Op hun verre reizen hadden ze eten nodig een boord en namen ze levende kippen mee.”

“De vetste exemplaren werden op zee opgegeten, de magerste scharminkels overleefden. Maar het kruisen van de twee types leverde betere kemphanen op. Vandaar dat de Brugse Vechter sinds 1912 in de rasstandaard met drierijige kam beschreven wordt.”

“Omdat vele kwekers decennialang verkeerd bezig waren en geen onderscheid meer maakten met bijvoorbeeld de Luikse en de Tiense vechter, heb ik op vraag van de Stichting Levend Erfgoed een boek geschreven, waarin ik niet alleen de geschiedenis van dat ras vertel maar ook de kenmerken beschrijf.”

“Er zijn in onze provincie nog amper vijf kwekers, in de Kempen zijn er wel nog meer”

“Met foto’s van elk detail: de kam, de vleugeldracht. Veel beginnende kwekers zijn zich niet bewust van de fouten die in bepaalde dieren zitten. In heel onze provincie heb je amper nog vijf kwekers van Brugse Vechters, er zijn er meer in de Kempen, omdat de pluimveehouderij er meer leeft dan bij ons.”

Met bruin bier

“Uiteraard beschrijf ik in mijn boek ook de ziektes waaraan Brugse Vechters kunnen lijden. Ik geef tips rond voeding en huisvesting, aan een klein kiekenkot heb je niet voldoende. Ik vertel hoe het broedseizoen verloopt, waarop je moet letten om eieren te selecteren.”

“Zelf heb ik een broedmachine aangekocht, natuurbroed is niet eenvoudig. Op jaarbasis legt een hen 150 eieren. Als er een haan bijzit, wordt nagenoeg elk eitje bevrucht. Vorig jaar had ik vijftig kuikens, er zijn jaren geweest van 400 à 500 kuikens.”

“Ik geef mijn Brugse Vechters geen naam. Als je die ‘Polleke’ noemt en nadien opeet, zal Pol niet goed smaken. Mijn favoriet gerecht? Een gestoofde Brugse vechter met bruin bier. Met Piedboeuf, ik drink geen alcohol!”

Hanengevechten

“Of er nog hanengevechten zijn? In Noord-Frankrijk heb je nog dertig legale gallodromen. De Fransen hebben hun kemphaan: le grand combattant du nord. Bij ons is het verboden, die wet was geen dierenwelzijn, ze wou enkel het gokken bestrijden.”

“Heb je de metalen sporen al gezien, die ze aan de poten vastbinden? Een gruwel. Het gebeurt nog in achterzaaltjes van cafés. Of bij een boer op zijn erf. De naam ‘Brugse Vechter’ wou mensen bang maken. Een goede vechter valt zijn verzorger niet aan, maar steek geen twee hanen in één kot.”

Lees meer over: