Jean-Marc Dewaele, hoogleraar in Londen: “Onze dochter schrok van de directe aanpak van de Belgen”

Jean-Marc Dewaele en zijn echtgenote Katja Wauters in de Britse heuvels. © GF
Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

KW.be maakt de komende maanden een reis rond de wereld langs 80 West-Vlamingen. Vandaag zijn we te gast bij Jean-Marc Dewaele, hoogleraar aan de universiteit van Birkbeck in Londen, en zijn echtgenote Katja Wauters.

Hoe wordt een Bruggeling plotseling prof in Londen?

“Toen ik in december 1993 mijn doctoraat in Romaanse taal- en letterkunde behaalde aan de Vrije Universiteit Brussel, werd mij duidelijk gemaakt dat er intern geen jobs beschikbaar waren en dat ik dus elders iets moest vinden. Ik solliciteerde dus in België en in het buitenland. Ik had het geluk dat het departement Frans aan Birkbeck, University of London, een paar maanden later op zoek ging naar een toegepast taalkundige gespecialiseerd in het Frans als vreemde taal. Het interview viel ongelofelijk goed mee. Daar waar ik op een vorig job-interview aan de Katholieke Vlaamse Hogeschool in Antwerpen te horen had gekregen dat ik wel goed was, maar dat ik van een ‘verkeerde’ universiteit kwam, werd me in Birkbeck gevraagd wat ik zou kunnen bijdragen in het departement. Een ideale vraag en een positieve ingesteldheid! Ik kreeg de job aangeboden, en na een intense discussie met mijn vrouw besloten we het kanaal over te steken. Meer dan twintig jaar later wonen we nog altijd in Londen. Ondertussen ben ik overgestapt naar het departement Applied Linguistics en ben ik gewoon hoogleraar geworden in 2010. Mijn vrouw vond een job op de Belgische ambassade, en dat werd een goede link met wat in België gebeurt.”

Waar moeten we jullie leven ergens situeren?

“Mijn vrouw, Katja Wauters en ik zijn nu beiden 53. Onze dochter Livia is nu 18 en is dus Brits-Belgisch. In juli 1994 hebben we een week lang een huisje gezocht in noord-London. Op de laatste dag bleek het zestiende bezoek raak te zijn. We hebben een bod gedaan op een rijhuis met tuintje, bewoond door een Fransman en zijn familie – en waarvan het interieur iets meer overeenkwam met onze smaak – en we zijn er in oktober 1994 ingetrokken. Het ligt op zowat tien minuutjes stappen van het Bounds Green metrostation. Niet te ver ook van Muswell Hill, een leuke plek waar heel wat mediafiguren en kunstenaars wonen. Het was ook de buurt waar veel voorvechters van de ANC woonden tijdens de apartheid-periode in Zuid-Afrika.”

Jean-Marc, rechts op de foto, tijdens de graduation ceremony van de BBK.
Jean-Marc, rechts op de foto, tijdens de graduation ceremony van de BBK.© GF

Wat maakt het leven daar zoveel aangenamer dan hier?

London is een peperdure, maar fantástische wereldstad, met zijn vele musea, tentoonstellingen, concerten (The Proms), theatervoorstellingen, en vooral veel interessante mensen van overal ter wereld. Er is amper racisme, volgens mij dankzij het feit dat je voor elke bevolkingsgroep arme tot zeer rijke leden hebt, waardoor geen enkele etnische groep negatieve sociale associaties oproept. Iedereen kan een Londoner worden. Het betekent dat je de privacy van de anderen respecteert – cruciaal als je opeengepakt staat in de Tube. Niemand zal omkijken als je excentriek gekleed gaat, je haar groen laat verven, of een bepaalde taal spreekt. Britten houden van hun parken en van hun groene zones. Charities zoals de National Trust zorgen voor het patrimonium (historische huizen, paleizen, domeinen, beschermde natuurgebieden). We zijn ook dol op het heilig principe van de ‘public footpaths’ die het platteland doorkruisen. Op die manier kun je dwars door velden en bossen trekken. Met een ‘ordnance survey’ is het mogelijk om een exact parcours uit te stippelen.”

Zijn er ook dingen die je minder plezieren in de manier van leven ginder?

“De diepe antipathie van de pers en vele politici jegens de Europese Unie. Dat is in twintig jaar alleen maar verergerd. We vragen ons af of het gelinkt is met de herinnering aan de British Empire, en de illusie dat Groot-Brittannië nog een wereldmacht is. We wensen ook vaak dat er meer gezellige terrasjes waren zoals in België.”

Jean-Marc Dewaele, hoogleraar in Londen:

“Een ander aspect dat ons vaak ergert is de Britse obsessie met ‘league tables’ in het onderwijs. Op basis van hun resultaten in nationale tests worden scholen geordend, van lager onderwijs tot universiteiten. Het betekent dat de vraag naar plaatsen in scholen die hoog scoren, wel honderd keer het aanbod kan overtreffen. Wanneer dit gebeurt, bepalen lagere en middelbare scholen een ‘catchment area’, een zone waarin kandidaat-leerlingen moeten wonen om in aanmerking te komen voor een plaats op die school. Niet toevallig kosten de huizen in die buurten veel meer dan in zones waar minder goede scholen zitten. Heel wat staatsscholen scoren zwak in die league tables, wat vaak betekent dat de kwaliteit van het onderwijs niet te best is. De kans om als leerling goede resultaten te halen op de nationale examens is daar dan ook gering, wat een invloed zal hebben op de latere toegang tot goede scholen en universiteiten.”

Hoe gaan ouders daar mee om?

“Ze kiezen daarom vaak voor goeie, maar dure privéscholen, waar ze jaarlijks rond de 12.000 pond voor betalen. De klasgroepen zijn er kleiner en de begeleiding is er beter. Een andere mogelijkheid zijn selectieve staatsscholen, waar alleen degenen met de beste punten op het toegangsexamen een plaats krijgen. Zo is er de Latymer School in Noord London, waar meer dan 1.500 leerlingen per jaar – met uitstekende resultaten in hun lagere school – meedingen om één van de 180 plaatsen te bemachtigen in het eerste middelbaar. De beste universiteiten zoals Oxford en Cambridge willen dan ook alleen studenten met de beste punten en met sterke ‘personal statements’, een motivatiebrief is dat. Maar ook dan nog volgt er eerst een toelatingsexamen, waarna de beste worden uitgenodigd om gedurende drie dagen interviews te komen doen aan de universiteit. Die interviews zijn vaak vrij brutaal. Potentiële studenten worden ondervraagd over het vak dat ze willen studeren, over hun motivatie, men kijkt hoe ze reageren wanneer ze duidelijk geen antwoord hebben op de steeds moeilijkere vragen, en of ze tenslotte uitbarsten in tranen of agressief reageren.”

Dit is typisch Brits - maar dat wist u ongetwijfeld ook zelf al!
Dit is typisch Brits – maar dat wist u ongetwijfeld ook zelf al!© GF

“Er zijn natuurlijk ook universiteiten die de lat niét zo hoog leggen, of waar die zelfs erg laag ligt. Het gevaar is dan ook dat je met een bachelor- of masterdiploma kunt afstuderen dat eigenlijk waardeloos is, want iedere werkgever is zich bewust van de hiërarchie in de universiteiten. De competitie in het onderwijs is stresserend voor de jongeren én hun ouders. Zelf besef ik dat mijn zalige luie aanpak op het Atheneum in Brugge een serieuze academisch carrière in Engeland onmogelijk zou gemaakt hebben.”

Hoe kijken de Engelsen tegen een Belg aan – al ben je na 21 jaar wellicht al lang ‘één van hen’?

“Engelsen hebben in het algemeen weinig belangstelling voor België, maar ze hebben geen bijzondere negatieve noch positieve associaties. De Belgische ambassade in London probeert al jaren vruchteloos het imago van België op te blinken. Een typische grap is hoeveel beroemde Belgen je kunt noemen. Vroeger had ik een lijstje geleerd met 10 namen (lacht). België is voor de meeste Britten het land waar vele landgenoten zijn gesneuveld gedurende de Eerste Wereldoorlog. Tegenwoordig wordt België ook geassocieerd met chocolade en bier.”

In karate-outfit met dochter Livia.
In karate-outfit met dochter Livia.© GF

“Dat is een vraag die ik me regelmatig stel én waar ik ook onderzoek naar doe. Acculturatie is onvermijdelijk, maar bij sommigen gaat het sneller en verder. Het feit dat we voornamelijk Britse kranten lezen en Britse televisie kijken, betekent dat we minder afweten over wat in België gebeurt. Zelf ben ik trots op mijn Belgische nationaliteit en voel ik me Europeaan, Belg, Vlaming, Londoner. Van zodra ik mijn mond open doe horen Britten echter nog altijd dat ik geen Brit ben. Eigenlijk ben ik eerder verengelst wat de geschreven taal betreft. Omdat ik vooral in het Engels lees en publiceer is dat mijn dominante taal geworden. Ik vind het ook grappig om dan het werk te verbeteren van Britse studenten, die misschien wel de grammatica kennen, maar niet noodzakelijk de conventies van het academisch Engels.”

“Voor mijn dochter ligt het natuurlijk anders. Ze is hier naar school gegaan, begint volgend jaar op de universiteit en klinkt helemaal Brits, al is ze drietalig opgevoed en spreekt ze dus ook Nederlands en Frans. Haar dominante cultuur is ongetwijfeld Brits. Zo heeft ze ondervonden gedurende een zeilkamp met Bloso in Nieuwpoort dat haar Belgische leeftijdsgenoten niet alleen vele andere culturele referenties hadden, maar ook dat ze zo vreselijk direct waren. “Ik haat je!”,”Doe dat zo niet!” zeiden ze, en Livia deinsde terug. Britten zijn veel indirecter en vinden directheid een beetje brutaal. Omdat ze standaard Nederlands spreekt, waren haar kampgenoten ook verbaasd over het feit ze geen dialectale trekjes had, en dat ze haar dus niet konden ‘plaatsen’.”

Ben je van plan nog ooit terug te keren naar je heimat of is dit voorgoed?

“We hebben weinig zin om hier met pensioen te gaan, dus denken we er wel aan binnen een jaar of 15 terug te keren naar Brugge. Onze dochter zal hier dan waarschijnlijk wel blijven. We komen sowieso gemiddeld om de twee maanden naar België.”

De woning van Jean-Marc en Katja in een winterse periode.
De woning van Jean-Marc en Katja in een winterse periode.© GF

Wat mis je uit België, wat helemaal niet?

“Belgische wafels, garnaalkroketten, steak tartaar, lekkere frietjes… We wandelen ook dolgraag door de middeleeuwse Vlaamse steden, en de wandelingen in en rond het Zwin blijven ons altijd bekoren. De fietstochten tussen Brugge, Damme en Sluis zijn ook klassiekers op onze agenda. Wat we niét missen, is de agressiviteit in het verkeer en het eeuwige debat over de taalperikelen in België.”

Als je West-Vlamingen, die Londen willen bezoeken, één niet voor de hand liggende toeristische tip zou mogen geven, wat zou dat dan zijn? Wat moeten ze zeker bezoeken?

“We houden veel van de klassiekers. Een absolute aanrader is Regent Park en de rozentuin. Ook de wandeling ten noorden van het park, van de grote moskee langs de Grand Union Canal via Camden Lock tot Kings Cross. Iets verder ten noorden loont het ook de moeite om Hampstead Heath te verkennen: een magnifieke immense groene ruimte met heuvels, bossen, zwemvijvers en prachtige zichten op London. Hampstead zelf heeft een dorpsgevoel – voor miljonairs dan – met toffe straatjes, kerkjes en restaurants. Aan de andere kant van de Heath heb je Highgate, met zijn beroemd romantisch kerkhof met veel groen waar Karl Marx begraven ligt. Op 50 kilometers ten noordwesten van London zijn de Chilterns: een groot, beschermd natuurgebied, met kalkheuvels, charmante dorpjes, weidse zichten, frisse lucht én rust.”

(FJA – Foto’s Jean-Marc Dewaele)