“Je wil toch aanwezig zijn in de gemeente waar je woont”: Karine en Sofie zijn vaste gezichten op de wekelijkse vrijdagmarkt

De ‘marktmadammen’ Sofie Rabaey (’t Snoepertje) en Karine Sanders (bloemenkraam). (foto Coghe) © GINO COGHE Foto Coghe
Emmy Dens
Emmy Dens Medewerker KW

Karine Sanders (62) en Sofie Rabaey (52) zijn vaste waarden op de Eernegemse vrijdagmarkt en de ideale ambassadeurs van hun beroep om tijdens deze in het zonnetje gezet te worden.

Karine Sanders uit Eernegem was al heel jong gebeten door de marktmicrobe: “Ik ben zeker niet als marktkramer geboren, want ik kom uit een boerenfamilie”, lacht Karine. “Ik kwam alle dagen met de bus naar de school hier naast het Administratief Centrum. Er was toen al een markt op vrijdag en ik popelde telkens om te helpen bij het schoenenkraam. Dat kon perfect, want als ik de schoolbel hoorde, had ik net tijd genoeg om naar de overkant te lopen en toch op tijd te zijn.”

Gaandeweg geleerd

Jaren later kwam een bevriende marktkramer helpen op de boerderij van Karines ouders en zo ontstond de passie. “Het begon met een kleine serre, en ik verkocht wat ik daarin kweekte. Niet dat ik veel van bloemen kende, maar ik leerde het gaandeweg. Later nam ik zijn markten over en ondertussen heb ik al meer dan 30 jaar een eigen bloemenkraam.”

Karine verkoopt verse bloemen en planten en maakt op vraag bloemstukken, maar ook voor een gezellige babbel kan je bij haar terecht. Dat beaamt een van de mensen die we aanspraken op de markt: “Ik koop zelden iets, maar het is aangenaam om over de markt te slenteren en hier en daar een praatje te slaan. En Karine is altijd even vriendelijk en goedgezind”, weet een oudere dame.

Collega marktkraamster Sofie Rabaey woont in Ichtegem en staat al 11 jaar met een eigen snoepkraam op de markt. “Ik werkte voordien ook al op de markt, maar in een groentekraam. Toen ik hoorde dat dit snoepkraam over te nemen was, heb ik geen moment geaarzeld en ’t Snoepertje gekocht. Toen heb ik ook een standplaats gevraagd op de markt hier in Eernegem. Je wil ten slotte ook aanwezig zijn in de gemeente waar je woont”, vertelt ze. Sofie houdt vooral van de sociale contacten die er op een markt opgebouwd worden. “In een winkel moet het toch allemaal veel sneller gaan, tijd voor een gesprekje is er zelden. Op de markt kan dat wél, en daar hou ik van.”

Moeder van de markt

Karine mag met recht en reden de ‘moeder en hoeder’ van de Eernegemse markt genoemd worden. Zij stond mee aan de wieg van de huidige wekelijkse markt. “In 1992 contacteerde de gemeente mij met de vraag om een boerenmarkt op te richten. Toen heb ik samen met toenmalig politiecommissaris Bob Jonckheere de vrijdagmarkt op gang geschoten. De concessie van de boerenmarkt zit trouwens tot op vandaag nog steeds bij mij.”

Karine en Sofie zagen tijdens hun marktjaren al veel marktkramers komen en gaan. “Helaas eerder gaan”, zeggen ze, “want veel jonge collega’s hebben we jammer genoeg niet meer.”

Beide dames zijn het er wel over eens dat sinds de coronacrisis meer mensen weer de weg naar de markt gevonden hebben. “Ook hier is het vooral het sociaal contact dat belangrijk is. Het gebrek daaraan tijdens de lockdown heeft er voor gezorgd dat mensen een vorm van compensatie zoeken, en vooral oudere mensen vinden dat toch op de markt”, klinkt het.

Het is een algemene trend dat marktkramers niet gemakkelijk opvolging vinden want niet iedereen heeft het er voor over om zijn ‘winkel’ elke dag op een andere plek op te zetten en dan weer af te breken, en dat onder alle weeromstandigheden. Enkel voedingskramen lijken daarop een uitzondering te zijn.

Maand van de markt

De provincie West-Vlaanderen telt momenteel zo’n 130 marktkramers minder dan tien jaar geleden. De laatste jaren komen er mondjesmaat weer nieuwe kramen bij, maar om die trend nog meer kracht bij te zetten organiseert de provincie de ‘Maand van de markt’. Ook in onze gemeente kan je gedurende de maand april deelnemen aan de actie. Vraag gerust een woordje uitleg aan Karine, Sofie of hun toffe collega’s!