INSPECTEUR JPT (75 en slot): Marginalen staan Poperingese verzekeraar naar het leven
Omdat verzekeraar Antoon Wemaere uit Poperinge volgens hen lastig deed over de woninghuur en zij belust waren op zijn geld maakten enkele marginale bewoners van de huizenrij De Twaalf Apostelen in Ieper hem van kant.
Elke week blikte onze gerechtsverslaggever Jean-Pierre Terryn alias Inspecteur JPT terug op een van de spraakmakendste gerechtelijke affaires in onze provincie. We sluiten de reeks af met een zaak, die eveneens tot de verbeelding spreekt. Aflevering 75 gaat over de moord op verzekeraar Antoon Wemaere uit Poperinge en ‘het assisenproces van de leugens’.
Op donderdag 6 februari 2003 oordelen de zeven vrouwen en vijf mannen van de volksjury Walter V. (toen 52 jaar) uit Roesbrugge, de homo Werner D. (27) uit Vlamertinge en Marc P. (27) uit Wijtschate schuldig aan de roofmoord op de Poperingese verzekeringsmakelaar Antoon Wemaere. Het West-Vlaamse hof en de jury straffen hen respectievelijk met twintig, acht en vier jaar cel.
Marc P., nu 39 jaar, kwam na de al uitgezeten twee jaar voorarrest nog in 2003 vrij. Werner D., eveneens 39, verliet de gevangenis in 2006. Walter V., 64 jaar, (52) kwam met drie jaar voorarrest voorwaardelijk vrij in 2007.
Aanvankelijk waren er zes verdachten
Een vierde dader was Kristof V.. Op het ogenblik van de feiten was hij dertien jaar. Kristof V. liet zich meeslepen door Kurt D., broer van Werner D.. Kurt D. was zowat de aanvoerder van de marginale bende. Hij zou ook effectief Antoon Wemaere hebben gedood. Kurt D. zelf verscheen niet voor assisen. Hij stapte nog voor het proces uit het leven. Voor zijn aandeel in de moordpartij kreeg de minderjarige Kristof V. op de Ieperse jeugdrechtbank enkel een berisping. Zeven jaar later verscheen hij, dan al een twintiger, als getuige voor het assisenhof. Van zijn getuigenis werd veel verwacht, want hij was er toch lijfelijk bij toen Antoon Wemaere om het leven werd gebracht. Maar veel wijzer werd men niet. Hij hield de kiezen stevig op elkaar. Kristof V. volgde later een opleiding tot metselaar.
“Een van de beschuldigden was dertien jaar. Hij verscheen als minderjarige voor de jeugdrechter en kreeg enkel een berisping. Hij zat nooit in de cel”
De raadkamer van Ieper liet in 2000 een zesde verdachte, Marie-G. B. uit Roesbrugge, buiten vervolging stellen. Het staat vast dat de vrouw hielp bij het vervoer van het lijk, kort na de moord, en bij de opruiming van de bloedsporen maar zij werkte vooral mee om een betrokken familielid te beschermen.
Marginalen in De Twaalf Apostelen
De roofmoord op Antoon Wemaere werd gepleegd op 6 juni 1996 in een van de huisjes van de inmiddels al lang afgebroken huizenrij De Twaalf Apostelen in Ieper. Het huisje werd betrokken door de broers Werner en Kurt D. en Walter V., drie nietsnutten, die toen aan de zelfkant van de maatschappij leefden. Marc P. woonde wat verderop in de rij. Hij moest niet onderdoen voor het trio. Voor alle betrokkenen was ‘werken’ een vies woord. Hun leven werd geleid door de drank.
Het duurde maar liefst zeven jaar vooraleer het marginale trio berecht werd door het assisenhof. Vooreerst was het slachtoffer Antoon Wemaere lange tijd spoorloos en werd zijn stoffelijk overschot pas ongeveer een jaar later aangetroffen. Voorts waren er de vele tegenstrijdige verklaringen, die zowel door de beschuldigden, als door de vele getuigen werden afgelegd. Later op het proces logen sommige getuigen onder eed erop los. Het zou nog eens twee jaar duren voor de speurders een doorbraak in het onderzoek bereikten. Intussen had de vermoedelijk echte moordenaar Kurt D. al zelfmoord gepleegd.
Uitgebrande auto en lijk gevonden
Op vrijdag 7 juni 1996 deed Yvette Castel uit Poperinge bij de politie aangifte dat haar man de voorbije nacht niet was thuisgekomen. De avond voordien was Antoon Wemaere, die zelfstandig verzekeringsagent was, omstreeks 20.45 uur vertrokken naar klanten in Ieper. Antoon Wemaere en zijn vrouw waren de eigenaars van de huisjes, die de latere moordenaars huurden.
Yvette Castel maakte zich vooral ongerust omdat haar man op 27 februari al eens ernstig was bedreigd door de marginale bewoners van de huizenrij De Twaalf Apostelen. Antoon Wemaere had nadien zelfs een klacht ingediend tegen de huurders Werner en Kurt D. en Walter V.. Vermoedelijk ook als gevolg van die bedreigingen had de verzekeraar op 29 maart per aangetekend schrijven de huurovereenkomst met Kurt en Werner D. verbroken. Beide broers verhuisden toen naar Roesbrugge.
“De eigenlijke moordenaar ontsnapte aan zijn rechters. Kurt D’Ooghe verhing zich vier jaar voor het proces in zijn woning in Vlamertinge”
Op de avond van die vrijdag werd in Waltersdorf (Duitsland) met de bankkaart van Antoon Wemaere geprobeerd 350 mark af te halen. Aangezien op dat moment al tegen het gebruik van de kaart verzet was aangetekend, lukte dat niet. De volgende dag trof de politie de uitgebrande auto van Antoon Wemaere langs een afgelegen weg in het Franse Comines aan. In de daaropvolgende weken deed het gerucht de ronde dat Kurt en Werner D. en Walter V. iets te maken hadden met de verdwijning van Antoon Wemaere. De huiszoekingen, die de politie in juli uitvoerde in De Twaalf Apostelen en op het nieuwe adres van de broers D. in Roesbrugge, leverden echter geen tastbare resultaten op.
Nagenoeg een jaar later, op 26 mei 1997 lieten vier tieners uit Zwijndrecht aan de politie weten dat er een verdachte zak dreef op het water van een vijver. Agenten vonden daarin de stoffelijke resten van Antoon Wemaere. Het betonnen paaltje waarmee het lijk was verzwaard, was gedeeltelijk losgekomen. Dat maakte dat het dodelijke lichaam naar boven dreef.
Dader praat op café zijn mond voorbij
De moord op Antoon Wemaere kwam zowel in juni, als in november 1999 aan bod in het tv-programma Oproep 2020. Eind november van dat jaar praatte Marc P. in een Iepers café zijn mond voorbij. Hij pochte dat hij betrokken was bij de moord, die aan bod was gekomen in dat opsporingsprogramma. Een getuige speelde die informatie door naar de politie. Twee undercoveragenten kregen in december Marc P. aan de praat over die kwestie. Hij biechtte op dat in zijn bijzijn zijn huisbaas Wemaere was vermoord in De Twaalf Apostelen en maakte daarbij een teken met de wijsvinger van links naar rechts over de keel. Voorts vertelde hij dat ook Kurt en Werner D. en Walter V. bij de zaak betrokken waren. “Ik heb aan het zaakje 500.000 frank overgehouden en de anderen nog meer…”, diste Marc P..
Na zijn aanhouding wijzigde Marc P. meermaals zijn verklaringen. Telkens hij een nieuwe verklaring aflegde, zei hij dat hij in het verleden gelogen had, omdat anderen hem hadden bedreigd. Volgens zijn eerste versie had hij op de avond van de feiten Wemaere binnengelaten in zijn woning en was hij daarna gaan slapen. ‘s Nachts zou hij geen geschreeuw hebben gehoord. Volgens zijn tweede versie was hij na het slapengaan gewekt door geschreeuw. Even later zouden de kerels, die Wemaere vasthielden en bedreigden, hem overgebracht hebben naar het huis van Kurt D.. Dat Wemaere gedood was, zou Marc P. pas achteraf vernomen hebben. Wel zou hij op 11 juni de dolk, waarmee Wemaere was gedood, gesmolten hebben op het werk. In zijn laatste verklaring zei Marc P. dat hij helemaal niks met de feiten te maken had.
Wie deed wat?
Kurt D. kon niet verhoord worden. Hij had zich op 5 oktober 1999 in zijn woning in Vlamertinge verhangen zonder een afscheidsbrief na te laten. Intussen waren de speurders ook de anderen op het spoor gekomen.
Walter V. verklaarde meer dan tien keer dat hij niks met de moord te maken had. Vervelend voor hem was dat zijn vriendin bepaalde zaken had verteld, die hem in een ongunstig daglicht stellen. Zo was ze ervan overtuigd dat Walter V. daags voor de feiten ongeveer een kwartier heeft gebeld met Antoon Wemaere. Nog bezwarend voor Walter V. was de verklaring van een man, die een tijdlang met zowel hem, als Marc P. in de gevangenis zat. Walter V. zou een mooie beloning beloofd hebben aan die gedetineerde, als hij bereid was alle schuld in de schoenen van Marc P. te schuiven.
“Werken was voor alle beschuldigden een vies woord. De drank bepaalde hun marginaal leven in de huisjes van De Twaalf Apostelen in Ieper”
Ook Werner D. bleef sinds zijn aanhouding zijn onschuld staande houden. Vooral de verklaringen van Marc P. waren voor hem bezwarend. Werner D. was ervan overtuigd dat Marc P. de ernstige dreigementen van 27 februari 1996 en de moord op 6 juni door elkaar haalde.
Wie deed precies wat? Walter V. en de dertienjarige Kristof V. hielden het slachtoffer in bedwang. Kurt D. bracht met een dolk Antoon Wemaere de dodelijke steken toe. De homoseksueel Werner D. en Marc P. waren niet aanwezig bij de feiten. Ze brachten nadien het dode lichaam weg.
Niet vies van leugens en de drank
Op het assisenproces, dat op 24 januari 2003 aanving, poogden Walter V., Werner D. en Marc P. de schuld in elkaars schoenen te schuiven, maar zich vooral in te dekken door te verwijzen naar Kurt D., die zichzelf van het leven beroofde en dus de gedroomde zondebok wordt.
Marc P. wierp zich op het proces op als een machotype en bij momenten een agressief mannetje. Hij deinsde er zelfs niet voor terug assisenvoorzitter Peter Buyse af en toe sissend dreigende taal toe te sturen. Op zijn achttiende verzeilde hij in het Ieperse milieu. Zijn vriendinnen, die ook drankzuchtig waren, deden hem ook geen goed.
“Mijn vader zei dat ik uit de koolputten kwam. Mijn moeder noemde me Italiaan.”
Dat Werner D. onder de medicatie zat kon men zo zien. Als homo moest hij de meisjes niet en de jongens vonden hem te opdringerig. Nadat hij eerder verslaafd was aan drugs raakte hij aan de drank. Nog voor het assisenproces begon liep Werner D. nog een paar straffen op. Hij werd door de correctionele rechtbank in Brugge veroordeeld tot vier maanden cel omdat hij in de gevangenis met 0,1 gram cannabis werd betrapt. In Ieper werd hij veroordeeld, omdat hij vanuit de gevangenis in een brief medebeklaagde Walter V. bedreigde: “Uw kist staat klaar. Ge moet overgaan tot bekentenissen.”
Waren er in het gezin Werner en Kurt D. negen kinderen, bij Walter V. waren ze met twaalf en wat dacht je ? Vader dronk en was dan een tiran, zijn moeder noemt Walter V. een hoer. “Vader zei dat ik uit de koolputten kwam en moeder noemde me Italiaan,” legde Walter V. die met zijn familie geen contact meer heeft, uit. Vrienden had hij niet. Enkel een paar cafévrienden. Over één zaak was hij duidelijk. “Met die affaire Wemaere heb ik helemaal niets te maken !” De levensstijl van de drie beklaagden, hun familieleden en hun entourage is zowat gelijklopend. Er wordt niet veel gewerkt, van een leugen zijn ze niet vies en de rode draad in hun marginale leven is de drank. Door de gerechtspsychiaters werden de drie beschuldigden als psychopaten bestempeld.
Advocaat barst in tranen uit
Procureur Jean-Luc Cottyn aanvaardde voor alle drie enkele verzachtende omstandigheden maar eiste niettemin 25 jaar voor Walter V. en respectievelijk 15 en 10 jaar voor Werner D. en Marc P..
Na zijn requisitoir was het aan de verdedigers om voor hun cliënt alsnog de vrijspraak te forceren. Dat lukte dus niet en na de strafvordering sprak meester Johan Platteau, verdediger van Werner D., van een nederlaag. Hem restte nog enkel de straf zo laag mogelijk te houden. Hij pakte dan maar uit met een emotioneel betoog waarbij hij geregeld in tranen uitbarstte. Dat was er eventjes over maar het was knap gedaan en het werkte blijkbaar nog ook. Al dient gezegd te worden dat meesters Alain Van Ryckeghem en Philippe Casier voor Marc P. en meesters Luc Arnou en Vincent Vereecke voor Walter V. uiteraard evenzeer poogden aan te tonen dat hun cliënt maar een miniem aandeel had in de feiten.
“Het is onrechtvaardig, zei een van de beschuldigden toen hij te horen kreeg dat hij werd veroordeeld tot 20 jaar celstraf”
Pech echter voor Walter V. die bij de moord lijfelijk aanwezig was en dan ook het zwaarst moest boeten. Meesters Herman Boedts en Sabien Battheu deden wat ze moesten doen en vooral Boedts kon de rechten van de burgerlijke partij vrijwaren. Met een sereen betoog praatte hij de drie aan de galg.
Alle drie met een laag normenbesef
De jury en het hof gaven bij het toemeten van de straffen de verdedigers toch nog gedeeltelijk gelijk. Bij alle drie zei de jury dat het laag normenbesef, het parasitair gedrag en het gebrek aan respect voor andermans fysieke integriteit tot het verdict leidde. Het werden er tenslotte 20 jaar, 8 jaar en 4 jaar. Het was duidelijk dat de beschuldigden nog een kans werd gegund.
Werner D. aanhoorde gelaten het verdict. Marc P., die het er goedkoopst vanaf kwam, reageerde op de aanmaning van de voorzitter om zijn leven te beteren met “Ik zweer het”. Alleen Walter V. kon zich niet in de uitspraak vinden: “Het is onrechtvaardig”.
Inspecteur JPT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier