Historicus Dominiek Dendooven onder de Menenpoort: “Veel bezoekers worden hier emotioneel”

Dominiek Dendooven: “Ik vind de Menenpoort een zeer boeiend monument en een interessant studieobject, maar ik heb er geen emotionele band mee. © TG
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Een grotere kenner van de Menenpoort dan historicus Dominiek Dendooven (49) zal je in Ieper niet vinden. De wetenschappelijk medewerker van het In Flanders Fields Museum schreef zelfs al een boek over de Last Post.

Wanneer we met Dominiek Dendooven de trappen van de Menenpoort beklimmen, houdt hij plots halt bij het paneel van de 50th BN. Canadian Infantery. “Dit is mijn favoriete paneel op de Menenpoort”, zegt hij. “Louis Beauchene was een Franstalige Canadees, Bjorkblad een Zweedse Canadees, Mike Foxhead een Indiaan, Koyanagi is dan weer geboren in Japan, terwijl Douwe Punke een Nederlander en Raskesen een Deen was… Aan één paneel zie dat het een heel multicultureel verhaal is.”

Met jouw recentste boek ‘De Vergeten Soldaten van de Eerste Wereldoorlog’ ga je ook dieper in op dat multiculturele aspect.

“Dat is één van de redenen waarom ik het liefst naar deze kant van de Menenpoort kom, aangezien ik een beetje aan de basis lig van het feit dat er hier een Indiaas monumentje is. In november komt het boek trouwens uit in het Engels. Al vele jaren is mijn belangrijkste onderzoeksdomein de niet-Europese troepen die hier waren. Nu ben ik bezig aan een boek over de West-Indiërs, de mannen van de Caraïben. Daar is wel nog veel werk aan.”

Heb je zicht op je impact van je werk?

“Voor ons is het moeilijk om dat te peilen. Dit monument is er gekomen door de CWGC en de Indiase overheid. Op zich heb ik daar niets mee te maken. Maar als je dan kijkt naar het tijdstip waarop het er gekomen is. In 1999 hebben we voor de eerste keer gewerkt rond de Indiërs. In Hollebeke hebben we samen met de Sikh-gemeenschap een monumentje opgericht. Dat heeft een balletje doen rollen, waardoor een paar jaar later de Indiërs officieel om een monument vroegen. Dat mensen nu tenminste weten dat er hier meer volkeren waren dan alleen Britten, Fransen en Duitsers is grotendeels te danken aan het In Flanders Fields Museum.”

In februari 2019 organiseerde je met het In Flanders Fields Museum nog een groot congres in Ieper over de Spaanse griep. En een jaar later brak de coronacrisis uit.

“Alke bekende virologen zoals Marc Van Ranst en Steven Van Gucht waren daarop aanwezig. Veel van de dingen die we dan behandelden in de historische sessies zagen we een jaar later in het echt. Dat was wel bizar. Ik herinner me nog goed dat Peter Piot op dat congres zei: ‘we weten allemaal dat we het nog gaan meemaken, we weten alleen niet wanneer’. En het jaar nadien was het prijs.”

Wat betekent de Menenpoort nog voor jou?

“De Menenpoort is voor mij meestal werk. Ik heb in 2001 een boek geschreven over de Last Post. Ik vind het een zeer boeiend monument en een interessant studieobject, maar ik heb er niet de emotionele band mee die veel Britten hebben. Ik heb dat dan wel weer met de Lakenhallen. Dat wil niet zeggen dat ik niet besef hoe bijzonder de Menenpoort en Last Post is. Wat ik nu zeer leuk vind aan de Menenpoort, is mensen observeren. Sommigen zijn zeer ingetogen en worden emotioneel. Tijdens een Last Post stond ik hier eens met professor Mark Connelly van de University of Kent die boeken geschreven heeft over Ieper en de betekenis van Ieper voor de Britten. Het was net voor de Last Post en Marc en ik waren een beetje aan het fluisteren tegen elkaar. Voor ons stond er een Engelsman al helemaal in positie. Op een gegeven moment draaide die zich om en sneerde naar ons: you obviously do not understand what this building is about… Tegen twee experts over de Eerste Wereldoorlog. Zo word je er toch weer aan herinnerd dat die Menenpoort voor veel Britten nog steeds heilige grond is.”

Is er een specifieke reden waarom je vaak opvallend gekleed bent?

“Waarom zou ik me willen kleden zoals iedereen? Iedereen ziet er anders hetzelfde uit. Ik heb ook een vrouw die daar aandacht voor heeft. Het is dikwijls zo – zeker als ik een strikje draag – dat de mensen daar vrolijk van worden. Zelfs als ik ga wandelen of op reis ga, zal ik mij nooit als een toerist kleden. Ik vind dat er een beetje meer kleur en stijl mag zijn in de wereld.”

Heb je nog dromen of ambities?

“Eigenlijk niet. Voor sommigen was ik de gedoodverfde opvolger van Piet (Chielens, de uittredende directeur van het IFFM, red.). Ik ben daar ook voor gepolst, maar al een paar jaar geleden heb ik beslist dat ik dat zeker niet wilde doen. De belangrijkste reden is dat ik heel graag doe wat ik nu doe. Ik heb geen zin om meer administratie, dossiers of vergaderingen te doen. We hadden geen historicus nodig maar iemand die sterk is in organisatie en management. Dat is niet waar mijn ambitie ligt, wel om verder onderzoek te doen, want er is nog veel dat we niet weten.”

Dominiek Dendooven

Privé

Dominiek werd geboren in Brugge op 24 augustus 1971. Hij is getrouwd met Mieke De Neve met wie hij een nieuw samengesteld gezin vormt met in totaal vier kinderen.

Opleiding

Kleuter- en lagere school deed hij Brugge. De middelbare school deed hij in het Sint-Leocollege waar hij eindigde in de richting Latijn-Grieks. Vervolgens studeerde hij geschiedenis en archivistiek aan de VUB in Brussel. Een paar jaar geleden deed hij zijn doctoraat geschiedenis aan de UA en de University Kent.

Loopbaan

Als student werkte hij een paar jaar als journalist, daarna ging hij een kleine drie jaar aan de slag als documentalist. Sinds 1998 is hij educatief medewerker voor de Stedelijke Musea van Ieper. Nu is zijn functie wetenschappelijk medewerker onderzoek in het In Flanders Fields Museum.