Het gezin van Veerle Vanhuyse, na Atlanta nu in Wenen: “Leven als expat, dat heeft iets verslavends”
KW.be maakt de komende maanden een reis rond de wereld langs 80 West-Vlamingen. Vandaag zijn we te gast bij Erik Jagers en de van Roeselare afkomstige Veerle Vanhuyse in Wenen, Oostenrijk.
Jullie wonen intussen al een tijdje in Oostenrijk. Wat moeten we ons daar precies bij voorstellen?
“Wel, Erik werkt als ‘finance controller’ voor de West-Vlaamse staaldraadfabrikant Bekaert en heeft dus het statuut van ‘expat’. Wij wonen dan wel in Oostenrijk, maar hij rijdt dagelijks 135 km op én af naar de vestiging in Bratislava, Slovakije. Zelf werk ik deeltijds voor een Oostenrijks bedrijf, mySugr.com. Ik vertaal een diabetes-applicatie van het Engels en Duits naar het Nederlands. Het is niet mijn droomjob, maar het geeft me toch heel wat voldoening. Te meer omdat ik als diabetespatiënte samenwerk met 15 collega’s met dezelfde chronische ziekte, wat toch wel een speciale band schept. Daarnaast ben ik een gepassioneerd loopster en loop ik minstens één marathon per jaar, wat ook zeer tijdsrovend is.”
“Vergis je niet: Voor een expat-vrouw is de keuze om al dan niet te gaan werken niet zo evident. Ik heb het voordeel dat ik een job heb die ik overal kan doen, dus ook op een eventuele nieuwe bestemming. Maar voor expat-vrouwen met een 9- tot 5-kantoorjob is er altijd het risico dat de man ineens overgeplaatst wordt naar een ander land, een ander werelddeel. Werkgevers zijn dan ook niet altijd even happig op het aannemen van ‘expat-vrouwen’. Komt erbij dat het voorbereiden en afhandelen van een verhuizing veel tijd en energie vergt. Er is de emotionele voorbereiding en begeleiding van de kinderen van en naar een andere cultuur, een nieuwe taal, nieuwe school, maar ook het afscheid nemen en maken van nieuwe vriendjes en vriendinnetjes en het heropbouwen van een nieuw sociaal leven. Dat kost vooral de mama toch zeker een jaar: een half jaar om voor te bereiden en een half jaar om te acclimatiseren. En als je dan geluk hebt, mag je misschien twee jaar even tot rust komen, om daarna het circus opnieuw te starten. Vandaar dat een carrière uitbouwen als expatvrouw in vele gevallen niet echt een optie is.”
Jullie woonden al enkele jaren als ‘expats’ in Atlanta, USA, maar nu intussen al een tijdje in Wenen. Waar is het het aangenaamst wonen en waarom?
“Het is eerlijk gezegd niet te vergelijken. We woonden graag in Atlanta en zijn er met pijn in het hart vertrokken. Maar dat zal hier niet anders zijn. Wat beide steden bijvoorbeeld gemeen hebben – en voor ons niet onbelangrijk is – is de aanwezigheid van groen en de vele parken in de stad. Atlanta heeft een prachtige natuur met schitterende fauna en flora, ontelbare parken en reservaten. Maar ook Wenen heeft een buitengewoon groot aantal groene zones en nabijgelegen recreatiegebieden zoals het Wienerwald, Prater, Donauinsel en Kahlenberg.”
“Dankzij een vochtig tropisch klimaat in Atlanta brachten we acht maanden per jaar buiten door. Al was het er in juli en augustus vaak onhoudbaar heet. De stad wordt niet voor niets ‘Hotlanta’ genoemd. Maar ons hoorde je niet klagen. Wenen daarentegen heeft een gematigd landklimaat. De temperaturen liggen in de wintermaanden gemiddeld rond het vriespunt. Maar zelfs wanneer het hier koud is, krijgen we vaak een strakke blauwe hemel te zien. In de zomer zakt het kwik zelden onder de twintig graden.”
“Een niet te onderschatten factor, die het leven van een expat een stuk makkelijker en aangenamer kan maken, is een gezonde vriendenkring. Vergeet niet dat je uitsluitend op elkaar (gezin en vrienden) aangewezen bent. Je kan nooit eens een beroep doen op oma’s, opa’s, zussen, broers… In de VS hadden we een zeer hechte groep – voornamelijk Belgische – vrienden, terwijl we hier in Wenen met een zeer internationaal allegaartje optrekken. Grappig eigenlijk.”
“Op cultureel vlak heeft Wenen uiteraard heel wat meer te bieden dan Atlanta. Een fascinerende combinatie van zowel de Weense tradities zoals koffiehuizen, Heurigers en het bekende Nieuwjaarsconcert, als moderne restaurants, internationaal gerenommeerde evenementen (Life Ball) en talrijke shoppingmogelijkheden, geven de stad een bijzondere sfeer. Ook het MQ (Museum quartier), één van onze favoriete plaatsen, is een mix van klassieke architectuur en hypermoderne gebouwen. Kortom: Wenen heeft voor ons misschien toch wel een serieuze streep voor.”
Het lijken twee landen met een compleet verschillende mentaliteit: USA erg ‘open’ en extravert, Oostenrijk iets geslotener. Was het aanpassen?
“Dat kan je wel stellen, ja! Eens in Wenen aangekomen, ondergingen wij werkelijk een cultuurshock. De ‘locals’ kwamen vaak nogal nors en humeurig over en vitten op alles, zeker naar de buitenlanders toe. Maar de Weners zijn een trots volk met een typische eigen humor die men soms beschuldigend of zelfs zwartgallig noemt, maar die altijd vergezeld gaat van een – weliswaar kleine – glimlach. Het heeft zelfs een naam: ‘Schmäh’ ofte smaad. Het duurde wel eventjes – een paar jaar – om dat te leren appreciëren.”
“En al zeker als je van de States komt! De ‘Southern’ mentaliteit in Atlanta was inderdaad erg warm, vriendelijk en vooral bijzonder behulpzaam. Ik moet eerlijk toegeven dat wij aan dit soort ‘overact’ echt wel moesten wennen. Aanvankelijk keken wij ook wel even op toen men bijvoorbeeld in de supermarkt werkelijk alles deed om de klant tevreden te stellen. Je wordt er zelfs aangesproken door werknemers om te vragen of je alles kan vinden wat je zoekt. Eénmaal aan de kassa komt telkens opnieuw de vraag ‘hoe je dag tot nu toe verlopen is’. Vervolgens worden je boodschappen door iemand anders in zakken gestopt en tot slot loopt diezelfde persoon mee naar aan je auto om alles netjes in de koffer te zetten. En nee, daarvoor mag er niet getipt worden. Nog een mooi voorbeeld van de behulpzaamheid: in 2007 liep ik een dubbele enkelbreuk op en zat zes weken vastgekluisterd aan een rolstoel. De overbuurvrouw stelde toen meteen een schema op voor de hele buurt, om beurtelings voor ons gezin te koken. Om klokslag 19 uur stond er elke dag, drie weken lang, iemand aan de voordeur met avondeten. Soms kende ik die mensen van haren noch pluimen. Al was het op z’n Amerikaans natuurlijk: bijna elke avond ‘chicken pasta’ (lacht) Je hoort wel eens zeggen dat ‘Amerikanen’ – alsof er we zomaar alle Staten over één kam mogen scheren – oppervlakkig zijn. Wel, ik vind dat allesbehalve oppervlakkig. Daar kunnen ze in vele andere landen nog een voorbeeld aan nemen.”
“‘The South’ is overwegend conservatief. Dat is meteen ook één van de redenen waarom wij vanaf het begin gespreksonderwerpen zoals religie, politiek en vooral wapenbezit bewust vermeden. Hun meningen daaromtrent zijn zo uitgesproken en maar al te vaak de ver-van-ons-bed-show, dat het soms beter was om wijselijk te zwijgen. Maar ook Oostenrijk heeft nog een aantal eerder conservatieve kantjes. Respecteren van titels en strikte hiërarchie is hier erg belangrijk. Tutoyeren is uit den boze, tenzij men je expliciet zegt dat het kan. Maar die conservatieve kantjes betekenen niet dat Wenen oubollig is! Wenen is veel meer dan klassieke muziek, opera en keizerin Sissi. Zeker ‘s zomers kan de Oostenrijkse hoofdstad concurreren met de hipste en levendigste steden van Europa. Je vindt er ook ontelbare hippe lounge bars, trendy jazzcafés en ImPulsTanz, één van de meest gerenommeerde hedendaagse dansfestivals. De stad wordt bovendien steeds ‘internationaler’. Eén op de twee hoofdstedelingen heeft zijn wortels in het buitenland.”
Is het niet moeilijk om telkens opnieuw weer je leven te moeten opbouwen na zo’n verhuizing?
“Wij hebben nog maar twee buitenlandse ervaringen, maar ik merkte bij het verhuizen van Amerika naar Wenen al een groot verschil. We waren veel rustiger. Het was wel spannend, maar we hadden er alle vertrouwen in dat alles wel weer in de plooi zou vallen. Een beetje een gevoel van: ‘het is ons één keer gelukt, het zal ons nu ook wel lukken, zeker.’ Pas op; hoe je het ook draait of keert, voor de vrouw komt er toch heel wat meer bij kijken dan voor de man. Voor de werkende expat-mannen verandert er doorgaans niet veel: ze vertrekken ‘s morgens naar hun werk en schuiven ‘s avonds weer aan tafel. En waar dat werk is, dat maakt eigenlijk niet zoveel uit. Ook de voertaal op de werkvloer blijft dezelfde: Engels.”
Er zijn momenten dat je je als expatvrouw wel eens nutteloos voelt
“Ikzelf ben aan het Lemmensinstituut afgestudeerd en werkte tot ons vertrek naar de Verenigde Staten in de Koningin Elisabeth Kapel in Waterloo. Ik heb mijn werk opgegeven om mijn man te volgen – en voor alle duidelijkheid, ik heb daar nog geen moment spijt van gehad. Te meer het op mijn vraag was dat we in Wenen zijn komen wonen – vanwege mijn muzikale achtergrond – terwijl Erik éigenlijk in Slovakije werkt. Maar er zijn momenten dat je je als expatvrouw wel eens nutteloos voelt. Of het koud zweet je uitbreekt bij de gedachte dat je bij een eventuele terugkeer naar het thuisland misschien nooit meer aan een deftige job raakt. Tennissen, shoppen en koffie drinken – want dat is nu eenmaal de reputatie van de expatvrouw – is fijn voor zes maanden, maar ik werd er zeker niet vrolijker van! Integendeel. Daarvoor ben ik veel te actief en te ondernemend. Dus zorg ik er altijd voor dat ik – naast het huishouden, want laat ons eerlijk zijn; er is geen verschil tussen een huisvrouw en een expatvrouw – altijd ergens aan de slag kan.”
Hoe bevalt het de kinderen om in het buitenland te wonen? Of hebben ze West-Vlaanderen nooit echt beseft?
“Voor alle duidelijkheid: ik ben West-Vlaamse, maar we woonden in Keerbergen toen we België verlieten. Sterre, de oudste dochter, was één toen we vertrokken naar de USA en Esmée, de tweede dochter, is geboren in Amerika en heeft bijgevolg een dubbele nationaliteit. Wel handig natuurlijk. De kinderen zijn hier gelukkig, maar af en toe wordt er wel eens gespeculeerd over wat de toekomst ons zal brengen. En dan polsen wij naar waar zij graag zouden willen wonen. Esmée antwoordt altijd ‘Amerika’ omdat ze daar geboren is, maar herinneren doet ze zich niets meer. Ze was amper een jaar toen we naar Wenen kwamen.”
“Sterre is 11 en heeft net haar eerste jaar humaniora achter de rug. Hier heb je vier jaar lagere school en achtjaar humaniora. Acht jaar lang dezelfde kinderen in de klas dus, en dezelfde klastitularis. Dit eerste jaar ‘gymnasium’ is haar zo goed meegevallen dat ze momenteel niet staat te springen om ergens anders naartoe te trekken. Dan zegt ze telkens: “Het maakt me niet uit waar we gaan wonen, als ik maar mijn school en mijn vrienden kan oppakken en meenemen…” Mijn man en ik beseffen maar al te goed dat – eens de kinderen in de puberteit zijn – het steeds moeilijker zal worden om ze te blijven ‘meezeulen’.
Denken jullie al wel eens na over een definitieve terugkeer naar ons land?
“Wij denken daar zeker wel eens aan en praten er ook regelmatig over met elkaar en met de kindjes. Ik geloof dat het trouwens heel belangrijk is om af en toe eens stil te staan bij wat je wilt, waar je nu staat, hoe en waar je jezelf en je gezin ziet binnen x-aantal jaar. Dat geldt voor iedereen, maar als expat moet je je nog die extra vraag stellen: ‘Willen we terug naar eigen land?’ Heel eerlijk? Voorlopig niet. Vraag me niet waarom, het is een gevoel. Men zegt wel eens ‘eens een expat, altijd een expat’. En ook al is dit pas onze tweede bestemming, ik begrijp intussen wat men bedoelt. Het heeft iets verslavends. Je blijft telkens nieuwsgierig naar iets nieuws, iets anders. En de stap is gemakkelijker gezet van de ene buitenlandse bestemming naar de andere dan de stap om België voor het eerst te verlaten. Begrijp me niet verkeerd: België is en blijft een fantastisch land om te wonen, maar de kriebel voor het ontdekken van een voor ons nog onbekende cultuur, is toch wel sterk aanwezig.”
Er mag voor jullie dus gerust nog een avontuur in een ander buitenland aankomen.
“Dat hopen we wel, maar daar is nog totaal niets over bekend. Bekaert zit zowat overal ter wereld, maar dat betekent niet noodzakelijk dat men in elke ‘plant’ een Belg nodig heeft met de capaciteiten van mijn echtgenoot. Normaal blijven we hier nog tot de zomer van 2016. Vier tot zes maanden op voorhand, januari of februari, komen we erachter wat er gaat gebeuren. Spannend dus, maar wij staan zeker voor veel open.”
Zoeken jullie wel eens andere Belgen of West-Vlamingen op in de regio?
“Hier ken ik geen enkele andere West-Vlaming. In Atlanta was dat anders, maar daar hebben dan ook heel veel West-Vlaamse bedrijven een vestiging. Belgen bewust opzoeken doen we hier niet meer. Dat was in de States een heel ander verhaal. Daar zette ik de eerste maanden werkelijk mijn klauwen in elke Belg die ik tegenkwam (lacht). Maar dat doe je maar één keer. Het is niet omdat mensen dezelfde nationaliteit hebben en op dezelfde buitenlandse bestemming wonen, dat je zonodig dingen samen moet doen, vind ik. Dan kan je beter thuisblijven (lacht).”
Als je onze lezers één niet voor de hand liggende toeristische tip zou mogen geven in jullie regio, wat zou die dan zijn?
“Dan denk ik spontaan aan ‘Am Himmel’, letterlijk vertaald ‘in de hemel’. Deze plek wordt vaak niet vermeld in de stadsgidsen en loont nochtans de moeite. Toeristen komen er niet veel omdat het iets minder bereikbaar is, maar het is best wel doenbaar. ‘Am Himmel’ is een hogergelegen open plek in het 19de district, waar je vanop het Oktogon-terras niet enkel een fenomenaal uitzicht hebt over Wenen, maar waar je je bovendien ‘op de buiten’ waant, niettegenstaande je nog steeds in de stad zit.”
Iets verderop vind je Keltische boomhoroscopen of ‘Lebensbaumkreis’. Daar kan je op zoek naar je eigen boom die jouw leven symboliseert en je iets meer vertelt over jouw persoonlijkheid. Op 10 minuten daarvandaan brengt een bus je naar de top van de Kahlenberg, waar je een nog adembenemender zicht hebt over de Walsende stad, zoals ze al eens wordt genoemd. Vervolgens wandel je rustig de berg af tussen de wijnvelden. In de zomer kom je hier en daar langs een geïmproviseerd café in een schuur. Neem een ligzetel met uitzicht op de wijnranken, permitteer jezelf een plank ‘Schinken und bergkäse’, vergezeld van een glas Grüner Veltliner en je dag kan niet meer stuk. Een absolute aanrader!”
(FJA – Foto’s Veerle Vanhuyse)
Reis rond de wereld - 2015
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier