Guido Steeman in Brazilië: “Op straat kijk je altijd of je niet gevolgd wordt”

Redactie KW

KW.be maakt de komende maanden een reis rond de wereld langs 80 West-Vlamingen. Vandaag zijn we te gast bij Guido Steeman in Brazilië.

Na enkele jaren als vrijwilliger in Salvador vond Guido Steeman (64) uit Brugge er de liefde. Samen met Maria do Carmo Liberato da Silva Seydel besliste hij om in Salvador te blijven. Hij zet zich in voor kansloze jongeren. De corruptie rond het wereldkampioenschap voetbal onthutst hem nog altijd.

Hoe ben je in Brazilië beland?

“In 2000 vroeg mijn vader om hem eens te vergezellen naar het land. Niet om te zonnen, maar om de Brugse priester Michel Ramon te helpen in de sloppenwijken van Salvador. De organisatie Acopamec vangt dagelijks 2.000 kinderen, jongeren en hun families op. Voor mij betekende het ‘thuiskomen’. Moeilijk onder woorden te brengen… Ik ging 8 jaar naar Brazilië voor drie weken, tot ik er mijn huidige echtgenote Maria leerde kennen. Toen lag de weg open. In 2009 vertrok ik met mijn toekomstige vrouw, die toen in België op vakantie was, naar Brazilië. Nu geef ik een kookcursus als vrijwilliger. Mijn opleiding aan de hotelschool Ter Duinen komt goed van pas. Eind dit jaar leer ik de geïnteresseerden de Belgische keuken: vol-au-vent, stoofvlees, hutsepot…”

Guido Steeman in Brazilië:

Waren er dingen waaraan je moest wennen?

“Vooral op vlak van veiligheid moet je je aanpassen. Je loopt best niet over straat met ringen, kettingen en een uurwerk in het zicht van iedereen. Op de bus kijk je voortdurend uit naar mogelijke overvallers, op straat of je niet gevolgd wordt en bij het uitwisselen van geld blijft er altijd iemand op de uitkijk staan. Na 22 uur stopt niemand aan de rode lichten, uit angst om overvallen te worden. De deuren en vensters van ons huis zijn afgesloten met traliewerk en om onze voordeur te openen moet je eerst drie molsloten openen. Je leert er mee leven. Het gekke is dat ik nog maar één keer werd beroofd… In Brussel!”

Welke verschillen zijn er met België?

“Stiptheid kent men hier niet. Voor een feestje waren we uitgenodigd om 20 uur. Maria en ik kwamen een halfuur te laat aan – dacht ik. De meeste genodigden arriveerden pas rond 21 uur. Verder zijn Brazilianen veel bezig met hun uiterlijk. De mannen pochen met hun lichaam en de vrouwen staan urenlang voor de spiegel om zich op te maken. Eén keer moest ik een foto nemen van een mevrouw. Ik moest even wachten, ze zou haar haar goed leggen. Na een uur wachten bleek dat ze snel naar de kapper was gerend!”

“Men leeft hier van het ene feest naar het andere. Na Nieuwjaar beginnen de voorbereidingen voor carnaval, daarna komt Pasen, dan de junifeesten waarbij men Sint-Antonius, Sint-Jan en Sint-Pieter vereert.”

Guido Steeman in Brazilië:

Wat mis je uit België?

“‘Opa en oma Brasil’, zoals ze ons intussen noemen, komen één keer per jaar terug naar huis, om verbaasd te zien hoe groot de kleinkinderen Arthur en Miel zijn geworden. Ik mis voorts ook het kruisje dat mijn vader op mijn voorhoofd gaf. En natuurlijk verlang ik naar de typisch Belgische gerechten: hoofdvlees, varkensgehakt, een bloedworst van ‘t Zwin uit Damme, maatjesharing en paté.”

Heb je nog veel contact met het thuisfront?

“Via de post niet, dat gaat hier zo traag! Een aangetekende zending kan gemakkelijk drie weken in het sorteercentrum van Salvador blijven liggen. Vorig jaar zond iemand een T-shirt en petje van de Rode Duivels naar hier, het is dit jaar in maart toegekomen… Dankzij mail, Facebook en Skype kan ik nu bijna dagelijks mijn familie en vrienden horen. Drie oudere tantes die geen computer hebben bel ik af en toe eens op. Vooral mijn vader had het moeilijk met mijn vertrek, maar hij begrijpt het. In 2012 was hij hier voor het laatst op bezoek en zag hij dat we het goed hebben.”

Aan het meer, met de kinderen van Maria: Klaus, Hanelore, Elizabeth, en de hond Dunga.
Aan het meer, met de kinderen van Maria: Klaus, Hanelore, Elizabeth, en de hond Dunga.© GF

Hoe zou je Brazilië beschrijven aan iemand die er nog nooit is geweest?

“Het is een land met grote contrasten, vooral tussen de luxueuze woonwijken en de periferie, en tussen de steden en het binnenland. Ik woon in een beschermde woonwijk. Helaas telt het land meer wijken waar armoede heerst. Door mijn vrijwilligerswerk kom ik bijna dagelijks in contact met die schrijnende contrasten. De regering vult haar eigen zakken, mensen liggen dagen op de spoedafdeling zonder een dokter te zien, onderwijzers staken door onderbetaling en politici maken dure reisjes naar Parijs… Drugsbendes zijn vaak de baas in grote steden en dan heb je schietpartijen als gevolg, tussen bendes of met de militaire politie.”

Hoe veranderde het land in aanloop naar het WK voetbal?

“Van de infrastructuur, havens, luchthavens en wegen die de regering toen beloofd had, is nu amper 30 procent gerealiseerd. De Braziliaan werd zich bewust dat de regering haar beloftes niet zou waarmaken. Toen de prijs van de bussen in Saõ Paulo omhoog ging, betoogde de bevolking. De regering investeerde immers in uitgaven voor de wereldbeker, zonder te investeren in onderwijs en gezondheidszorg. Het volk van Brazilië werd wakker. Nu legt de federale politie corruptieschandalen bloot van politici en ondernemers die alle poen voor zich hielden.”

Samen klinkend met zijn vader André, die hem in 2012 voor het laatst opzocht.
Samen klinkend met zijn vader André, die hem in 2012 voor het laatst opzocht.© GF

Ontmoet je vaak andere West-Vlamingen in Brazilië ?

“In Acopamec werk ik samen met priester Michel Ramon, die hier al 30 jaar woont en werkt. Af en toe ontmoet ik priester Jan Vanden Hoven, die schitterend werk levert met daklozen. Zuster Agnes van de Zwartzusters woont hier niet veraf, maar we zien elkaar maar een tot twee keer per jaar. Ik heb ook een heel goed contact met de ereconsul Stephane Perée en de Belgische ambassadeur Jozef Smets en nog enkele andere Belgen.”

Wat moet iemand zeker bezoeken als hij naar Brazilië komt in jouw buurt?

“Iemand die Salvador wil bezoeken, moet drie dingen meepikken. Het historisch centrum mag je niet voorbijlopen, want daar begint de geschiedenis van Brazilië. Het zandstrand van Itacimirim is een tweede aanrader. Ten slotte moet je genieten van de natuur in het natuurreservaat van Sapiranga. Of de vallei van de São Francisco, voor wijnliefhebbers zoals ik.”

(Sofie Pauwels – Foto’s Guido Steeman)