Frank Neyts beleefde de uitbouw van de Zeebrugse haven op de eerste rij
Zesentwintig jaar lang was Frank Neyts maritiem journalist voor het ‘Brugsch Handelsblad’. Toen hij begin jaren 90 merkte dat er in het ‘Brugsch Handelsblad’ een leemte was inzake maritiem nieuws, nam hij zelf initiatief om artikels over de haven en de visserij te schrijven. “Ik heb heel de ontwikkeling van de Zeebrugse haven vanaf de eerste rij kunnen meebeleven”, vertelt de jongste telg uit een kroostrijke Heistse vissersfamilie.
“De naam van mijn moeder is Marguerite Rappé. Alle Rappés in Heist waren vissers”, vertelt Frank Neyts (67). Zijn vader Edgard Neyts, ambtenaar bij de financiële dienst op het gemeentehuis van Heist verzorgde in bijberoep de boekhouding van diverse rederijen en was 37 jaar voorzitter van de Visserij Coöperatieve in Zeebrugge.
Zeven kinderen
“Zo zie je maar dat mijn familie nauw verbonden is met het vissersmilieu”, vervolgt Frank Neyts, die samen met zijn tweelingbroer Dirk de jongste is in een kroostrijk gezin met zeven kinderen. “Van kinds af hadden mijn tweelingbroer en ik grote interesse voor de zee en de schepen. Met onze fiets trokken we naar de kaaien, telkens als er een vissersboot van de familie Rappé binnenvoer. Mijn broer Marc is peter van de Z533 Virtus: de kreeftenpitter van Josephe Rappé, die langoustines ging vissen in een geul midden in de Noordzee. Het wrak staat nu te pronken op de kade langs de jachthaven in Zeebrugge.”
“Wekt het verwondering dat zowel Dirk als ik de maritieme richting van de afdeling toegepaste economische wetenschappen aan de Ufsia in Antwerpen volgde en werk zocht in de haven?”, vervolgt Frank Neyts, die nog vier manama’s, waaronder zeerecht en havenuitbating, volbracht. Hij werkte in het expeditiebedrijf Zeemar, bij de rederij Flamar, de Franse rederij CMA CGM, waar hij vijftien jaar lang kantoorhoofd voor Zeebrugge was, en bij ICO.
“In mijn carrière als waterklerk heb ik meer dan 5.000 schepen ‘afgehandeld’, slechts één keer met een vrouwelijke kapitein aan boord, dan nog een Vlaamse! Evelyne Rogge was kapitein van de gastanker Engie Zeebrugge. Zij was streng maar correct, heel aangenaam om mee samen te werken.”
“Toen ik begin de jaren 90 merkte dat er in het Brugsch Handelsblad een leemte was inzake maritiem nieuws, terwijl de Zeebrugse haven zo belangrijk was voor de economie en de werkgelegenheid in de regio, heb ik zelf initiatief genomen en aan uitgever Jean Herreboudt gevraagd of ik artikels over de haven en de visserij mocht schrijven. Maak een proefartikel, luidde het antwoord. Met als titel Waar hangt de klepel van de aardgasbel? heb ik als allereerste bijdrage een paginagrote reportage gemaakt over de aanleg van de ondergrondse zeepijp van Noorwegen tot Zeebrugge.”
Inside-informatie
“Het artikel zorgde voor heel wat reacties, mijn journalistieke carrière was gelanceerd. Zesentwintig jaar lang heb ik wekelijks een pagina met havennieuws gebracht. Vanaf de eerste rij was ik getuige van de uitbouw van Zeebrugge als internationale transporthaven. In mijn jeugdjaren had Zeebrugge enkel een mole (de westelijke strekdam), langzamerhand is de haven uitgegroeid tot een container- en ro/rohaven. Doordat ik in de haven werkte, beschikte ik over heel wat inside-information die mij goed van pas kwam als journalist voor het Brugsch Handelsblad. Mijn werkgevers wisten wel dat wat off the record verteld werd, niet gepubliceerd zou worden. Ik was te vertrouwen.”
“In 1991 typte ik al mijn artikels nog op een vooroorlogse schrijfmachine, die ik nadien aan een museum geschonken heb. Ik faxte mijn artikels naar de redactie. Het leuke aan maritiem correspondent is dat ik vele persreizen meegemaakt heb. Met het havenbestuur trok ik meer dan dertig keer naar het buitenland. Op Zweden en Rusland na heb ik alle Europese landen bezocht.”
“P&O Ferries nodigde ook af en toe journalisten uit voor reportages. Zo hebben we onder meer in het Britse Hull een pub bezocht waar het zogezegd spookte. Journalist Walter Baes van Het Nieuwsblad lachte met de uitbater van de pub, toen die vertelde dat de spoken altijd iets ontvreemdden van de gasten. Tot hilariteit van de andere journalisten stelde Walter Baes tijdens de terugweg op de ferry vast dat zijn pet in mysterieuze omstandigheden verdwenen was…”
Geen bestek
“De start van de passagierslijn Zeebrugge-Felixtowe werd in stijl gevierd. De rederij had een traiteur ingehuurd die een luxueus wandelbuffet voor de vipgasten bereid had. Alleen had de traiteur vergeten om bestek te leveren. De rederij weigerde, vanuit haar typische upper class Engelse mentaliteit, om zelf messen en vorken aan te bieden. Het resultaat was dat de gouverneur van West-Vlaanderen en het havenbestuur al die dure spijzen met hun vingers moesten oppeuzelen.”
“Geregeld slaagde ik erin om voor een primeur te zorgen. Het gevolg was dat ook bedrijven in de Antwerpse haven een abonnement op het Brugsch Handelsblad namen. Zo kwam ik te weten dat de bemanning van een Brits oorlogsschip, dat langs de Zweedse Kaai aangemeerd lag, het erg bont maakte. Aan boord wordt er geen druppel alcohol gedronken, maar eens de bemanning voet aan wal zet wordt er gezopen. Die zatte Engelse matrozen vernielden tal van gloednieuwe BMW’s langs de kade. Ze klommen op de daken van die wagens. Hoewel dit nieuws door vier onafhankelijke bronnen bevestigd werd, eiste de Engelse ambassade een recht van antwoord. Want her Majesty’s servants gingen zich nooit te buiten aan zo’n liederlijk gedrag.”
https://kw.be/dossier/115-jaar-brugsch-handelsblad/
115 jaar Brugsch Handelsblad
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier