Bruggeling Roger Demarest was dolgelukkig, tussen de mensen

Roger Demarest bracht decennialang het verenigingsleven in beeld. (foto TB) © Tom Brinckman
Stefan Vankerkhoven

Van 1970 tot 2003 was Roger Demarest ‘vliegende reporter’ voor het Brugsch Handelsblad: ‘de kattenkop’ bracht het lokale verenigingsleven decennia lang in beeld. Zoon Jos Demarest getuigt over de gedrevenheid van zijn vader om nieuws te vergaren.

“Mijn vader was zelden thuis, altijd was hij op stap met zijn ‘kodak’, en toch aanzie ik hem niet als een ‘afwezige vader’”, vertelt gewezen Brugs personeelsschepen Jos Demarest, de derde van de vier kinderen van Roza Parmentier en Roger Demarest.

“Het vroegere waskot in ons huis in de Diksmuidse Heirweg in Sint-Andries was de donkere kamer, de filmrolletjes hingen in de living te drogen. Gelukkig was mama zeer geduldig, ze had begrip voor het leuke maar drukke leven dat papa leidde. Met een bloemetje of een etentje maakte hij zijn vele afwezigheden goed.”

Tijd voor een praatje

“Gewapend met een camera trok hij naar alle kampioenenvieringen, spaarkassen en jubilea. Hij heeft het hele Brugse verenigingsleven in beeld gebracht. Als een kaartavond of verkiezing wat langer duurde, maalde Roger daar niet om: hij was graag onder de mensen en werd getrakteerd op een dreupeltje. Hij deed twaalf vieringen op een avond, overal stond er voor hem een glaasje klaar. Je kon achteraf aan de gezichten van de gefotografeerde mensen zien welke foto’s er later op de avond werden genomen… Toen konden lokale journalisten en fotografen nog de tijd nemen voor een praatje. Mijn vader genoot daarvan. Nu moet alles o zo snel gaan, ik weet niet of papa dat nog zo leuk zou gevonden hebben.”

“Hij was uit Torhout afkomstig, waar hij aan het plaatselijk college en aan de Normaalschool les volgde. Hij heeft in 1946 nog mee toneelkring Sint-Rembert opgericht. Pas na zijn huwelijk met Roza verhuisde hij naar Sint-Andries. Van 1950 tot 1985 was hij onderwijzer in het tweede en het vijfde leerjaar van het Sint-Lodewijkscollege. Aanvankelijk in de Zilverstraat in Brugge. Enkele jaren voor zijn pensioen heeft hij nog de verhuis naar de Magdalenastraat mee beleefd.”

“Zijn bijnaam ‘de kattenkop’ kreeg hij als onderwijzer omwille van zijn aparte, terugwijkende haarbos. Hoewel hij heel graag les gaf en fel gewaardeerd werd door zijn leerlingen, wou hij zo snel mogelijk met pensioen gaan, om zich voltijds met de journalistiek te kunnen bezighouden. Ik heb zelf nog in zijn klas gezeten. Af en toe gaf hij de leerlingen de opdracht om een opstel te schrijven, zodat hij zelf in de klas een artikel kon afwerken.”

“Mijn vader is via Pierre Reynaert, redacteur bij Het Volk, in de journalistiek beland. Die had hij via het Sint-Andriese verenigingsleven leren kennen. Toen hij begin de jaren 60 plaatselijk correspondent werd, had hij niet eens een schrijfmachine, hij kon niet typen! Hij maakte korte berichtjes over die gemeente en verslagen van de gemeenteraad, ook voor Het Burgerwelzijn. Die zittingen duurden langer dan in Brugge…. want hij ging achteraf met de raadsleden op café. Om urenlang te discuteren over de lokale politiek, ook al was dat journalistiek niet echt koosjer.”

Bloed op het blad

“In de loop der jaren breidde zijn actieterrein zich uit tot meerdere gemeenten: Sint-Michiels, Snellegem, Varsenare, Zerkegem, Jabbeke, Assebroek en Sint-Kruis. Hij schreef ook over sport en trok naar vele sportevenementen om overal de uitslagen af te halen. Hij werd Belga-correspondent bij Club Brugge en maakte verslagen van bokswedstrijden. Hij mocht die vanop de eerste rij volgen. Ooit zat zijn schrijfblad onder het bloed, nadat een bokser zijn opponent knock-out had geslagen en het bloed tot op het tafeltje van de pers was gespat.”

“Vanaf 1970 werd hij fotograaf en journalistiek medewerker voor het Brugsch Handelsblad. Jarenlang heeft hij de pas getrouwde koppeltjes gefotografeerd. Bij de jubilea fungeerde de burgemeester af en toe als chauffeur: hij kwam mijn vader ophalen en was zo zeker dat hij mee op de foto kon met de jubilarissen.”

Nog die extra foto

“Papa was zeer populair in Brugge, bijna iedereen kende de kattenkop. Hij was op school lid van de Vriendenkring De Werkende Bie, en was jaren voorzitter van het Feestcomité van Sint-Andries én van het Sportcomité, dat jaarlijks een wielerwedstrijd voor beroepsrenners organiseerde. De toneelmicrobe liet hem evenmin los, want hij stond mee aan de wieg van toneelkring De Valk in Sint-Andries. Daarnaast was hij een tijdlang voorzitter van Vakantiegenoegens.”

“Hij had het nodig om onder de mensen te zijn, en voelde zich dolgelukkig als vliegende reporter. Zelfs toen ik schepen was, hoorde ik de mensen vaak zeggen: ah, u bent de zoon van Roger…. Dat sociaal engagement zit in onze genen, want mijn opa Theofiel was dertig jaar lang lid van de Commissie van de Openbare Onderstand in Torhout. Opa gaf ons een wijze raad: ga nooit in de politiek. ’t Waren woorden in de wind, we hebben niet geluisterd. Samen met Hilaire De fauw stichtte hij een ACW-afdeling op Sint-Andries…”

“Pas in 2003 zette hij op 78-jarige leeftijd om gezondheidsredenen een punt achter zijn journalistieke carrière. Papa was een gedreven nieuwsjager. Hij kon zelfs boos zijn als iemand anders sneller nieuws bracht. Potverdorie, waarom hebben ze mij dat niet eerder gemeld, want dan had ik nog een extra foto kunnen nemen, was dan zijn commentaar.”

https://kw.be/dossier/115-jaar-brugsch-handelsblad/