“Een drama”: subsidies voedselhubs worden stopgezet

Ook Voedselbank De Vaart in Kortrijk ziet het aantal gebruikers sterk stijgen. © Kurt Desplenter Kurt Desplenter
Bert Vanden Berghe

Vanaf volgend jaar wordt de subsidie voor de voedselhubs, die voedsel leveren aan onder meer de voedselbanken, stopgezet. Nochtans doen steeds meer mensen een beroep op de voedselbank. Zeker in onze provincie. “Een schande”, foetert parlementslid Maxim Veys (Vooruit).

Voedselhubs zijn sociale distributieplatformen die voedseloverschotten van lokale supermarkten of bedrijven inzamelen en herverdelen. Zo wordt er niet alleen verspilling tegengegaan, maar het is ook een belangrijk onderdeel in de armoedebestrijding.

De Vlaamse Regering subsidieert twaalf dergelijke sociale distributieplatformen. Vier daarvan bevinden zich in West-Vlaanderen. Het gaat om de Sociale Kruidenier in Oostende, Foodact Kortrijk, Foodsavers Westhoek en Foodsavers Brugge.

Het aantal kilo voedsel dat gered wordt van de vuilbak stijgt elk jaar. In Oostende begon dat met 63 ton. Drie jaar later werd de kaap van 100 ton al gehaald. In Kortrijk is de stijging nog spectaculairder, van net geen 100 ton in 2017 tot 410 in 2021. Ook in de Westhoek en Brugge die werden opgestart in 2020 is er een gevoelige stijging.

Geen overbodige luxe zo blijkt. Want uit cijfers die Vlaams Parlementslid Maxim Veys (Vooruit) uit Kortrijk opvroeg, blijkt dat het aantal mensen dat aanklopt bij de voedselbank de voorbije vijf jaar met een derde gestegen is. De grootste stijging daarvan is bij ons. Maar liefst 20.260 West-Vlamingen deden vorig jaar een beroep op de voedselbank. “Dat minister Dalle nu beslist om de stekker uit die subsidies te trekken, is een drama voor al die mensen die rekenen op deze voedselhulp. Een minister van Armoede onwaardig”, klinkt het bij Veys. De socialisten pleiten dan ook voor een structurele oplossing.

Tijdelijke subsidie

“Bij de start is zeer duidelijk gesteld dat het ging om een tijdelijke subsidie”, klinkt het bij Benjamin Dalle (CD&V), Vlaams miniser van Armoedebestrijding. “Voedselhulp behoort tot de noodhulp. Het zijn de lokale OCMW’s die mensen toegang geven tot die noodhulp. Het is de bevoegde minister Karine Lalieux die hiervoor middelen geeft. Vandaar dus dat er ook gekeken wordt naar de lokale besturen voor hun bijdrage. Of er al dan niet een verlenging van de subsidie komt, hangt af van evaluatie en rapportering. Dat is een zaak voor de volgende Vlaamse regering. De timing is dan ook bewust gekozen, zodat er voldoende tijd is voor die evaluatie en beoordeling.” In totaal gaat het om een bedrag van 2,4 miljoen euro.