De nieuwe maat van José: Renaat Schotte is klaar voor de Tour de France

Sporza-journalist Renaat Schotte aan het werk tijdens de Tour de France. Deze keer doet hij het vanuit een commentaarcabine vanuit Brussel. © BELGA
Bert Vanden Berghe

De Tourkaravaan trekt zich weer op gang. Voor één West-Vlaming wordt dit alvast een heel bijzondere Ronde van Frankrijk. Bruggeling Renaat Schotte kruipt met José De Cauwer achter de micro en vervangt Michel Wuyts als hoofdcommentator. “Ik blijf het beste van twee werelden behouden.”

Hoewel er gestart wordt in het Deense Kopenhagen, is Frankrijk de volgende drie weken opnieuw de plaats van afspraak voor elke wielerfanaat. Na twee lastige jaren krijgen we opnieuw een volwaardige Ronde van Frankrijk, de 109de al. In de commentaarcabine wordt die verslagen door Renaat Schotte en José De Cauwer, die na Karl Vannieuwkerke tijdens het voorjaar dus weer een West-Vlaming naast zich krijgt.

Bruggeling Renaat Schotte zit trouwens al een tijdje in wielermodus. “Gevoelsmatig is de sportzomer al bezig sinds de Giro. Het was fantastisch weer dit jaar, we hebben amper een uur of twee regen gezien.”

Geen speld tussen

Renaat heeft zijn voorliefde voor de Giro nooit onder stoelen of banken gestoken. “De vraag wordt vaak gesteld, of ik kan kiezen tussen de Tour en de Giro. Maar waarom moet ik kiezen? (grijnst) Het is een beetje als appelen met peren vergelijken. De Tour is een circus dat de sport overstijgt, de Giro is een koers die veel puurder is. Daar komt ook een stuk circus bij kijken, maar het is niet belangrijker dan de koers. De Tour is bij momenten groter dan de wedstrijd en de coureurs zelf. Dat is niet altijd gezond. Je kan daar een filosofisch boompje over opzetten, maar er valt geen speld tussen te krijgen dat de Tour de belangrijkste koers op de kalender is. Als wielerverslaggever blijft de Tour het sportieve hoogtepunt, hoe groot de liefde voor de Giro ook is.”

“De Tour is een circus dat het wielrennen én de renners overstijgt”

De afgelopen edities was Renaat vooral te horen als motorverslaggever. Deze keer stapt hij dus het befaamde commentaarhokje in. “Maar ik blijf het beste van twee werelden behouden: in het voorjaar zit ik (bij de wielerklassiekers, red.) op de motor, en het is niet de bedoeling dat het motorverhaal op korte termijn afgebouwd wordt. Ik heb in het verleden al een paar korte invalbeurten gekend – de langste was een dag of tien in 2010 – maar nu stap ik er helemaal anders in. Die invalbeurten waren last minute, nu was er meer tijd voor een grondige voorbereiding. Maar het is dus niet dat ik het gevoel heb dat ik voor een soort omwenteling in mijn loopbaan sta.”

Vanuit Brussel

“Of het moeilijker werken is? (blaast)Het is anders. Op de motor zit je in een groter keurslijf. Zeker tegenwoordig want je rijdt niet zomaar waar je wil. Maar in een cabine zeg je wél wat je wil. Het is gewoon een andere manier van de koers te beleven: in de cabine start je de dag met kranten te lezen, informatie verzamelen en je documentatie bij te werken. Dat is iets helemaal anders dan echt fysiek in het heetst van de strijd zitten. Het is vooral fijn dat ik beide kan blijven combineren.”

Opvallend: Renaat brengt drie weken lang verslag uit vanuit… Brussel. De plaatsjes in Frankrijk worden letterlijk en figuurlijk duur verkocht. “Wat eigenlijk wat contradictorisch is, want als organisatie wil je dat het product optimaal verkoopt. Maar de meeste Europese stations gaan niet ter plaatse. Zonde, want je beleeft het emotioneel anders en dan breng je het ook anders. Al is ter plaatse werken wel slopend, dus in die zin is het een voordeel dat je niet zo moet tjoolen. Op een rustdag kan ik al eens richting Blankenberge trekken.”

Droomtour

De ogen van de kijkers én die van Renaat zijn straks gericht op Wout van Aert. “Als hij doet wat iedereen, incluis hijzelf, hoopt… dan slaagt hij erin om die groene trui binnen te halen. Een tricolore triomftocht dus. Zeker als hij zijn vormpeil van de Dauphiné kan houden. Enkel het feit dat er eindelijk weer een Belg een reële kans maakt op een groene trui, zorgt al voor een droomtour. Dat is al zo lang geleden, van Tom Boonen in 2007, en daarvoor zelfs Eddy Planckaert in 1988. Het is een beetje een revival van de seventies, toen Belgen à la Merckx en Maertens meereden voor alles. Al moet de koers uiteraard nog gereden worden.”

Qua eindwinst verwacht Renaat weinig verrassingen op het podium. “We mogen uitgaan van een duel tussen Tadej Pogacar en Primoz Roglic. Een schaduwfavoriet? Tja, dan zullen ze alle twee moeten uitvallen. En dan kijk ik misschien naar het team van Ineos Grenadiers en hoe goed Geraint Thomas zal zijn. Maar ik denk dat de titelstrijd spannender zal zijn dan wat we er op dit moment van verwachten. Enfin, dat hoop ik in elk geval.” (lacht)

30 jaar actief

Veel tijd voor vakantie zit er niet in deze zomer. “Tussen de Tour en het EK Baanwielrennen heb ik twee weken tijd. Daarna is het meteen de Vuelta, dan het WK in Australië, daarna vrij snel het WK Baanwielrennen in Parijs en dan beginnen de crossen al. Het stopt nooit. (lacht) Die twee weken zijn wel noodzakelijk om de batterijen wat op te laden. In de Giro heb je ook wel integrale uitzendingen, maar nu zijn het er een pak meer. En het is een kwestie dat je blijft verrassen als commentator en niet tegen het einde uit je nek zit te kletsen.”

Stress heeft Renaat geenszins. Volgend jaar is hij namelijk al dertig jaar actief als journalist, waarvan 25 jaar bij de VRT. Hij is trouwens al toe aan zijn 50ste grote ronde. “Ik reken daarbij alleen maar Tours, Giro’s en Vuelta’s waar ik ter plekke ga”, grijnst Renaat. “Maar ik had er nog niet bij stilgestaan dat ik straks al drie decennia bezig ben. Nu je het zegt. De tijd is zo snel voorbijgevlogen, dat ik het amper kan vatten. Ik ben daar niet mee bezig, totaal niet zelfs. Mijn jaar is zo gevuld met sport, dat er niet veel tijd over is om daarover na te denken.”