Alexandro Yaramis uit Ieper over zijn passie voor journalistiek: “Binnenkort nog meer documentaires maken”

Alexandro Yaramis. (foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Voor Vranckx en De Nomaden maakte Ieperling Alexandro Yaramis (23) de documentaire ‘Atra’ over de zoektocht naar zijn Assyrische roots die uiteindelijk eindigde in het dorp Geznakh op de grens tussen Turkije en Irak. Hij leerde veel over zichzelf en zag een link tussen zijn volk en zijn geboortestad Ieper.

Alexandro Yaramis is nog maar 23, maar mocht al aan enkele mooie journalistieke projecten meewerken. “Tijdens mijn studie journalistiek had ik al mijn eerste project in het buitenland, in Israël en Palestina via het collectief The Caravan’s Journal. Dat werd onder andere geleid door Kasper Goethals, één van de beste journalisten van België”, vertelt Alexandro. “Hij was mijn mentor in mijn eerste stappen in de journalistiek. Ik ben nog altijd hen het meest dankbaar omdat zij mij gestuurd hebben. Op momenten waren ze hard, maar dat heeft mij wel uit mijn comfortzone gehaald. Toen heb ik gezegd: ik wil hiermee verder doen.”

Van waar komt die interesse voor oorlog, conflict en internationale politiek?

“Het lijkt wel meant to be. Mijn roots in het Midden-Oosten, de geschiedenis van de Assyriërs en hoeveel ze geleden hebben ten tijde van de Eerste Wereldoorlog en dat ik geboren en getogen ben in Ieper, dat ook bekend is door WO I. Mijn ouders zijn gevlucht door het jarenlange conflict tussen de Turkse staat en de PKK. Dan terechtkomen in een stad die compleet verwoest was tijdens de Eerste Wereldoorlog, in zekere zin is het grappig dat dat allemaal samenkomt. Als je opgroeit in Ieper, dan voel je dat de oorlog overal zit, ook al wordt er niet over gesproken. Je hoort het ook overal, want als ik werk in de pizzeria dan hoor ik iedere dag de Last Post. Ik wil het ook niet ontwijken. Je moet de geschiedenis kennen om te begrijpen wat vandaag gebeurt.”

Heb je tijdens het maken van ‘Atra’ iets geleerd over jezelf?

“Ik heb onderschat welke impact het ging hebben op mezelf. Ik wilde al enkele jaren iets doen rond mijn roots, maar ik vond niet dat ik er al klaar voor was. Maar ik had Rudi Vranckx tegengekomen op een première, aangesproken, hij geloofde in het idee en dan kan je zo’n kans niet laten liggen. Met mijn vader heb ik het heel vaak over die reis gehad. Als 15-jarige is hij naar België gekomen en hij heeft nooit de kans gehad om terug te keren. Hij heeft wel veel verteld over zijn jeugd. Daardoor kon ik me wel iets inbeelden, maar het is pas wanneer je er echt bent dat je het besef hebt: mijn ouders komen van niets, maar met het minste waren ze blij. In het dorp van mijn vader ben ik niet langer dan drie dagen geweest. Ik had er geen voeling mee. De natuur is er wel prachtig. Maar de levensstijl, dat was toch iets te ver van mijn bed.”

Heeft de Menenpoort dan ook een speciale betekenis voor jou?

“Voor mij betekent de Menenpoort heel veel. Als ik soms dingen zie passeren, zoals de video van die man die plaste tegen de muur, dan maakte me dat wel kwaad. Dit is niet zomaar een gebouw. De Menenpoort staat voor mij symbool voor een verschrikkelijke tijd. Als je probeert de namen te lezen wordt het troebel omdat het er zo veel zijn, maar het zijn allemaal mensen van vlees en bloed die niet gevonden zijn. Dat maakt het nog unieker. In ‘Atra’ heb ik ook de link gelegd met de Eerste Wereldoorlog door te verwijzen naar de Armeense genocide. Een vergeten genocide die door Turkije niet erkend wordt. Maar ik heb geen haat voor Turkije, want ik ben ook deels opgegroeid met die taal en die cultuur. Ik supporter voor de nationale ploeg, kijk naar Turkse series en films en luister naar Turkse muziek. Politiek wringt het schoentje soms wel, maar ik heb dat met veel landen.”

Met wat ben je nu allemaal bezig?

“Ik ben net terug uit Israël en Palestina voor een documentaire die op tv te zien zal zijn, maar over de inhoud mag ik niets vertellen. Dat was ook voor Vranckx. Volgend jaar is zo goed als volgeboekt. Er komen zeker nieuwe documentaires, maar ik zal ook proberen stappen te zetten buiten de journalistieke wereld. Een beetje meer het regisseren, maar wel met dezelfde thema’s op de achtergrond. De laatste tijd doe ik wat vrijwilligerswerk, voor Sant’Egidio. Een van oorsprong christelijke gemeenschap die in veel landen problemen heeft opgelost door gewoon aan tafel te zitten. In ons land zijn ze vooral actief in Antwerpen. Dat is met kwetsbare mensen: kinderen uit arme buurten, oude mensen… Eind juni was ik nog in Calais met hen om de vluchtelingen te helpen. Dat raakt mij wel. Ik ben zelf kind van migranten en heb gezien hoe die mensen leven…. Mijn hart breekt als ik dat zie. Zeker na die verschrikkelijke ramp waar minstens 27 mensen om het leven kwamen tijdens de oversteek naar het VK.”

Heb je nog grote dromen?

“Prijzen winnen! Belfius Persprijs, of een Ensor voor een documentaire… Dat zijn dingen waarvan ik droom. Als ik heel ver kijk in de toekomst dan droom ik van werken voor The New York Times, of Oscars winnen en dergelijke. Alles wat ik nu op mijn weg tegenkom, daar ben ik heel dankbaar voor.”

(TG)

Alexandro Yaramis

Privé

Alexandro werd geboren op 28 april 1998 in Ieper. Hij is de zoon van Musa Yaramis en Süheyla Yaramis. Hij heeft nog twee broers: Antonio en Adriano. Hij woont in de Oude Houtmarktstraat.

Opleiding

Na de kleuter- en lagere school in de Sint-Jozefsschool en het middelbaar in de Heilige Familie studeerde Alexandro journalistiek in Gent. Die studies maakte hij echter niet af.

Loopbaan

Alexandro doet geregeld projecten als journalist. Hij was ook een tijdje vertegenwoordiger van het In Flanders Fields Museum voor een internationaal project. Soms werkt hij in het restaurant van zijn vader in de Menenstraat.