Admiraal Jean-Paul Robyns: “Niets kan tippen aan de Oostendse zee”

“Mijn papa heeft zijn opleiding gehad op de Mercator”, weet admiraal Jean-Paul Robyns.©Davy Coghe Davy Coghe
“Mijn papa heeft zijn opleiding gehad op de Mercator”, weet admiraal Jean-Paul Robyns.©Davy Coghe Davy Coghe
Gillian Lowyck

Hij heeft de hele wereld gezien als admiraal bij de marine, maar thuiskomen doet hij telkens weer in Oostende. Jean-Paul Robyns, voormalig admiraal van de marine, blikt terug: “Er is niets mooier dan ‘s nachts op de brug van een schip staan, in het midden van de oceaan. De sterrenhemel, de stilte… Het enige wat je hoort is het klotsen van het water tegen het schip. Dan besef je echt hoe klein en nietig je bent.”

Of de voormalig admiraal een band heeft met de Mercator? We durven het haast niet te vragen, want het ligt zo voor de hand, toch? En inderdaad: “Mijn papa heeft zijn opleiding gehad op de Mercator”, glimlacht Jean-Paul. “Dus op die manier heb ik wel een band met de Mercator, ja. Ik vind het toch bijzonder om te weten dat hij met dit schip heeft gevaren. En weet je, om te leren varen gaat er echt niets boven leren met een zeilschip.”

Hoe begon jij bij de marine?

“Mijn vader zat in de marine, dus ik heb het mee van kleins af aan. Zo komt het ook dat ik niet geboren ben in Oostende. Mijn vader was aan boord en toen mijn moeder moest bevallen, ging ze naar Menen, naar haar familie. Na een week was ik al terug in Oostende en ik ben hier de rest van mijn leven gebleven. Ook bij de marine gaan en in de voetsporen van mijn vader treden was eigenlijk geen evidente keuze. Van kleins af aan ging ik mee met mijn vader aan boord van de schepen en ik kende het dus wel, maar toch… Na mijn opleiding Grieks-Latijn in het Atheneum wilde ik naar de universiteit gaan. Maar doordat mijn vader op dat moment, in 1969, een ongeval had gehad, was er geen geld meer voor mij om naar de unief te trekken. Ik besloot om eerst mijn legerdienst te doen en daarna te studeren. Als matroos ging mijn eerste reis naar New York, de Bermuda’s, Martinique… En ik wist: dit is het leven voor mij ( lacht ). Ik heb het me nooit beklaagd. Wat ik ging studeren, wist ik eerlijk gezegd ook nog niet. Misschien zou ik wel dokter geworden zijn.”

Wat blijft je het meeste bij van je carrière?

“De Golfoorlog in 1991. Ik was toen commandant op de Iris en we hebben 107 mijnen laten ontploffen in de haven van Koeweit. Dat was een zéér gevaarlijke missie. Er waren veel drijvende mijnen en bovendien had Saddam Hoessein toen net al de olievelden in brand gestoken. Het was pikdonker, ook overdag. Uiteindelijk slaagden we in de missie en werd het een prachtige operatie. Ook de samenhorigheid, de korpsgeest aan bood… Fantastisch. Je weet ook: dit is het werk waarvoor wij opgeleid zijn. Ik geloof dat we die dag records van de NAVO hebben verbroken.”

Wat trok jou zo aan in een carrière op zee?

“Er is niets mooier dan ‘s nachts op de brug van een schip staan, in het midden van de oceaan. De sterrenhemel, de stilte… Het enige wat je hoort is het klotsen van het water tegen het schip. Dan besef je echt hoe klein en nietig je bent. Wat ik ook zo fantastisch vond, is de vriendschap aan boord. Oud en jong, rijk en arm… Je bent één hechte groep. Maar natuurlijk zijn er ook nadelen. Je bent heel veel weg van huis. In het begin was ik 270 dagen per jaar weg. Het heeft me mijn eerste huwelijk gekost, ik was niet thuis bij de geboorte van mijn oudste zoon… Maar aan de andere kant heb ik er wel mijn tweede huwelijk door gekregen, want mijn vrouw zat ook bij de marine.” ( lacht )

“Er is niets mooier dan ‘s nachts op een schip in het midden van de oceaan”

Uiteindelijk klom je op tot admiraal.

“Ik heb zowat alle functie uitgeoefend binnen de marine. Op het einde van mijn carrière was ik admiraal en vleugeladjudant van koning Albert, een functie die niet veel mensen kennen. Dat hield in dat ik de koning vertegenwoordigde op plechtigheden waar hij niet aanwezig kon zijn. Dat heb ik zo’n zeven, acht jaar gedaan.”

Je hebt de hele wereld gezien, maar blijft trouw aan je roots.

“Klopt. De Oostendse zee is de mooiste zee ter wereld. Veel mensen beseffen dat niet. De kleurschakeringen die Ensor en Spilliaert wisten vast te leggen, vind je nergens anders. Palmbomen? Dat hoeft niet. Mensen vinden de Middellandse Zee vaak de mooiste, met het blauwe, doorzichtige water. Maar die zee is heel vervuild, in tegenstelling tot onze Noordzee. Nee, er kan weinig tippen aan onze zee. Van zodra ik vandaag de kans krijg, ga ik nog altijd meteen op zee.”

Ondertussen ben je acht jaar met pensioen.

“Ik zit niet stil. Vorig jaar zat ik nog in 15 verenigingen en heb ik daar wat in geschrapt, om het rustiger aan te doen. Ik ben een heel sociaal persoon. Vrienden zijn ongelofelijk belangrijk voor mij. Zeker in de eerste, harde lockdown hebben we het daar echt moeilijk mee gehad. Het grootste nadeel was dat we ons kleinkind niet mochten zien. Dat was zwaar. Maar gelukkig zijn we gezond gebleven en kregen we ondertussen ook al onze eerste vaccinatie.”

Waar kan jij je boos om maken?

“Ik ben een echte optimist en epicurist, ik geniet met volle teugen van het leven. Boos is dus een groot woord, maar waar ik mij aan kan ergeren is wanneer iemand achter je rug kwaad spreekt. Nu, iedere mens heeft goeds in zich en ongetwijfeld ook iets slechts. Ik probeer om niet te snel te oordelen.”

Wat staat er nog op jouw bucketlist?

“Een paar grote reizen. Cambodja, Laos, Montana in de Verenigde Staten… En voor de rest? Ik ben een gelukkig man. Ik zeg altijd dat je drie dingen nodig hebt om gelukkig te zijn. Gezond zijn, liefde voelen en werk dat je graag doet. Met die drie heb je een goed leven. En vriendschap, goede vrienden zijn enorm belangrijk. En bij mij zit dat allemaal goed.”

Bio

Privé: Jean-Paul (69) is getrouwd met Michèle Porta. Ze wonen in Oostende. Hij heeft drie kinderen: Morgan, Yannick en Cathérine. Hij heeft een kleinzoon Louis (bijna 5).

Opleiding en loopbaan: Grieks-Latijn in het Atheneum Oostende. Daarna Zeevaartschool in Antwerpen verschillende militaire opleidingen. Hij klom op tot vleugeladjudant van de koning en stafchef van de marine, tot hij acht jaar geleden met pensioen ging.

Vrije tijd: literatuur, hedendaagse kunst, wandelen, afspreken met vrienden.