Raoul Hedebouw, de halve West-Vlaming aan het roer van PVDA: “Conner Rousseau, Bart De Wever, laat maar komen!”

Raoul Hedebouw: “Weet u wat een probleem is? Dat deze provincie geen grote universiteit heeft.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Raoul Hedebouw, de nieuwe voorzitter van de PVDA, wordt een stamboekmarxist genoemd. Maar is dat wel zo? Wij gaan op zoek naar de West-Vlaamse wortels van de Waalse Che Guevara. Die liggen in Ruddervoorde, het dorp waar vader Hubert geboren en getogen is. Wat volgt, is een nostalgisch en strijdvaardig gesprek over rebellen, foute leiders, pseudosocialisten… en kip van de Unic.

Raoul Hedebouw

• Geboren op 12 juli 1977 in Luik. Groeide op in Herstal.

• Licentiaat in de Biologie (Universiteit Luik).

• Woont in Luik met zijn vrouw en twee kinderen (Esteban en Pablo).

• Federaal parlementslid van 2014 tot vandaag.

• Voorzitter van de PVDA sinds december 2021.

• Gepassioneerd vogelliefhebber.


Het is een koude maandagnamiddag. Het kerkplein van Ruddervoorde is onze plek van afspraak. Raoul Hedebouw is nóg enthousiaster dan anders. “Wat een voorrecht dat ik voor mijn werk mag terugkeren naar het dorp van ons méméke.” De kersverse voorzitter van de PVDA heeft er een trip van 200 kilometer voor over. Hedebouw woont namelijk met vrouw en kinderen in het vurige Luik. Hij wijst de kerk aan. “Daar ben ik zelden binnen geweest.” Vervolgens wijst hij een café aan. “Daar wél.” Hij schatert het uit. “Hier was vroeger een Unic, weet ik nog. We kwamen op zondagochtend dikwijls een gebraden kip halen. Kom, we wandelen naar de Leegtestraat. Het is daar dat méméke woonde. Ze is in 1999 gestorven.”

Raoul Hedebouw heeft dan wel het imago van olijke knuffelcommunist, vergis je niet: hier praat een machtig man. Zeker in Franstalig België is de radicaal-linkse PVDA een grote politieke speler geworden, zo groot dat zelfs The Economist er onlangs een stuk aan wijdde. De gewiekste Hedebouw is de levende nachtmerrie van PS-voorzitter Paul Magnette.

U was al de spits van uw partij. Waarom wou u ook voorzitter worden?

“Ik ga niet rond de pot draaien. Wij zijn de enige Belgische partij. We zochten dus een tweetalig figuur met nationale bekendheid. Zo zijn er geen 35. Ik wou dit bovendien graag doen. Ik hoop en denk dat de stijl-Raoul ook in Vlaanderen gesmaakt kan worden.”

Was het niet beter om een nieuw boegbeeld naar voren te schuiven?

“Dat zullen we ook doen. Ik blijf in het parlement, maar ik blijf geen fractieleider. (wijst naar huisnummer negen) Hier woonde ons mémékeen is mijn vader opgegroeid. Er is alweer veel veranderd, zie ik. (stil) Het doet iets met mij. We kwamen hier elke maand een weekend logeren. Vele jaren aan een stuk, zeker tot ik veertien was. Hiernaast is nog altijd een school, zie ik. We hebben hier dikwijls onze bal over het muurke geshot. Zullen we de steeg in wandelen naar het voetbalplein?”

U bent de gids. Was u een goede voetballer?

“Ik voetbalde graag, maar ik werd al snel in de goal gezet. Dat zegt iets, zeker? (lacht) We speelden hier dan met de neven en nichten. We komen nog altijd goed overeen. Elk jaar is er een familiefeest in de zaal van De Zwaan. Dat wil ik nooit missen.”

Raoul Hedebouw met journalist Paul Cobbaert in Ruddervoorde.
Raoul Hedebouw met journalist Paul Cobbaert in Ruddervoorde. © Christophe De Muynck

U klinkt nostalgisch. Hebt u alleen maar fijne herinneringen?

“Jawel. Alleen de kou was triestig. Je had in de winter vier, vijf lakens nodig om goed te maffen. En de wc was buiten. Als het vroor, moest je opletten dat je niet bleef plakken. (lacht) Ons méméke was echt een warme vrouw. Ze kon heerlijk koken. Pompoensoep, konijn, wat nog allemaal? En we mochten tafelbier drinken, Piedboeuf. Dat werd toen aangeraden, stel u voor. Lekkere vitamientjes voor de kindjes. Zalig, toch?” (lacht)

Bent u niet genoemd naar de buur van uw grootmoeder?

“Ja, dat gij dat weet. (lacht) Ik ben een maand te vroeg geboren. Mijn ouders hadden een lijst met namen klaar. De laatste naam was Raoul, de dove buurman van méméke. Het is een unieke naam in België, dus ik ben er wel blij mee.”

U wordt een stamboekmarxist genoemd in Knack. Is dat zo?

“Neen, niet echt. Dat is een geromantiseerd verhaal. Ik kom niet uit een militante familie. Mijn grootouders waren veeleer ACV’ers, en dus CVP’ers, aan beide kanten zelfs. Grootvader Arsène Hedebouw, die ik helaas nooit gekend heb, was bediende.”

Uw vader was wel bevriend met Ludo Martens, Torhoutenaar en stichter van de PVDA.

“Bevriend is een groot woord, denk ik. Ik heb Ludo nooit bij ons thuis gezien. Ze kenden elkaar wel, van de school in Tielt, maar vooral van de unief in Leuven. Mijn vader was een echte soixante-huitard, een man van mei 68, en minder een politicus. Hij is na zijn studies gaan werken in de fabriek vanuit het ideaal dat studenten en arbeiders één strijd voeren. Hij had nooit een leidende functie in de partij.”

Waarom is uw vader verhuisd naar Herstal? Dat moet een grote stap geweest zijn voor de honkvaste familie Hedebouw.

“Mijn vader is inderdaad de enige. Zijn broers en zussen zijn in West-Vlaanderen gebleven, zij wonen in Brugge en Torhout. Weet u wat een probleem is? Dat West-Vlaanderen geen grote universiteit heeft. Wie wil studeren, moet wel vertrekken. Mijn vader is niet meer teruggekeerd. Hij wou dichter bij zijn lief wonen, mijn moeder, die van Hasselt is. (wijst een huis aan op het einde van de Leegtestraat) Dit was vroeger een café. Ze verkochten hier lekkere droogvis. Dorst dat ge daarvan kreeg. Ons vader en onze nonkels zagen dat altijd goed zitten.” (schatert het uit)

Wanneer hebt u uw eerste lidkaart gekocht?

“Ik was negentien, dat was dus in 1996. (op dreef) Doorslaggevend was de strijd tegen de besparingen in het onderwijs. Wij hebben een van de meest ongelijke onderwijssystemen van Europa. Zeg mij wat uw ouders doen en waar u woont, en ik zeg u wat uw kansen zijn in het onderwijs. En wie stond er tegenover mij in die strijd? Minister Laurette Onkelinx. (fijntjes) De PS was dus geen optie voor mij.”

Ludo Martens en zijn PVDA dweepten in die tijd met figuren zoals Stalin en Mao. Vond u dat geen probleem?

“Neen, want toen al werd het debat gevoerd over een andere richting. Het is uiteindelijk Peter Mertens die de vernieuwing heeft ingezet en ik sta daar volledig achter. We zijn afgestapt van de grote dogma’s en het morele vingertje.”

Hoe stond uw vader tegenover die figuren?

“Mijn vader was een kind van zijn tijd, maar hij is mee geëvolueerd met de partij. Al was dat eigenlijk geen discussiepunt bij ons thuis. Mijn vader was vooral vakbondsman. Dáárover ging het aan tafel.”

Was Stalin een massamoordenaar?

(afgemeten) “Ja, ik kan dat gerust zeggen. Ik ben totaal niet akkoord met wat er gebeurd is in de Sovjet-Unie onder Stalin. Er zijn misdadige dingen gebeurd. Tegelijk zeg ik dat Europa zonder het Rode Leger nog altijd in de ban van het fascisme zou zijn.”

Keurt dat zijn daden op enige wijze goed?

“Neen, maar ik ga niet mee in het zwart-witdenken. Hetzelfde voor China. Er zijn misdadige dingen gebeurd onder Mao, maar ook het Amerikaanse imperialisme is misdadig. China heeft daar serieus van afgezien. Bovendien heeft China de laatste decennia wel honderden miljoenen mensen uit de armoede gehaald.”

© Christophe De Muynck

Veel partijgenoten reageren kribbig op deze vragen, u niet.

“Het is uw recht om deze vragen te stellen. Het is misschien zelfs logisch. Het gaat over de grote ideologische systemen. Er zijn fouten gebeurd in het kamp van het socialisme, maar er zijn ook grove fouten gebeurd in het kamp van het kapitalisme. (op dreef) Wat voor mij belangrijk is: de analyse van Marx blijft overeind. Ik zal meer zeggen: ze is actueler dan ooit. Het kapitalisme maakt de rijken rijker en de armen armer. Helaas is het systeem zo dominant geworden dat niemand het nog in vraag durft stellen. Álle partijen hebben de liberalisering van de energiemarkt goedgekeurd. Gevolg: torenhoge prijzen. De mensen zien daarvan af, hé. Wij zullen wél blijven strijden tegen het systeem.”

Zal de partij niet van koers veranderen onder uw voorzitterschap?

“Neen, dat zou crazy zijn. We zijn aan een succesvol parcours bezig, met dank aan Peter. Ik zal wel enkele andere accenten leggen. Ik wil bijvoorbeeld meer arbeiders en jongeren in de leidinggevende organen van de partij. We moeten ook nog uitbreiden. West-Vlaanderen bijvoorbeeld: dit is een industriële en dynamische provincie aan het worden, wat kansen biedt voor ons. Als we hier volgende keer opnieuw geen zetel halen, zal ik ontgoocheld zijn.”

Waarom scoort PVDA beter in Wallonië dan in Vlaanderen?

“Dat is sociologisch en historisch te verklaren. Wallonië was eerder een industriële regio met een sterke socialistische beweging, Vlaanderen was eerder landbouwgebied met een sterke CVP. Maar alles verandert. De score die we vandaag halen in Vlaanderen, haalden we zeven jaar geleden in Wallonië.”

Vergeet u het Vlaams Belang niet te noemen?

“Dat is ook een factor. Een deel van de colèrestemmen hier gaat naar Vlaams Belang. Ik wil deze mensen overtuigen om voor ons te stemmen. Het is daarom dat ik in het parlement regelmatig Vlaams Belang interpelleer. Dat is eigenlijk de partij van eigen poen eerst, want als de lonen van de politiekers op tafel komen, dan horen we hen niet.”

Zou u in debat gaan met Tom Van Grieken als ik dat vraag? Toen Peter Mertens dat deed voor De Zondag, kreeg hij bakken kritiek in Franstalig België.

(knikt) “Omdat er daar een mediacordon bestaat. In Vlaanderen ligt dat anders. Ik respecteer dat. Het is niet aan mij om te zeggen wie de media moeten uitnodigen. Dus ja, ik zou dat doen. Ik ben niet bang van extreemrechts. Maar als dat het enige debat is dat ik voorgeschoteld krijg, dan zou ik nog even wachten. Ik zou liever eerst debatteren met de regeringspartijen. Dat is de taak van de oppositie. Dus Egbert Lachaert, Conner Rousseau, Bart De Wever, laat maar komen.” (lacht)

Iets anders. Wat vindt u van het coronabeleid?

“De regering gaat totaal de mist in. Het vaccin zou alles oplossen, dacht Frank Vandenbroucke (Vooruit). Dat was een zware fout. Het vaccin is één wapen, niet hét wapen. Wij zijn tegen verplichte vaccinatie. Dat zal niet werken. Of wat wil je doen met mensen die neen zeggen? In de bak steken? (fel) Vandenbroucke investeert te weinig in de ziekenhuizen zelf, in personeel, in bedden. Ook het testbeleid wordt verwaarloosd. Ze willen zelftesten, maar de mensen moeten het wel betalen. Dat kan toch niet?”

Vandenbroucke kijkt hiervoor naar Vlaams minister Ben Weyts (N-VA).

“Dat is onzin. Vandenbroucke moet het zelf organiseren. Het bewijst wel dat de opsplitsing van België ridicuul is. (feller) Ik kan me daar zó kwaad in maken. Marx heeft opnieuw gelijk, hé. Wie is finaal de pineut van deze crisis? Wij, het klein volk. Elke burger twee gratis zelftesten per week: dat is ons voorstel. (we arriveren weer aan de kerk) Gaan we nog een koffie drinken in het cafeetje?”

Raoul Hedebouw in de Leegtestraat, waar zijn grootmoeder woonde.
Raoul Hedebouw in de Leegtestraat, waar zijn grootmoeder woonde. © Christophe De Muynck

Goed idee. Het valt op dat u graag de socialisten aanvalt. U vergist zich van vijand, zegt Vooruit.

(windt zich op) “Allé, dat is niet waar. Ik val ook dikwijls rechtse partijen aan. Maar ik mag toch zeggen dat er een rechts beleid gevoerd wordt? Als Vooruit de loonsverhoging blokkeert op 0,4 procent, dan mag ik toch boos zijn? En wat doen de linkse partijen met hun belofte om de pensioenleeftijd te verlagen? Niets, hé. Vandenbroucke is een pseudosocialist. Hij is de architect van de afschaffing van het brugpensioen. Ik mag dat toch zeggen?”

Wil u eigenlijk een bestuurspartij worden?

“Ja, maar op onze voorwaarden. Wij gaan onze principes niet overboord gooien. Groen is dat wel aan het doen en daarom krijgt ze slaag. Ze is haar rebelse kantje kwijt. Er is nood aan rebelse, linkse taal in Vlaanderen. Wij zullen dat gat opvullen.”

Hebt u een bericht gekregen van Paul Magnette toen u voorzitter werd?

“Neen. De arrogantie van de PS sijpelt ook door in de individuele relaties. Van de meeste andere voorzitters heb ik wel een bericht gekregen, ook van Conner.”

Laatste vraag. Zou Arsène Hedebouw vandaag PVDA stemmen?

“Goede vraag. (lacht) Ik denk het wel. Eerlijk: ik krijg meer en meer berichten van ontevreden ACV’ers. Wij voeren dezelfde sociale strijd.”