Ruth Vandenberghe na één jaar als burgemeester: “In 2024 ga ik zélf vol voor de sjerp”
Precies één jaar geleden werd Ruth Vandenberghe (48, Team Burgemeester), toen nog schepen, door Kortrijks burgemeester Vincent Van Quickenborne gesommeerd naar zijn bureau. Of ze hem wilde vervangen, nu hij in de federale regering de portefeuille voor Noordzee en Justitie op zich nam? Na een cocktail van ongeloof, milde angst en herhaaldelijke afwijzing, kwam de berusting. “Vincent zei me constant: ‘jij kan dat, jij gaat dat doen’. En uiteindelijk… Uiteindelijk heb ik ja gezegd, hé.”
1 oktober 2020. Alexander De Croo (Open VLD) legt de eed af als premier van België. In zijn zog: Vincent Van Quickenborne, tot dan burgemeester van Kortrijk, als kersvers minister van Justitie en Noordzee. Het vertrek van Van Quickenborne zadelt zijn stad met een vraagteken op: wie volgt Q op als waarnemend burgemeester?
1 oktober 2020. Voor het eerst in de geschiedenis van de stad komt de burgemeesterssjerp van Kortrijk om de schouders van een vrouw te hangen. Die van Ruth Vandenberghe. Haar carrière in de politiek begint in 1998 als kabinetsmedewerker van toenmalig Justitieminister en oud-burgemeester van Kortrijk Stefaan De Clerck (CD&V).
Twintig jaar blijft ze daar op post, gestaag klimmend, tot ze het reilen en zeilen in de administratie tot in de puntjes beheerst. Een stap naar de actieve politiek is in 2018 bijna vanzelfsprekend. Die zet ze niet op de CD&V-lijst van De Clerck, wel vanop de tweede plaats van het Team Burgemeester. Haar verkiezing en vooral ook benoeming tot schepen van Dienstverlening, Deelgemeenten, Nette Stad en Kortrijk Spreekt, kwam enigszins onverwacht. Al verbleekte die schok helemaal bij de verrassing die haar op 30 september 2020 te wachten stond.
Mevrouw Vandenberghe, hoe groot was uw verbazing toen Vincent Van Quickenborne u als zijn opvolger aanduidde?
“Héél groot. (lacht) Vincents vertrek naar Brussel was nakend, en in de wandelgangen vielen de namen van Wout en Arne (schepenen Maddens en Vandendriessche en partijgenoten van Ruth Vandenberghe, red.) als waarnemend burgemeester. Ik werd niet genoemd. Maar dan stond in Het Laatste Nieuws plots een collage met drie foto’s. Ik stond erbij, uit het niets. Flauwekul, dacht ik eerst. Tot die ochtend kwam…”
“Eerst werd Arne bij Vincent geroepen, daarna Wout. Beiden kwamen even snel weer uit het bureau van de burgemeester terug, met uitgestreken gezichten. En dan moest ik gaan. Ik wist niet wat te verwachten. Toen hij me ontving, en op de vrouw af vroeg of ik burgemeester wilde worden, stond ik perplex. Neen, ge zijt zot, dacht ik. (lacht) Tot drie keer toe heb ik geweigerd. Maar Vincent bleef aandringen. Jij gaat dat kunnen, jij gaat dat goed doen, herhaalde hij constant. En uiteindelijk ben ik tot het besef gekomen dat ik een positieve keuze was. En dat hij vertrouwen in mij had.. (denkt na) Pipi Langkous zei ooit: Ik heb dat nog nooit gedaan, dus ik ga dat kunnen. Awel, zo dacht ik er finaal over. En dus heb ik uiteindelijk ‘ja’ gezegd, hé.”
Was u er zich die dag al van bewust dat u de eerste vrouwelijke burgemeester van Kortrijk zou worden?
“Eigenlijk niet. Tot Vincent dat liet vallen op de persconferentie. Nu, ik ben geen burgemeester ómdat ik een vrouw ben, maar het is wel relevant dat ik als vrouw de eerste burger van de stad ben. Blijkbaar zien velen mij als een rolmodel. Ik kreeg veel trotse reacties en brieven van meisjes. En enkele oudere dames fluisterden me al eens toe dat ze het fantastisch vonden dat ze nu eindelijk eens mevrouw de burgemeester konden zeggen.”
U bent vandaag exact één jaar in functie. Draagt het Kortrijks beleid al uw eigen handtekening of is het vooral nog een blauwdruk van dat van burgemeester Van Quickenborne?
“Natuurlijk heb ik al mijn eigen accenten gelegd. Ik heb een zachter imago dan Vincent en zal mijn wil iets minder snel doordrukken dan hij. Maar pas op: ook ik laat niet met mijn voeten spelen. Mijn drive en goesting zijn vergelijkbaar met die van hem. Trouwens, vanaf dag één heeft Vincent gezegd dat hij geen schoonmoeder wilde spelen. Iedere maandag hebben we een blauw beraad – dan belt hij meestal in – maar hij heeft te veel federale besognes om zich ook nog eens op het lokale te moeten focussen. Als belangrijke dossiers zoals het Stationsproject ter sprake komen, zal hij zich wel laten horen.”
En dan hakt hij finaal de knoop toch nog door?
“Uiteraard niet. Als burgemeester ben ík, waarnemend of niet, eindverantwoordelijke. Vincent en ik stonden trouwens al enkele keren lijnrecht tegenover elkaar. Tijdens de coronaperiode wilde hij plexiglas op terrassen laten verplichten. Maar dat kon ik niet maken. Onze horeca zouden het niet overleefd hebben. Let op, dat heeft geen kwaad bloed gezet tussen ons. We hebben nu eenmaal elk onze eigen rol te spelen. Mocht hij burgemeester geweest zijn, hij had wellicht hetzelfde gedaan.”
De horeca had het door corona sowieso al niet onder de markt. Hoe tekende die pandemie uw beleid?
“Ik ben tot nu toe vooral een crisismanager geweest, denk ik. Net zoals Sofie Wilmès dat een jaar lang was op nationaal vlak.” “Echt, de polarisatie in onze maatschappij is… (twijfelt) heftig geweest. Emoties liepen heel hoog op. Voor sommigen waren maatregelen niet streng genoeg, anderen vroegen zich af of ze plots in een Gestapostaat waren wakker geworden. Het was chaos. (blaast) Bovendien had ik, als publiek figuur en als moeder van twee puberzonen, ook verschillende petjes op. Nu is er opnieuw meer stabiliteit. En vooral: de meeste mensen zijn weer gelukkiger. Dat merk je echt wel in de dagelijkse werking.”
In juni van dit jaar werd die normaliteit vertaald naar kritiek op uw beleid: in de Stadsmonitor gaf de Kortrijkzaan aan niet tevreden te zijn over het recyclagebeleid van de stad.
(Een beetje ongemakkelijk) “Dat was een samenloop van omstandigheden. Net voor die enquête had de Vlaamse overheid ons een strikter recyclagesysteem opgelegd. Twee van de vier recyclageparken in Kortrijk gingen dicht, waardoor de Kortrijkzaan met zijn afval naar Harelbeke moest uitwijken. Daar kwam nog eens een betalend toegangsticket én de opgetrokken prijs van de afvalzakken bij. De timing was gewoon ongelukkig. En ondanks de introductie van een gratis groenkar en een mobiel recyclagepunt, beide positief onthaald, bleef de balans blijkbaar negatief.”
Is het sluikstorten door die maatregelen erger geworden?
“Het lijkt wel of er steeds meer afval langs de weg wordt gedropt. Maar of dat rechtstreeks een gevolg van de containerparken is, weet ik niet. (plots feller) Sowieso gaat sluikstorten met een mentaliteit gepaard die ik totaal niet begrijp. Met sensibiliseringscampagnes als Peuk in de Pocket proberen we het in Kortrijk proper te houden, maar dagelijks moeten onze GAS-ambtenaren uitrukken om het evenwicht te behouden. Dat is niet normaal, vind ik.”
In het bestuursakkoord worden qua projecten vooral de Leieboorden, Kortrijk Fietsstad en de stationswerken naar voor geschoven. Wat staat er zo nog op de rails?
“Voor ons blijft de ruimtelijke planning zeer belangrijk. De dynamiek die je in steden als Parijs terugvindt, willen we ook in Kortrijk introduceren. In 15 minuten ben je er de stad door, met de fiets of het openbaar vervoer. Onze fietsbruggen – de laatste, de gloednieuwe Reepbrug, werd pas geleverd – moeten daartoe bijdragen. Openbaar vervoer blijft een werkpunt. Het trambustracé van ‘t Hoge naar de binnenstad is in die zin een piste die op tafel ligt. Maar concreet is die nog niet.”
Zo’n trambus zou de studenten in Kortrijk, en dat zijn er elk jaar steeds meer, nochtans niet slecht uitkomen.
“Nogmaals: dit is een piste die we blijven onderzoeken. Die toename in het studentenbestand maakt dan weer wél duidelijk dat de leefbaarheid in onze stad van een almaar hoger niveau is. We bekijken ook hoe we die studenten in onze regio kunnen houden. Daarvoor moeten we de werkgelegenheid opkrikken. Niet alleen voor Kortrijk, maar voor de hele Leie-regio, wordt dat de komende jaren een belangrijke opdracht.”
Over een ander heet hangijzer gesproken: wat met de Atakwa-moskee? Vlaams Belang beweegt constant hemel en aarde om het project te vertragen, terwijl het bij andere lokale partijen nagenoeg stil blijft. Hoe komt dat ?
“De beslissing in dat dossier ligt bij de provincie en valt pas eind december. Tot die tijd zal ik daar bewust geen commentaar op geven.”
Kan u wel al iets zeggen over de ambitie waarmee u naar de verkiezingen van 2024 trekt? Wordt het een plekje op een lokale, Vlaamse of een federale lijst?
“Ik wil in 2024 zelf vol voor de burgemeesterssjerp gaan. En neen, dat is nog niet besproken op het blauw beraad. Dat is een persoonlijke ambitie. Ik wil ook niet per se dat waarnemend etiket van me af schudden. Ik heb gewoon nog te veel dromen voor Kortrijk om over drie jaar al een Vlaams of federaal mandaat na te streven.”
Neem ons mee in uw droom: in welke staat bevindt Kortrijk zich over twintig jaar?
“Dan moeten we bekend staan als een van de meest leefbare steden ter wereld. Ik droom van een inclusieve en solidaire Kortrijkse maatschappij, die dan nog meer excelleert op vlak van groen, cultuur, sport, openbaar vervoer en veiligheid.”
Willen we dan een opvolgingsgesprek inplannen, zo rond 1 oktober 2041?
(lacht) “In de politiek heb je een zekerheid: namelijk dat er géén is. Wie weet heb ik over twintig jaar helemaal geen politiek ambt meer. Dat zou zomaar kunnen. Neen, laat ons nu eerst maar focussen op de volgende drie jaar. Stap per stap.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier