“Het is te vroeg om de provinciebesturen af te schaffen”: maak kennis met Kelly Detavernier (N-VA), de nieuwkomer in de West-Vlaamse deputatie

Kelly Detavernier droomt van een kust-fietssnelweg van De Panne naar Knokke-Heist. Ze wil ook de belastingen verlagen en ondernemers beter steunen. © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Kelly Detavernier droomt van een kust-fietssnelweg van De Panne naar Knokke-Heist. Ze wil ook de belastingen verlagen en ondernemers beter steunen. Kelly wie, denkt u? Geen zorgen. Voor het brede publiek is deze 45-jarige Kortrijkzane een grote onbekende, maar daar zal snel verandering in komen. Detavernier (N-VA) is immers sinds vorige maand gedeputeerde, de enige nieuwkomer zelfs in onze deputatie.

Wie is Kelly Detavernier?

– Geboren op 20 januari 1980 in Kortrijk.

– Bachelor Toegepaste Psychologie.

– Woont in Bissegem, Kortrijk. Getrouwd met Francis Luypaert. Moeder van drie tieners.

– Werkte als consultant bij Adecco van 2001 tot 2010.

– Mede-oprichter en zaakvoerder van Luypaert Interieur in 2007.

– Gemeenteraadslid in Kortrijk sinds 2012.

– Schepen van Kortrijk van 2016 tot 2024.

– Gedeputeerde sinds december 2024. Bevoegd voor onder meer onderwijs, erfgoed, ruimtelijke ordening en mobiliteit.

Het is voor het eerst in de geschiedenis dat N-VA een deputé mag leveren in onze provincie. De partij heeft daarvoor een coalitieakkoord gesloten met CD&V en Vooruit. Open VLD verdwijnt naar de oppositie. De eer is aan Kelly Detavernier, de voorbije acht jaar schepen in Kortrijk. Wat dat met haar doet, vraag ik als we afspraak hebben in Boeverbos, het provinciehuis in Sint-Andries. Ze haalt de schouders op. “Niet zo veel, hoor. Ik ben natuurlijk blij. Maar ik ben vooral blij dat N-VA hier eindelijk in het bestuur zit. Dat werd zelfs vermeld door Bart De Wever op de nieuwjaarsreceptie.” (lacht)

Detavernier is geen tafelspringer, heb ik me laten vertellen. Dat zal ook blijken in dit gesprek. “Je bent wie je bent. Wat is dat, een tafelspringer? Dat is meestal een populist die dingen declareert, maar het uiteindelijk niet doet. Ik ben van het omgekeerde principe: als je iets belooft, moet je het ook doen.”

Is uw leven dooreen geschud?

“Neen, dat is te straf uitgedrukt. Het is wennen, dat wel. Ik ben volop dossiers aan het inlezen. Het grote verschil is het grondgebied waarvoor je bevoegd bent. West-Vlaanderen is groter dan je zou denken. (lacht) En je moet elke ochtend van Bissegem naar Brugge rijden. Dat is misschien nog de grootste aanpassing.”

Wil dat zeggen elke ochtend in de file op de E403?

“Dikwijls wel, ja. En altijd ter hoogte van Torhout. Een derde rijstrook komt er voorlopig niet, maar de bevoegde minister (Annick De Ridder, ook van N-VA, red.) wil wel een studie laten uitvoeren. We gaan zien wat daaruit komt.”

Uw partij had nochtans een derde rijstrook beloofd?

“Dat is voor ons inderdaad een belangrijk dossier. Maar ik begrijp ook dat een minister over beperkte middelen beschikt. Bovendien kan je niet zomaar een derde rijstrook aanleggen. Dat is ook innemen van grond, onteigening. De minister zal wel het knooppunt richting de E40 verbreden. Dat wordt al een grote stap vooruit.”

Ook een verschil: u hebt nu een dienstwagen met chauffeur. Is dat nodig voor een deputé?

“Ik vind van wel. Zoals ik al zei: onze provincie is groter dan je zou denken en je moet dus veel verplaatsingen doen. Als je niet zelf hoeft te rijden, kan je werken in de wagen, mails beantwoorden, telefoontjes doen, enzovoort.”

“Een dienstwagen met chauffeur is het geld waard. Het zorgt ervoor dat wij efficiënter kunnen werken”

Het versterkt wel het beeld dat provinciebesturen te veel geld kosten?

“Ik vind dat het geld waard. Er zijn trouwens ook heel wat burgemeesters die zich laten rondrijden. Het zorgt ervoor dat wij efficiënter kunnen werken. Dus ik ga niet akkoord met die kritiek. Wij kunnen hier geen bus of trein nemen, hé.”

Waarom wou u naar de provincie verhuizen? U had ook schepen kunnen blijven.

(knikt) “Na acht jaar was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Ik wou eens loskomen van het lokale niveau. Daarom heb ik de vraag aanvaard om hier lijsttrekker te zijn. Als je dan goed scoort, dan weet je dat de kans bestaat dat je een mandaat mag opnemen. Ik had de meeste stemmen, en dus was iedereen akkoord dat ik deputé zou worden.”

Voelt het niet een beetje als kamikaze? Uw partij wil de provinciebesturen afschaffen.

“Zo had ik het niet bekeken. (lacht) Dus neen, zo voelt het niet. Volgens mij is het nog te vroeg om de provinciebesturen af te schaffen. Wat is het idee van mijn partij? Dat je sommige bevoegdheden overhevelt naar Vlaanderen en andere naar de lokale besturen. Helaas zijn deze daar vandaag niet klaar voor – zeker de kleine gemeenten niet. Ruimtelijke ordening bijvoorbeeld. Er zijn maar weinig kleine gemeenten die daartoe echt uitgerust zijn. Volgens mij moet je eerst werken aan de schaalgrootte.”

Met andere woorden: eerst moeten de gemeenten groter worden vooraleer de provincie overbodig wordt?

“Inderdaad. Zolang dat niet het geval is, lijkt het mij beter een tussenniveau te behouden. Dat gaat ook over mobiliteit. Je kan aan kleine gemeenten niet vragen om grensoverschrijdende fietspaden aan te leggen. Ik weet uit ervaring dat het zelfs voor een grote stad moeilijk is om verder te kijken dan de eigen grenzen. Ook hier biedt de provincie meerwaarde. We moeten er wel over waken dat de provincie zich alleen bezig houdt met de domeinen waarvoor ze effectief bevoegd is.”

U bent onder meer bevoegd voor mobiliteit. Ook vorig jaar waren er weer 50 dodelijke ongevallen in onze provincie. Welk verschil kan u daar maken?

“Eerst en vooral: elk dodelijk slachtoffer is er één te veel. De provincie is bevoegd voor de fietsinfrastructuur, dus daar wil ik het verschil maken. We gaan het ambitieniveau optrekken. Vorige legislatuur kregen we van Vlaanderen drie miljoen per jaar daarvoor. Wij hebben nu aan de minister gevraagd om dat bedrag op te trekken naar vijf miljoen. Als we dat bekomen, gaan we ook als provincie een groter bedrag investeren, want wij leggen telkens vijftig procent bij.”

Wat zijn de zwartste punten in onze provincie?

“Dat is moeilijk om te zeggen. Er zijn er een aantal. Wat we zeker willen afwerken, is de fietssnelweg F7 tussen Waregem, Harelbeke en Kortrijk. Wat voor mij ook een prioriteit is, is eindelijk beginnen met de kust-fietssnelweg. Dat is iets waar al langer over gedroomd wordt, maar waar nog niet aan begonnen is.”

Bedoelt u dan van De Panne tot Knokke-Heist?

“Ja, de oude kustbaan waar de tram rijdt. Het is daar op sommige punten echt wel gevaarlijk voor fietsers. Je hebt vandaag een noordelijk deel en een zuidelijk deel met telkens twee rijbanen. Het idee is om een fietssnelweg aan te leggen op het zuidelijk deel en het gemotoriseerd verkeer op het noordelijk deel te houden. Let wel: we gaan niet meteen de hele kust kunnen doen. Ik wil deze legislatuur beginnen met het stuk van Blankenberge naar Zeebrugge. Dat is het gevaarlijkste stuk.”

Kelly Tavernier is zich nog volop aan het inwerken in de nieuwe functie.
Kelly Tavernier is zich nog volop aan het inwerken in de nieuwe functie. © Christophe De Muynck

We duimen mee. Klopt het dat uw man enkele maanden geleden zelf door het oog van de naald is gekropen?

(knikt)” Een spookrijder op de R8 in Kortrijk. Hij werd frontaal aangereden. Afgevoerd naar intensieve, een hartinfarct, een operatie. (even stil) Hij zit nog altijd in revalidatie, maar heeft eigenlijk veel geluk gehad. Het had anders kunnen aflopen. Dat had trouwens niets met infrastructuur te maken. Het was een menselijke fout. Dat zijn zaken die moeilijk te vermijden zijn.”

U bent ook bevoegd voor ruimtelijke ordening en dus vergunningen. Bent u al uitgenodigd voor etentjes met lobbygroepen?

“Neen, zeker niet. Ik ben niet omkoopbaar.” (lacht)

Dat blijkt wel dikwijls gevoelige materie voor politici.

“Dat is zo. Maar ik ga een heel consequente lijn volgen: de wet is de wet en die moet door iedereen gerespecteerd worden. Sommige zaken zijn nu eenmaal niet vergunbaar. Wat ik wel wil doen, is mee nadenken met ondernemers en ontwikkelaars. Mijn deur staat altijd open voor gesprek. Maar ik ga aan niemands handje lopen. Ik zit hier om het algemeen belang te verdedigen.”

Vanuit uw kantoor hebt u zicht op het stadion van Club Brugge. Mag ik dat een symptomatisch dossier noemen voor het vergunningenbeleid in dit land? Dat sleept intussen al decennialang aan.

“Dat is een vergunning van de Vlaamse regering. Als provinciebestuur staan wij daarbuiten. Ik ga mij dus niet uitspreken over de beste ligging daarvoor. Ik kan natuurlijk wel begrijpen dat zoiets gevoelig ligt bij omwonenden, al moet bouwen wel mogelijk blijven in Vlaanderen. Dat is zeker een grote uitdaging.”

Laten we eens naar uw carrière kijken. Klopt het dat u tot de meer liberale strekking van N-VA behoort?

“Dat denk ik wel. Ik ben zelf ook onderneemster. Mijn man en ik hebben een interieurzaak in Kortrijk. Al is het nu vooral mijn man die dat doet. N-VA is de enige partij die echt opkomt voor ondernemers. Vandaar mijn politieke keuze. Dat neemt niet weg dat ik ook gevoelig ben voor het communautaire. Hoe de schulden op het federale niveau exploderen, dat is voor een ondernemer ondenkbaar. Wij zeggen daarom: België werkt niet.”

Komt u zelf uit een politiek nest?

“Neen. Mijn mama was ambtenaar en mijn papa fabrieksarbeider. Een heel gewoon gezin dus. De politiek werd wel gevolgd. Mijn ene grootvader was trouwens een fervente liberaal, terwijl de andere een echte socialist was. Ik kan je verzekeren: dat waren steevast hevige familiefeesten. (lacht) Maar, en dat vond ik wel mooi, meningsverschillen werden altijd met respect beslecht.”

“Wij willen de provinciebelasting voor bedrijven verlagen. Maar ik ben ook realistisch: je moet je coalitiepartners meekrijgen”

Zou de 18-jarige Kelly Detavernier voor deze carrière getekend hebben?

(blaast) “Wat een vraag. Ik denk het niet. Al zeggen vrienden van toen dat ze niet verwonderd zijn over mijn parcours. Ik heb altijd graag verantwoordelijkheid opgenomen. Ik heb psychologie gestudeerd en heb ook enkele jaren in de human resources gewerkt vooraleer we onze zaak opstartten. In 2012 kwam dan de vraag van N-VA om deel te nemen aan de verkiezingen en vier jaar later werd ik al schepen. Een andere partij had mij niet kunnen overtuigen. Het is inderdaad het economisch programma dat mij aanspreekt: lagere belastingen, een slanke overheid, minder regels en meer respect voor ondernemerschap.”

Goed dat u de belastingen aanhaalt. Ik zie dat de provinciebelasting op bedrijven dit jaar met tien procent omhoog gaat. In wiens programma stond dat?

“In geen enkel programma. Wat nu gebeurt, is de indexering die toegepast wordt. Dat gaat over de inflatie van 2022. Dat werd gestemd in de provincieraad en dan moet je dat ook uitvoeren. Is dat een verhoging? Dat is de eeuwige discussie, hé. Als je alles indexeert, moet je dan ook de inkomsten niet indexeren?”

Wringt dat niet? In uw programma staat dat u deze belasting wil verlagen en zelfs afschaffen voor kleine zelfstandigen en mensen in bijberoep.

“Uiteraard wringt dat. Ik ben daar niet gelukkig mee. Wij zouden deze belasting minstens willen differentiëren. Vandaag betaalt iemand in bijberoep evenveel als een grotere KMO. Dat is niet logisch. We werken momenteel met de coalitiepartners aan het definitieve bestuursakkoord. In het najaar moet dat klaar zijn. Wij hebben deze hervorming op tafel gelegd, maar ik ben ook realistisch. Je moet ook je coalitiepartners meekrijgen. Wij gaan ook compromissen moeten sluiten.”

Misschien had u dat dan niet in uw programma moeten zetten? In het begin van het gesprek zei u dat u doet wat u belooft.

(benadrukt) “Daar ga ik niet mee akkoord. Je moet zo’n dingen wél in je programma opnemen, alleen al om de andere partijen te tonen wat jouw prioriteiten zijn. Het moet voor iedereen duidelijk zijn dat wij deze belasting willen verlagen. Maar ik ga niet beloven dat we dat ook gaan binnenhalen.”

Lees meer over: