Kristof Pillaert belandde met Groep 21 in oppositie: “Nooit echte kans gehad”

(foto JT)
John Taillieu
John Taillieu Medewerker KW

Deze week was het exact drie jaar geleden dat de Hoogledenaars naar de stembus trokken voor de gemeenteraadsverkiezingen. Kristof Pillaert en zijn Groep 21 werden de grootste partij van de gemeente, maar belandden andermaal in de oppositie. Zijn relaas van die bewuste dag.

“In 2012 waren we al de grootste partij met tien zetels. Toen spanden de andere partijen samen om ons in de oppositie te krijgen”, opent Kristof. “Mijn gevoel was goed die zondagochtend. We hoopten om minstens hetzelfde resultaat te behalen. Maar toen de eerste uitslagen binnen sijpelden, voelde ik de bui al hangen. Dat vermoeden werd later alleen nog maar bevestigd.”

Groep 21 bleef wel de grootste partij, maar behaalde slechts acht zetels, CD&V haalde er zeven en Allen 8830 kwam uit op zes. “Niemand had verwacht dat Allen 8830 zo sterk zou stijgen. Als grootste partij namen wij ook het initiatief om met de andere partijen te praten, maar we hebben nooit een echte kans gehad. Al snel werd duidelijk dat wij gebruikt werden als pasmunt. Een eerlijke verdeling van de ambten kwam er niet. CD&V had maar één doel: Rita Demaré aan boord houden als burgemeester.”

“Het laatste jaar van de legislatuur zullen alle schepenen van Allen 8830 zijn. Nergens in heel Vlaanderen zie je zo’n onevenwichtige verdeling, maar ik kan het hen niet kwalijk nemen.”

Persoonlijke nederlaag

Jean-Pierre Pillaert, de vader van Kristof, was zelf burgemeester van de gemeente van 1989 tot 2006. Als lijsttrekker hoopte Kristof in de voetsporen van zijn vader te treden.

“Al snel werd duidelijk dat wij gebruikt werden als pasmunt”

“Het was de eerste keer dat ik in de gemeente als lijsttrekker stond. Het voelde aan als een persoonlijke nederlaag. We hadden nochtans een sterke lijst en dan is het jammer als kopman. Toch hebben wij vanuit de oppositie ons werk gedaan. In die drie jaar tijd lanceerden we heel wat voorstellen, maar er werd op bijna geen enkel voorstel ingegaan. We zijn nog maar halverwege de legislatuur, in politieke termen is dat een eeuwigheid. Maar we zullen naar de nieuwe verkiezingen toewerken en we komen zeker niet kansloos aan de start.”

In 2024 verandert er heel wat. Zo zal de grootste partij twee weken de tijd hebben om gesprekken te voeren. “Toch denk ik niet dat dit erg veel zal veranderen. In bepaalde gemeenten zal men minder vlug in een krappe meerderheid stappen, maar voor onze gemeente zal dat wellicht weinig veranderen.”

Wegvallen stemplicht

Een andere wijziging is dat het niet langer verplicht is om te gaan stemmen. “Het wegvallen van de stemplicht zal zeker zijn invloed hebben, maar ik heb geen idee op welke manier. Wij beschikken wel over een trouw kiespubliek, maar ook de campagne zal anders verlopen. Het deur-aan-deur-gesprek zal wegvallen. Als mensen direct zeggen dat ze niet gaan stemmen, dan is het gesprek onmiddellijk afgelopen”, besluit Kristof Pillaert.

(JT)