John Crombez (SP.A) blijft gedreven voor Oostende: “De toestand is zo heftig dat we moeten samenwerken”

John Crombez: “Ik wil niet oud worden in de politiek.”©Peter Maenhoudt Peter Maenhoudt
John Crombez: “Ik wil niet oud worden in de politiek.”©Peter Maenhoudt Peter Maenhoudt
Hannes Hosten

Ook voor John Crombez was 2020 een jaar van verandering. De voormalige SP.A-voorzitter stapte uit de nationale politiek om aan de Universiteit Gent een onderzoeksproject te leiden naar de toekomst van onze gezondheidszorg. Toch blijft hij gedreven als fractieleider van SP.A-Stadsmakers in de Oostendse oppositie. “Ik woon en leef hier ongelooflijk graag. Ik ben beschikbaar om in 2024 onze lijst te trekken.”

John Crombez is nog aan het afkicken van het helse tempo waarin hij leefde. Door zijn afscheid als Kamerlid en uiteraard ook het thuiswerk in coronatijden behoren verplaatsingen naar Brussel of Gent nu grotendeels tot het verleden. “Ik doe genoeg dingen om tijd te kort te hebben, hoor. Ook al staan mijn gitaren centraal in de huiskamer, een doorstart van mijn muzikale carrière zit er nog niet in ( lacht ). Maar het tempo is veel trager. Soms is dat een zegen, soms mis je de drukte.”

Wat houdt je nieuwe job in?

“Sinds september leid ik een onderzoeksproject aan het UZ Gent om onze gezondheidszorg beleidsmatig te modelleren. We onderzoeken hoe we de duurzaamheid en kwaliteit van de gezondheidszorg kunnen verhogen. We brengen daarbij tal van factoren in rekening: luchtvervuiling, gezonde voeding, roken… maar uiteraard ook de financiering van de ziekenhuizen of het aantal verpleegkundigen. We werken op het raakvlak van gezondheid, sociale zekerheid en economie, toch mijn dada .”

Het onderzoek leunt nauw aan bij het beleid. Als je wil, kan je zo de nationale politiek weer in.

“Dat is nochtans niet het plan. Ik ben gestopt om iets anders te doen. Het is nog maar sinds de verrassende terugkeer van Frank Vandenbroucke als minister dat mensen mij zeggen dat ik ook nog wel zal terugkomen. Maar het was nooit mijn plan om oud te worden in de politiek. Ik dacht altijd om later nog iets te gaan doen in de zorg of in de fraudebestrijding. Tot opluchting van velen is het de zorg geworden.” ( grinnikt )

Mis je de nationale politiek niet?

“De partij doet het goed nu. Dat brengt rust en tevredenheid. Toen ik vertrok, dacht ik wel dat we in West-Vlaanderen een sterke, jonge ploeg hadden en dat Conner ( Rousseau, red. ) het goed zou doen als voorzitter. Maar ze doen het nog beter dan verwacht. En dat geeft voldoening.”

Kan je zonder het netwerk van de nationale politiek?

“Weet je, ik heb altijd dingen willen doen waarmee ik bestaand onrecht kon keren. Het dossier van de intussen veroordeelde, sjoemelende vrederechter van Oostende is voor mij heel belangrijk geweest. Bereikbaar en beschikbaar zijn voor mensen, dat spreekt mij het meest aan. En dat kan je het best in de lokale politiek. Los daarvan heb ik nog altijd een groot netwerk, hoor, dat is niet minder dan van zij die in het parlement blijven zitten. En wat sommigen ook beweren: in Brussel de grootste willen zijn en tegelijk alles doen voor Oostende, dat gaat niet samen.”

Het gerucht gaat dat jij naar Gent verhuist.

“Dat gerucht loopt al jaren. Ik werk in Gent en heb er vroeger gewoond. Voormalig Gents burgemeester Daniël Termont vroeg me ooit om naar Gent te komen. Dat blijft nazinderen. Maar nee, mijn focus blijft op Oostende. Ik woon en leef immens graag in deze stad, waar ik geboren ben en altijd een band mee had. Het is aan de leden om te bepalen wie in 2024 onze lijst aanvoert, maar ik ben beschikbaar.”

Mijn focus ligt nog altijd op Oostende, de stad waar ik immens graag woon en leef

Wat vind je van het beleid van de Oostendse coalitie?

“Het is heel moeilijk een normale dialoog te voeren. Bij elk voorstel, elke opmerking… gaan ze in de aanval. Net nu de toestand zo heftig is dat we moeten samenwerken! De sterk stijgende schulden verontrusten ons. En het schadelijkste vind ik dat van de 1 miljoen euro die Oostende kreeg om mensen te steunen die in moeilijkheden zitten door de coronacrisis, er nog altijd geen 5 procent is uitbetaald. Dat is geld voor de inwoners! Er zijn steden waar al 70 procent van dat geld is betaald aan de inwoners. In volle crisis laten ze 950.000 euro gewoon in de schuif liggen.”

Waarom lukt dat in Oostende niet?

“Door mistig te communiceren, doordat bevoegd schepen Waldmann niet echt gebeten is om het geld bij de Oostendenaars te krijgen, en door de onwerkbare procedures. Ik ken een alleenstaande moeder die laptops voor haar kinderen wil kopen. Ze krijgt daar geen steun voor, eerst wil het OCMW onderzoeken of de kinderen iets op hun spaarboek staan hebben. Maar het is toch voor die mensen dat het geld dient?”

Stond SP.A vroeger meer open voor oppositievoorstellen?

“We kunnen toch zeggen dat de aanpak van onze ploeg in die bijna 25 jaar leidde tot een brede tevredenheid. We haalden twee keer de absolute meerderheid. Dat lukt maar als mensen in de breedte content zijn: werknemers, ondernemers, handelaars.”

Toch verwijst de huidige ploeg regelmatig naar fouten die onder jullie bewind zouden zijn gemaakt.

“Als ze het zelf niet kunnen uitleggen, verwijzen ze naar het verleden. Maar Open VLD en CD&V bestuurden toen toch ook mee? Ik denk aan het dierenasiel. Die nieuwbouw is nodig en het asiel verzamelde zelf 500.000 euro aan crowdfunding. Een historische verwezenlijking van de Oostendenaars. Het vorige stadsbestuur beloofde om daar hetzelfde bedrag bovenop te doen en dat blijkt nu niet op de begroting te staan. Maar in plaats van samen een oplossing te zoeken, vallen ze maar het vorige beleid en het dierenasiel aan.”

Vinden jullie je draai in de oppositie?

“Na zo lang te hebben bestuurd, kozen we in het begin om niet zomaar traditioneel oppositie te voeren en alles te bekritiseren. In het tweede jaar is er de coronacrisis en proberen we de meerderheid de hand te reiken. Het grootste oppositiewerk moet dus nog komen. We zetten wel al zwaar in op veldwerk: onze mensen in de wijken zijn beschikbaar en bereikbaar. We worden heel veel gecontacteerd.”