Van held tot schlemiel op enkele maanden tijd: zó snel kan het gaan in de politiek. Francesco Vanderjeugd heeft het meegemaakt. In een emotioneel gesprek blikt de populaire liberaal terug op twee woelige jaren. Hij heeft zich dikwijls eenzaam gevoeld. Vandaag krabbelt hij weer recht. Vól zelfvertrouwen. Zijn ambitie is even groot als helder: hij wil in 2024 de Vlaamse lijst trekken. Als dat niet kan, is zijn nationaal verhaal voorbij.
First things first . Of het drukke dagen zijn voor de bekendste kapper van het land? “Het is geen stormloop zoals na de eerste lockdown. De mensen zijn ook heel voorzichtig. Ze wachten buiten in de auto tot ze aan de beurt zijn. Bovendien denk ik dat veel mensen zelf aan hun haren gefrutseld hebben. (grijnst) Of dat sommige kappers toch aan huis gekomen zijn. Of ik dat gedaan heb? Zéker niet. Wie dat doet, pikt een ander zijn klanten in. Dat is elkaar de loef afsteken. Ik heb opgeroepen om collegiaal te zijn.”
Vanderjeugd was de eerste die pleitte voor de heropening van de kapsalons. De burgemeester van Staden is lid van het partijbestuur van Open VLD en trok al in december aan de mouw van de premier, Alexander De Croo. “Ik woon boven mijn kapsalon. Het deed me écht pijn om dag na dag die lege ruimte te zien. Ik was er ook van overtuigd dat wij op een veilige manier konden herstarten.”
Zit u zelf nog met de handen in de haren? Letterlijk dan?
“Jawel. Vaker dan voor corona, omdat de weekends vrij zijn. Anders is het elke zaterdag en zondag van het ene event naar het andere hollen. Als het te druk is, help ik mee. Of als mijn gerante vakantie heeft. Maar ik doe geen vaste uren. Dat zou moeilijk werkbaar zijn.”
Zijn dit boeiende tijden voor een burgemeester?
“Niet meer. (lacht) Heel die corona begint serieus mijn keel uit te hangen. Je voelt je machteloos, omdat je dat zelf niet in de hand hebt. Je hoopt op die vaccins, maar ook die komen trager dan verwacht. (zucht) Het gaat niet vooruit, hé. Wat kan je doen als burgemeester? Vooral informatie bezorgen aan de inwoners. Daar zetten we sterk op in. We versturen weer meer papier, omdat we iedereen willen bereiken. En we injecteren heel gericht extra middelen in het maatschappelijk weefsel. We hebben al 435.000 euro aan eigen middelen geïnvesteerd. Dat is een enorm bedrag voor een gemeente zoals Staden.”
Kreeg u al uw vaccin?
“Neen, ik ben nog niet aan de beurt.”
In andere gemeenten schuiven schepenen en burgemeesters aan voor de restjes van woonzorgcentra. Gebeurt dat hier niet?
“Neen. De bevoegde schepen is wel ingeënt. Dat is ook logisch. Het woonzorgcentrum is van de gemeente. Zij moet daar dikwijls aanwezig zijn. Maar zij stond netjes op de lijst, net zoals iedereen die verbonden is aan het centrum. Je ziet wel dat in sommige gemeenten de burgemeester en schepenen aanwezig zijn bij de eerste prik. Ik heb dat bewust niet gedaan. Want je weet hoe dat gaat. Als er dan een overschotje is, wordt er naar jou gekeken. Dat is niet altijd kwade wil, hoor.”
Vindt u dat niet wrang?
“In Moorslede is daar een debat over (de oppositie beweert dat de burgemeester en één schepen al een vaccin kregen, red.). Nu, ik kan niet zeggen wat daarvan waar is. Ik begrijp natuurlijk dat daar kritiek op komt. De mensen lopen al maanden op de toppen van hun tenen. Op alles wat er gebeurt, komt er kritiek.”
U kreeg kritiek omdat u Westvlees niet sloot, toen dat vorige zomer een zware uitbraak kende.
“Maar ik heb gelijk gekregen, hé. (lacht) De gouverneur, toen Anne Martens, wou het bedrijf sluiten. Ik vond dat te drastisch. We wisten in welke afdeling de broeihaard zat. We konden die afsluiten en vervolgens alle mensen testen. Van de 800 arbeiders bleken er maar 20 positief. Dan de fabriek sluiten, zou buitenproportioneel zijn. Je moet ook rekening houden met de economische impact.”
Heeft het bedrijf druk gezet?
(resoluut) “Neen. Er is geen druk geweest. Ik zweer dat op het graf van mijn moeder. Ik heb deze beslissing zélf genomen na overleg met het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid.”
Wat doet corona met u?
“In de eerste lockdown heb ik diep gezeten. Dat was heavy . Mijn ritme was helemaal verdwenen. Ik begon ’s nachts te leven. Ik heb me echt moeten herpakken. Vandaag zit de balans wél goed. Het verschil met de eerste lockdown is natuurlijk groot. Je voelt je minder opgesloten. Ik zal meer zeggen: deze tijd voelt soms aan als een verademing. Mijn lichaam heeft deugd van die vrije weekends.”
U bent gevoelig voor donkere emoties, schrijft u in uw boek. Hebt u die opnieuw gevoeld?
(knikt) “In de eerste lockdown wel, ja. (even stil) Vooral in de zomer van 2018 heb ik diep gezeten. Ik werd zelfs opgenomen in het ziekenhuis. Uiteindelijk ben ik dat najaar toch voluit gegaan voor de lokale verkiezingen. Daarna waren er Vlaamse verkiezingen en was er de heisa over de lijstvorming. Na die verkiezingen was er de strijd voor het voorzitterschap. Ik heb eigenlijk volle bak gedraaid tot aan de lockdown vorig jaar. Mijn lichaam heeft nooit volledig rust gekregen. Vandaag wel, en dat is het grote verschil. Vandaag heb ik een goede balans tussen lichaam en geest. Ik geef me volop in de week en kan in het weekend uitrusten. Dat is een verademing.”
Mist u het Vlaams parlement?
“Énorm. En ik had dat niet verwacht. (enthousiast) Ik voelde me daar echt thuis. Ik had me helemaal ingewerkt in de landbouwmaterie. Dat was nochtans niet mijn domein. Op de duur werd ik op handen gedragen door de landbouwers. Ik was hun stem in Brussel. Je kan daar echt het verschil maken. Let op: ik amuseer mij als burgemeester, hoor. Meer dan ooit zelfs. De vorige legislatuur was er veel miserie binnen de coalitie. Vandaag hebben we de absolute meerderheid, waardoor het op wieltjes loopt. Maar ik voel dat er voor mezelf iets ontbreekt. Dat is het parlement.”
U hebt gegokt en verloren, toen u twee jaar geleden uw derde plek en een zekere zetel afstond aan Mercedes Van Volcem.
“Dat is zo. Ik dacht écht dat onze Vlaamse lijst onder aanvoering van Bart Tommelein vier zetels kon halen. Dat is niet gelukt. Ik had niet verwacht dat Vlaams Belang zó sterk zou stijgen. (op dreef) Maar weet u wat het echte probleem was? De federale lijst. Vincent Van Quickenborne wou daar een wit konijn op de tweede plaats, Kathleen Verhelst, en hij vroeg mij om die keuze te verdedigen. Ik had dat niet mogen doen, want ik heb zo mezelf in de miserie gewerkt.”
Was u overmoedig?
“Misschien. Ik zou dat vandaag anders aanpakken. Ik had aan Vincent moeten zeggen: sorry, maar dat gaat zomaar niet . Mercedes had daar op de tweede plaats moeten staan. Dan was er geen probleem. (feller) Het is door die keuze dat er een intens conflict kwam in de partij. Ik wou dat niet. We stonden op enkele maanden van de verkiezingen, hé. Ik heb daarom mijn derde plaats afgestaan aan Mercedes. Uit loyaliteit aan de partij. Ik had dat anders moeten aanpakken. Het feit dat de partij mij nadien wilde paaien met een eventuele zetel in de senaat, heeft me pijn gedaan.”
Was dat geen mooie geste?
(kwaad) “Sorry, maar de partij wil de senaat afschaffen. Ik wil daar niet gewoon zitten om aan de kassa te passeren. Het was alsof ze mij een lekstok wilden geven. Dan zal hij wel zwijgen. Men wist dat ik nadacht over het voorzitterschap.”
Misschien had u toch kandidaat-voorzitter moeten blijven?
“Misschien. Ik had het Egbert Lachaert moeilijker kunnen maken, denk ik. Ik was de tiende bij de verkiezingen voor het partijbestuur. Ik had amper honderd stemmen minder dan Gwendolyn Rutten en méér stemmen dan Karel De Gucht. (denkt na) Ik zal u zeggen waarom ik geen kandidaat gebleven ben. Ze hebben mij gebroken op het toetredingscongres voor de Vlaamse regering (in oktober 2019, red.). Ik heb me nog nooit zó eenzaam gevoeld als toen. Ik heb daar als eerste de zaal toegesproken. Ik wou meer debat over het regeerakkoord en inspraak van de leden. Dat was wellicht de naïeveling in mij.”
“In de zaal zaten alleen mensen die wilden toetreden. Ik werd belachelijk gemaakt door de top. Dat heeft mij diep geraakt. (met krop in de keel) Na afloop voelde ik mij een paria. Ik stond letterlijk alleen op de receptie. Iedereen wou afstand houden. Alsof ik vies was. Ik was beschaamd. Ik wou daar weg, maar ik wist niet hoe. Ik heb gedaan alsof ik belde, en zo ben ik naar buiten gegaan. (heeft het zwaar) Sorry, ik ben een gevoelsmens. Dat heeft zo diep ingehakt op mij. Ik had álles gegeven voor de partij.”
Denkt u dan niet: ‘foert, ik stap op’?
“Mijn broer zegt dikwijls: wat doe jij nog bij de liberalen? Ze zijn je niet waard . Maar voor mij is liberalisme méér dan de partij. Dat is een levenswijze. Ik ben een liberaal. Ik zou niet kunnen aarden in een andere partij. (even stil) Al moet ik toegeven dat ik na het congres getwijfeld heb. Ik was het beu. Het is daarna dat ik verdere toenadering heb gezocht tot Bart (Tommelein, aan wie Vanderjeugd zijn steun toezegde, red.). Ik had inhoudelijk ook toenadering kunnen zoeken tot Lachaert, maar menselijk zou dat verkeerd zijn. Bart is een vriend.”
Wat vindt u van de koers van Lachaert?
“Het is vroeg om te oordelen. Hij doet alles om de partij een nieuwe schwung te geven, maar de tijdsgeest zit niet mee. Het zijn de extremen die de wind in de zeilen hebben. Het is niet makkelijk om daar een verhaal tegenover te zetten. (op dreef) Dé uitdaging is volgens mij uitleggen aan de mensen wat liberalisme voor hen betekent. Waarom liberalisme goed is voor iedereen. Dat liberalisme niet alleen vrijheid is, maar óók verantwoordelijkheid. Ik was daarom blij met de vorming van de federale regering. Mijn partij heeft verantwoordelijkheid getoond. Ik ben ook blij dat er eindelijk weer een Vlaamse premier is.”
U bent nog altijd maar 33. Hebt u nog nationale ambities?
“Ja. Mijn horizon is de Vlaamse verkiezing van 2024. Ik heb dat al kenbaar gemaakt in de regio. We hebben trouwens geen enkel parlementslid meer in Roeselare-Tielt. (enthousiast) Mijn ambitie is duidelijk: ik wil de lijst trekken voor het Vlaams parlement. Ik wil onze leden ervan overtuigen dat ik die plek waard ben. Ik heb daar drie jaar de tijd voor. Ik zal daar álles aan doen. Ik zal vechten voor het vertrouwen van de basis. Want begrijp me niet verkeerd: ik vind het geen evidentie dat ik lijsttrekker word. Ik wil bewijzen dat ik de natuurlijke en de logische kandidaat ben.”
Zal u een tweede of derde plaats aanvaarden?
“Neen. Ik wil lijsttrekker zijn. Dat is mijn enige ambitie. Vergeet niet dat ik de vorige keer vanop de vierde plaats en vanuit een landelijke gemeente meer dan 18.000 stemmen behaalde. Dat waren er meer dan de nummers twee en drie. Maar het mag geen nieuwe lekstok zijn. Het mag niet zijn om mij een plezier te doen. Het moet zijn omdat ze geloven in mij.”
U moet dan opnieuw Bart Tommelein passeren?
“Dat weet ik niet. Ik weet niet wat hij van plan is. Ikzelf zal kandidaat zijn, dat is alles wat ik kan zeggen. Ik wil terug naar het parlement.”
Wat als u geen lijsttrekker wordt?
“Dan moet ik mij wél vragen beginnen stellen. Dan moet ik mij afvragen of ik nog een toekomst heb op nationaal niveau. Wat doe ik dan nog bij de liberalen? Willen ze mij wel op nationaal niveau? Politiek is niet het enige in mijn leven. (even stil) Als het niet lukt, dan hoeft het niet meer. Dan is mijn nationaal verhaal voorbij.”
Vreest u niet dat uw balans opnieuw zoek zal zijn, als u weer naar Brussel moet?
“Dat is continu zoeken. Ik heb de voorbije jaren en vorige legislatuur veel geleerd. Toen moest ik als burgemeester vooral brandjes blussen. Ik wou elke vergadering bijwonen. Vandaag kan ik loslaten. Ik heb meer overzicht. Dat is ook ervaring. Het is bovendien niet omdat iemand kwetsbaar is, dat die geen ambitie mag hebben. Wees maar zeker: ik heb geleerd om mijn grenzen te stellen. Ik weet wat ik kan.”
Francesco Vanderjeugd
-Geboren op 3 februari 1988 in Roeselare.
-Kapper van opleiding en uitbater van kapsalon Ziezo in Staden.
-Vrijgezel. Fiere peter van zijn oogappel Marie.
-Burgemeester van Staden van 1 januari 2013 tot vandaag.
-Vlaams parlementslid van 2014 tot 2019.
-Lid van het partijbestuur van Open VLD.
-Auteur van het boek Burgemeester met een Beugel .
Dat Bart Tommelein niet wil reageren op de ambities van Francesco Vanderjeugd als Vlaams lijsttrekker in 2024, lees je hier .
Cobbaert & Gheysen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier