(Top)sport, de belangrijkste bijzaak van het leven

© AFP
Tom Vandenbussche

Je kent het verlangen wel. Het verlangen dat elk jaar in juni opnieuw terugkeert. Het verlangen naar de Tour de France. Drie weken lang topsport van de bovenste plank. De ene neemt verlof om 21 ritten lang vanuit zijn zetel te genieten, te analyseren en te becommentariëren. De andere neemt verlof om op vakantie te gaan naar La Douce France en er met het gezin, jong én oud, de passage van de Tourkaravaan mee te maken.

Voor de 176 renners die op 1 juli in Kopenhagen Le Grand Départ zullen meemaken, is dat niet anders. Ook zij, gaande van Tourwinnaar Tadej Pogacar tot de net iets minder bekende Omer Goldstein, kijken er reikhalzend naar uit om deel uit te maken van het meest prestigieuze wielercircus van het jaar.

Van jongs af aan hebben Pogacar en co ervan gedroomd om ooit in de voetsporen van hun idolen te kunnen treden. Dat geldt ook voor Tim Declercq, Jonas Rickaert en Julien Vermote. Drie West-Vlamingen die de voorbije jaren naam en faam maakten als meesterknecht. Vermote loodste Tom Boonen, Mark Cavendish en Marcel Kittel naar de grootste successen. Declercq deed dat voor Julian Alaphilippe, Fabio Jakobsen en co. Rickaert leidde als sprintloods Tim Merlier, Jasper Philipsen en Mathieu van der Poel naar menig succes.

“Je kent het verlangen wel. Het verlangen dat elk jaar in juni terugkeert. Het verlangen naar de Tour de France”

© BELGA

Declercq, Rickaert en Vermote zijn jammer genoeg ook de drie West-Vlamingen die niet van de nodige tegenslag gespaard blijven. Vermote zat begin 2021 een tijdje zonder werkgever. Declercq moest dit voorjaar aan de kant met pericarditis, een ontsteking van het hartzakje. En Rickaert zit momenteel in het sukkelstraatje door een vernauwde liesslagader. Belgische specialisten willen hem niet opereren en zien hem zelfs liever stoppen, dus trok Rickaert de grens over. 85 procent kans op succes, zeggen de dokters in Eindhoven. Dat is veel, maar tegelijkertijd ook niet veel.

© BELGA

Terwijl kersverse papa Rickaert zijn vingers kruist, is de kans niet onbestaande dat Declercq en Vermote op 1 juli aan de start staan van hun respectievelijk vierde en vijfde Tour, de wedstrijd waar ze als kind jaren van gedroomd hebben. Maar het kan evengoed zijn dat ze de selectie niet halen en straks in augustus naar de Vuelta gestuurd worden. Ook goed, nietwaar? (Top)sport is immers de belangrijkste bijzaak van het leven.

Reactie? tom.vandenbussche@kw.be