Karl Vannieuwkerke schrijft een brief naar voetbalanalist Marc Degryse: “Je was mijn jeugdidool”

© BELGAIMAGE
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Naar aanleiding van de herstart van de Bundesliga schrijft hij Marc Degryse een brief. De voetbalanalist mag altijd antwoorden: karl@kw.be.

Beste Marc,

We mochten vorige zaterdag samen de eerste voetbalwedstrijd sinds lang omkaderen. Borussia Dortmund – Schalke 04 op Play Sports van Telenet. Een topper in de Bundesliga, de Duitse voetbalcompetitie die zich veel vroeger dan alle andere grote competities opnieuw op gang trok. Ik keek er al een paar dagen echt naar uit. Jij en Geert De Vlieger ook. Dat merkte ik toen jullie bijna kinderlijk enthousiast de redactieruimte binnenliepen. Ruimschoots op tijd. We mochten ons nog eens uitleven en dat was voelbaar. De gebruikelijke kus werd geruild voor desinfecterende gel en een begroeting vanop afstand. Zoals gewoonlijk voerden we voor de uitzending de nodige discussies over de match die eraan kwam en deze keer ook over de algemene vergadering van de Pro League. Ook in de voorbeschouwing ging het hard. Mopje hier, spitse repliek daar, stevige standpunten zonder compromissen. Dat laatste is je handelsmerk. Maar toen begon de match en na nog geen vijf minuten zag ik de fonkelende sterretjes in je ogen uitdoven. Je vond het maar niets. Je schuddebolde en gromde. Hoe hard ze op dat veld ook hun best deden, je kon je er niet voor opladen. De thuisploeg speelde nochtans een sterke match. Dortmund walste over Schalke en maakte vier mooie goals. Thorgan Hazard in een glansrol, de 19-jarige sensatie Erling Haaland met zijn dertiende doelpunt in twaalf matchen en de buitenkant van de linkerslof van Raphaël Guerreiro bij de vierde treffer. Het waren hoogtepunten in wat echt een goede wedstrijd was. Maar de coronamaatregelen degradeerden een uitstekende match tot een Geisterspiel. De focus verdween van wat er wel was naar wat er niet was.

Tijdens de rust hield je je niet in. Ik denk dat een paar Telenetbazen een paar keer slikten, Marc. Je degradeerde het product dat moest verkocht worden tot een non-spektakel. En ik kan je wel volgen. De 22 voetballers leken acteurs die urenlang teksten moesten debiteren in het licht van een grote schijnwerper voor een lege zaal. Nooit een lach, nimmer een traan en al zeker geen applaus.

Ik hoop dat het de komende maanden went, Marc. Aan volle stadions moeten we ons niet meteen verwachten. Het zal dus aan onze instelling liggen of het iets wordt. Ik geniet er elke keer van als we samen in een studio zitten. Bovendien vind ik het een eer om naast je te zitten. Er zit zes jaar tussen ons, net genoeg om een jeugdidool te zijn. En dat was je. In 1983 was ik twaalf, jij achttien. Ik droomde ervan om voetballer te worden, jij werd het. Je was veel meer een voorbeeld voor me dan je je misschien kan inbeelden. Je had zes jaar latijn-wiskunde gestudeerd toen je in de eerste ploeg van Club Brugge belandde, ik begon toen aan het college van Ieper aan mijn eerste van zes jaren in dezelfde richting. Dat schept een band. In mijn hoofd toch. Studeren en voetballer worden, het kon. Bij mij is het niet gelukt, jij werd een van de meest fijnbesnaarde spelers die ons land ooit heeft gekend. Griesje van Ardooie. Misschien moet je daar nog eens aan denken. Aan dat begin bij Ardooie. Voetbal zonder supporters langs de lijn, zo is het voor ons allemaal begonnen. Daar zijn we verliefd geworden op het spelletje. Ik kan me onmogelijk voorstellen dat een half jaar of langer zonder publiek die romance kan breken. Leven zonder voetbal? Je wordt zot, Marc!

Warme groet en tot snel,

Karl

Karl Vannieuwkerke schrijft een brief naar voetbalanalist Marc Degryse: