Karl schrijft een brief naar weerman Geri Haerynck (82): “Mensen als jij kleuren het leven en gemeenschappen”

Geri Haerynck.
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft deze week een brief naar Geri Haerynck. Deze 82-jarige weerliefhebber voorspelde begin januari het weer voor het hele jaar en tot dusver zit hij er recht op. Geri mag altijd antwoorden: karl@kw.be.

Beste Geri,

Ik schrijf deze brief om me te excuseren voor de overlast die ik je deze week heb bezorgd. Met mijn uitspraken over de volksweerman uit Koekelare tijdens Luik-Bastenaken-Luik van zondag heb ik de krantenjournalisten blijkbaar jouw richting uitgejaagd. Mea culpa.

Eigenlijk was het niet meer en niet min dan een plezant intermezzo om de monotonie van een urenlange live-uitzending te doorbreken. José en ik durven op een dood moment in de koers al eens een afslagje nemen. Daar worden we vrolijk van in ons hoofd en afgaand op de reacties genieten de mensen thuis daar ook van. Een win-win dus.

Mijn vader heeft al vaak over je verteld, Geri: Oarinck, de weerman èt gezeid dat… Zo klinkt het dan ongeveer. Meneer Haerynck, wij hebben mekaar nog nooit ontmoet of gesproken. Niet dat ik dat niet wil, maar het is er nog nooit van gekomen. Het blad met je jaarlijkse voorspellingen bereikt me wel keer op keer. En niet alleen via mijn vader. Ik heb nogal wat vrienden in Koekelare. Al vermoed ik dat mijn vader me nu wel eens tot bij je zal loodsen.

Je bent een van de laatste Mohikanen en net daarom zo waardevol

Ik moet eerlijk zijn, het is nu niet dat ik een beate bewondering koester voor lange termijnvoorspellers. Ik heb daar altijd sceptisch tegenover gestaan en dat zal in de toekomst ook zo blijven. Anderzijds heb ik wel respect voor je overtuiging en de manier waarop je het aanpakt. Vanuit het hart. Volkswijsheden hebben me altijd geïntrigeerd. Ook al met dank aan mijn vader. Hij nam me als kind mee naar plekjes waar veel mensen in hun hele leven nooit zullen zijn geweest. Jérémy had in Sint-Jan bij Ieper een oorlogsmuseum met memorabilia uit de Eerste Wereldoorlog. Aan elke granaatscherf, bajonet of zakmes hing een verhaal. Met helblauwe kijkers en dansende krullen die onder een visserspetje uitkwamen vertelde het mannetje (hooguit 1m50 groot) vol enthousiasme over zijn verzameling. Het werd mijn favoriete plekje en ik werd aangestoken door de geschiedenismicrobe. Toen ik nog studeerde, organiseerde ik eens een uitstap met tien medestudenten naar zijn koninkrijkje. We beleefden een legendarische namiddag, beter dan de beste cantus. Studentikoos en leerrijk. Meer dan dertig jaar later wordt er in whatsappgroepjes met oude vrienden nog naar verwezen.

Doe maar gewoon. Dan schiet er nog niet te veel van over, zeiden ze thuis altijd. De beste opvoeding die een tiener zich kan dromen. Daar zit de kiem van het feit dat ik liever een koffie drink bij Jeaninetje (al ligt ze momenteel helaas in het ziekenhuis. Word maar snel beter, Jeanine!) in Café Normandie op de markt van Diksmuide dan te moeten koketteren op een of ander BV-feestje waar iedereen vooral gezien en gehoord wil worden. Volksspelen in Wulvergem, de boltra van café America met bazin Alice in Dikkebus, bij Georges in Poelkapelle waar Achieltje een halve kilogram garnalen at zonder ze te pellen, café ’t Hof van Commerce in ons eigen dorp waar mijn vader me op een barkruk zette en voor de neus van SK Beverentrainer Robert Goethals verplichtte om Rik De Saedeleer te imiteren bij het doelpunt van Bob Stevens dat het kleine Beveren voorbij het grote Inter Milaan loodste. Het overstapje van Wim Hofkens à la Piet Keyzer daardoor als riedel vereeuwigd in mijn hoofd.

Het zijn herinneringen die op mijn persoonlijke printplaat staan en die ik al een kleine halve eeuw meedraag. Het is jammer dat dat soort plekjes en dat soort mensen met uitsterven is bedreigd. Daarom is wat je doet zo belangrijk, Geri. Onze maatschappij wordt overgenomen door de smartphone. Een weerapp dicteert ons hoe we ons moeten organiseren.

Vroeger waren mensen op hun fantasie en vindingrijkheid aangewezen. Je bent een van de laatste Mohikanen en net daarom zo waardevol. De universiteit van het leven heeft meer te bieden dan hogescholen en lezingen in campussen waar hoogdravendheid de norm is. Mensen als jij kleuren het leven en gemeenschappen, Geri. Ik at dinsdagmiddag een zak frieten met mosseltjes op azijn (mijn excuses aan de haters van dat laatste) in frituur ’t Boerhof in Koekelare.

Iedereen sprak over Oarinck. De volksweerman ook even volksheld. Je bent 82 jaar, maar lijkt me nog wel een eind mee te kunnen. Blijf doen wat je graag doet en bezorg ons na Driekoningen volgend jaar een blad waarop de zon het overneemt van de wolken.

Met warme groeten,