Oorlog rukte het gezin van Hector Verstraete uiteen in Merkem

Wat na de bevrijding van de kerk van Houthulst overbleef. © Repro ACK
Redactie KW

Begin september 1918. Van de gemeenten Houthulst, Klerken, Merkem en Jonkershove rest niet veel meer dan bergen puin. De meeste inwoners zijn gevlucht voor het oorlogsgeweld en wie niet vluchtte, werd verdreven. de dorpen zijn spooksteden waar slechts kanongebulder de doodse stilte doorbrekt. In Merkem maakt de dan tienjarige Hector Verstraete de oorlog mee. Diezelfde Hector Verstraete zou later burgemeester van Merkem worden.

“Hector Verstraete liet zijn wedervaren van WO I optekenen door Lucien De Roo, die dit bewaard heeft. Het gezin waarin Hector opgroeide, telde tien kinderen; Hector was het derde kind van Modest Verstraete en Leonie Noyelle, die een pachthoeve hadden in de Oostbroekstraat in het Noordeinde”, vertelt schepen en historicus Jeroen Vandromme.

“Het leven was hard maar goed op de hoeve, maar in 1914 hoorde de familie steeds meer onheilspellende geruchten van een naderende oorlog”, weet Jeroen. “Zijn verhaal begint bij het uitbreken van de oorlog, wanneer de zes oudste kinderen van het gezin vooruit worden gestuurd naar een tante in Reninge. Vader en moeder zouden met de vier jongsten op de kar met de muilezel volgen. De kinderen zouden nooit bij de tante raken en het gezin zou voor vele jaren uit elkaar gerukt worden en nooit meer volledig zijn.”

Gezin uiteengerukt

De oudste, Leon, was toen dertien jaar en de jongste die mee voorop naar tante werd gestuurd zes jaar. Vader en moeder zouden volgen met de vier jongsten waarvan de oudste vier jaar was en de jongste drie maanden. “Hector wist nog maar al te goed hoe het gebulder van de kanonnen begin oktober klonk, hoe de horizon in een vuurzee veranderde en hoe de buren en veel gezinnen met have en goed vertrokken. De zes oudste kinderen hollen de landweg op. Bij Luigem – een gehucht van Merkem – komen ze in een kluwen van de Belgische soldaten, paarden en oorlogsmaterieel terecht, onmogelijk om de Drie Grachtenbrug te bereiken. Een soldaat vraagt de kinderen waar ze naartoe gaan. ‘We willen naar Reninge’. ‘Spoed U kinderen, ge kunt nog door de broekage naar de Knokkebrug’. Vandaar worden ze met de stroom vluchtelingen meegesleept om uiteindelijk via Lo in Hoogstade terecht te komen, waar ze door de zusters in het klooster ondergebracht worden.”

“Twee van de jongste kinderen sterven tijdens de vlucht kort na elkaar”

“Van daar worden ze nog een paar keer verkast om uiteindelijk in Frankrijk in het departement Orne, in het dopje Flers, terecht te komen. Hier worden de kinderen van elkaar gescheiden, een zus wordt bij een rijke dame ondergebracht, een broer komt op een boerderij, twee worden ondergebracht in een huis in het dorp om drie weken later naar het weeshuis te worden verplaatst. Hector zelf komt op de dorpshofstede terecht”, vertelt Jeroen Vandromme het verhaal verder.

Op de foto herkennen we v.l.n.r. burgemeester Ann Vansteenkiste, schepen Jeroen Vandromme, de ambtenaren Alain Paesbrugghe, Marleen De Cuyper en Delphine Willemijns. Ze poseren voor de oude vlag van Houthulst die ook in het archief wordt bewaard en die men zal proberen te herstellen.
Op de foto herkennen we v.l.n.r. burgemeester Ann Vansteenkiste, schepen Jeroen Vandromme, de ambtenaren Alain Paesbrugghe, Marleen De Cuyper en Delphine Willemijns. Ze poseren voor de oude vlag van Houthulst die ook in het archief wordt bewaard en die men zal proberen te herstellen.© Foto ACK

Nog eens vluchten

“Intussen in Merkem waren vader en moeder Verstraete met de vier kleintjes en een volgeladen wagen op de vlucht gegaan. Ook zij raakten niet voorbij Luigem en keerden naar huis terug”, kon Jeroen uit het oorlogsverhaal leren. “Ze zagen hoe de Duitsers dichtbij kwamen, de hoeve leegplunderden en besloten nog maar eens te vluchten. Het lukte na vele pogingen. Het gezin werd gescheiden wanneer de vader door de Duitsers werd gevangengenomen. Hij wist te ontsnappen maar het duurde nog een hele tijd eer hij zijn vrouw en kinderen weerziet. De bevolking van Merkem krijgt het bevel om te vertrekken. Moeder Verstraete vluchtte met haar vier kinderen en komt in Torhout terecht, waar twee van de jongste kinderen kort na elkaar sterven. Het zou tot 1919 duren voor de eerste kinderen weer bij hun ouders kwamen. Samen kwamen ze terug naar Merkem waar ze niets meer terug vonden. Van de kerk, het kasteel, de vertrouwde huizen in het dorp, hun eigen huis restte niets dan puin. Met de moed der wanhoop werd de heropbouw aangepakt. Stilaan kwam het leven in Merkem weer op gang.”

Feiten

– De Slag van Merkem op 17 april 1918 was een Duitse poging om het dorp te heroveren op de Belgen, die de aanval echter wisten af te slaan. De slag ging gepaard met bloederige gevechten. De Duitsers hadden op 17 april 1918 ‘s ochtends het gehucht De Kippe ingenomen, maar luttele uren later viel het weer in Belgische handen, net als enkele militaire posten in de buurt. Nooit eerder hadden de Belgen de Duitsers zo duidelijk verslagen.

– Klerken werd bevrijd op 28 en 29 september, net als Jonkershove, Pierkenshoek, centrum Houthulst door de compagnie van luitenant Charles D’Huyvetter. Het bos van Houthulst werd ook op 28 september 1918 bevrijd door eenheden van het 3de en van 23ste Linieregiment.

(Annie Callewaert)