Reddy De Mey, 35 jaar geleden even wereldberoemd door vergane ferry: “De Herald is altijd aan mij blijven kleven”
Zondag is het exact 35 jaar geleden dat de Herald of Free Enterprise kapseisde voor de kust van Zeebrugge. De ramp kostte het leven aan 193 opvarenden, maar was tegelijk het hoogtepunt in de carrière van toenmalig VRT-televisiejournalist Reddy De Mey (77). “Er is een periode voor en na de Herald in mijn loopbaan”, zegt de Oostendenaar. Hij keert voor ons terug naar die dramatische vrijdagavond 6 maart 1987.
Iedereen die de kaap van 35 jaar heeft overschreden, kan zich bij de ramp met de Herald of Free Enterprise nog iets voorstellen. Die bewuste vrijdagavond 6 maart 1987 om 19.24 uur kapseisde het schip van de Britse rederij P&O Ferries op amper één kilometer van de Belgische kust, 19 minuten nadat het de Zeebrugse haven verlaten had.
Er was op dat moment tachtig man personeel aan boord en de ferry vervoerde 459 passagiers, 81 personenauto’s, 3 bussen en 47 vrachtwagens. Liefst 193 opvarenden zouden de ramp niet overleven.
Voor ik het wist, was ik via een touw de Herald aan het opklimmen
“Ik had die hele vrijdag al in Zeebrugge doorgebracht”, graaft Reddy De Mey, die op 25 juni 78 jaar wordt, in zijn geheugen. “Ik had er een reportage gedraaid over de eerste twee windmolens die enkele weken later in gebruik zouden genomen worden. Toen ik na een lange dag thuis kwam, zei mijn echtgenote zaliger dat ik mijn jas niet moest uittrekken.”
“De redactie had gebeld dat er in Zeebrugge iets met een bootje was gebeurd. Dat die iets zó groot zou zijn, kon ik toen in geen lichtjaren vermoeden.” Reddy belde al zijn maritieme contacten af, maar ving overal bot. “Ik had meteen door dat er iets serieus fout zat.”
‘Dikkerd’ van televisie
Reddy’s collega’s waren al vanuit Brussel onderweg en pikten de Oostendenaar op. “Stefan Blommaert was rechtstreeks naar Zeebrugge gereden. We vertrokken meteen, maar aan het Zeepreventorium in De Haan wemelde het al van militairen en ordediensten.”
“We konden ons uiteindelijk een weg richting haven banen en toen we daar aankwamen, werden net de eerste slachtoffers aan wal gebracht. We moeten zo dicht mogelijk bij het schip raken, dacht ik onmiddellijk.”
“Als bij toeval viel mijn oog op een sleepboot die zich net aan het klaarmaken was om te vertrekken. Er stond een cordon van veiligheidsdiensten, maar de kapitein herkende me van een reportage die we enkele weken eerder samen op de Noordzee hadden gemaakt.”
Plots hoorde Reddy: hé, die dikkerd van de televisie is daar weer. “Samen met een twintigtal andere journalisten gingen we aan boord en vertrokken we richting Herald.”
Toeval
De sleepboot voer pal naast het gekapseisde schip en Reddy herkende enkele reddingswerkers. “Het waren oud-leerlingen van mij. Ik was lang leerkracht Engels in Oostende en Bredene en had direct door wie ze waren.”
“Ik vroeg hen om even naar beneden te komen voor een interviewtje, maar ze deden me in alle impulsiviteit een voorstel dat ik niet kon weigeren. Ben je zot? Kom jij maar naar boven! Voor ik het wist, was ik met mijn camera- en klankman via een dik touw de Herald of Free Enterprise aan het opklimmen.”
”Door dat enorme toeval was ik de enige verslaggever die tot op het gekapseisde schip raakte.”
Appelflauwte
Wat Reddy daar zag, staat op zijn netvlies gebrand. “We stonden er letterlijk tussen de nog warme lijken, de reddingsheli’s cirkelden boven onze hoofden…”
“We bleven er hoop en al een kwartiertje, tot grote ergernis van de reddingswerkers. Mochten ze gekund hebben, dan gooiden ze ons gewoon het water in. Terwijl we gewoon onze job aan het doen waren. Eenvoudig was dat niet, maar ik kon gelukkig snel de knop omdraaien. Ik moest de feiten weergeven.”
Die vijftien minuten op de Herald hebben Reddy De Mey’s carrière bepaald. “Er is een periode voor en na de Herald, ja. Alsof al mijn andere journalistieke werk niet van tel is geweest.”
“Tot op vandaag blijft het hele verhaal aan me kleven. Ik word nog altijd over de ramp aangesproken. Ach, het zij zo. Ik heb er al lang vrede mee genomen.”
Terug aan wal stond Reddy in het middelpunt van de belangstelling. “Ik was plots ooggetuige, hé. Ik heb toen de internationale pers te woord gestaan in talen waarvan ik niet eens wist dat ik ze machtig was. Onze beelden moesten we trouwens naar de zendmast in Egem brengen, want een straalwagen hadden we niet.”
“Aan de Reyerslaan werd een montagestudio uitgebroken en in het cachot van Zeebrugge ondergebracht. Rond een uur of twee ’s nachts konden we eindelijk ter plekke monteren.” Hoe lang Reddy in de weer is geweest, weet hij niet exact.
“Maar ik ben toen zeker 48 uur aan een stuk wakker geweest”, zegt hij. “Ik heb zelfs nog moeten inspringen voor collega Stefan Blommaert. Net toen hij live in Het Journaal moest gaan, kreeg hij een appelflauwte. Gelukkig had hij net daarvoor alles bij wijze van oefening aan mij verteld en kon ik overnemen.”
Ook het exacte aantal doden stuurde Reddy als eerste de wereld in. “Dat was tijdens de berging van het wrak. Vijf minuten voor ik op antenne moest, vertelde marine-perschef Roger Van Ransbeek me dat er 193 slachtoffers waren.”
“Maar hij vroeg me om het cijfer nog voor mezelf te houden. Omdat ik het journalistiek relevant vond, heb ik het nieuws toen wél wereldkundig gemaakt. Hij was not amused, maar we zijn altijd bevriend gebleven.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier