Moorslede en Dadizele waren één grote ruïne na WO I

Na de oorlog werd er een meiboom geplaatst. Op de foto staan alle bewoners die op dat ogenblik terug in de gemeente waren. (Foto JS) © (Foto JS)
Redactie KW

Eind september 1918 bevrijdden de Britten de regio rond Moorslede en Dadizele. Op dat ogenblik was alles al kapotgeschoten en was de lokale bevolking al gevlucht. Onder hen de 12-jarige Sylvere Dezegher. Hij hield een soort dagboek bij. Mede dankzij dat boek ontstonden bijna honderd jaar na de Eerste Wereldoorlog nauwe banden tussen Herne, de gemeente waar Dezegher verbleef tijdens de oorlog, en Dadizele.

De Eerste Wereldoorlog zorgde voor een geweldige ravage in Moorslede, Dadizele en Slypskapelle. Zo erg zelfs dat vanaf juli 1917 de lokale bevolking werd geëvacueerd. “Dit gebeurde via het station Ledegem-Dadizele dat eigenlijk op grondgebied Ledegem lag”, vertelt Daisy Decoene van de heemkundige kring van Dadizele.

“In oktober 1918 was het bevolkingscijfer in Dadizele nul. Iedereen was gevlucht voor de oorlog, die zich vlakbij afspeelde. Die vlucht gebeurde per trein in beestenwagons. De lokale bevolking kwam onder andere terecht in het Vlaams-Brabantse Herne en het Antwerpse Balen, twee gemeenten ver van al het oorlogsgeweld.

Heel veel munitie

Dadizelenaar René Dezegher vluchtte samen met zijn familie als een van de laatsten uit de gemeente. Dezegher werkte aan het station Ledegem-Dadizele en zorgde er mee voor dat vele Dadizelenaars op een veilige manier de gemeenten konden verlaten. De omgeving van het toenmalige station bleek uiteindelijk een heel belangrijke plaats in het verloop van de Eerste Wereldoorlog. Het station bevond zich op de spoorweglijn Roeselare-Menen. “Na de oorlog werd er in de omgeving van de Dadizelehoek, de omgeving waar vroeger het station was, de grootste hoeveelheid munitie gevonden die ooit werd teruggevonden na de Eerste Wereldoorlog”, accentueert Decoene de belangrijke ligging van het station.

René Dezegher, die uiteindelijk met zijn gezin ook in Herne school voor de oorlog, was ook als een van de eersten terug in de Pompeschittersgemeente. Toen hij in december 1918 terugkeerde zag hij dat alles kapotgeschoten was. Zo’n dertig bewoners vierden in dat jaar Kerstdag in Dadizele. Op 13 januari begon Renée weer te werken in het station. Zowel Moorslede als Dadizele waren op dat ogenblik nog één grote ruïne.” Het duurde dan ook vele maanden tot vele andere Moorsledenaars en Dadizelenaars terugkeerden naar hun gemeente. Op 1 mei 1919 werd er een meiboom geplaatst in het centrum van Dadizele. Op de foto staan alle bewoners die op dat ogenblik terug in de gemeente waren.

Daisy Decoene op het Engels Kerkhof in Dadizele. (Foto JS)
Daisy Decoene op het Engels Kerkhof in Dadizele. (Foto JS)© ©2018 Jan STRAGIER

“Op dat ogenblik waren er dat echt nog niet veel. Op dat ogenblik lag Dadizele nog volledig in het puin.”

René Dezegher is de vader van Sylvere Desegher en de grootvader van Joël. Die laatste is reeds jarenlang verbonden aan de heemkundige kring van Dadizele. “Joël had nog een schriftje van zijn vader Sylvere. Die schreef als twaalfjarige tijdens de oorlog alles wat hij zag op vellen papier op. Na de oorlog goot hij die losse krabbels in een schriftje.” Daisy Decoene kreeg een tiental jaar geleden het schriftje te zien en besloot de teksten van Sylvere Dezegher, in combinatie met andere informatie omtrent de Eerste Wereldoorlog in Dadizele, in een boek te gieten.

Dubbelconcert

Daisy Decoene wist op dat ogenblik nog niet wat haar boek ging teweeg brengen. “Door het boek ontstonden al vlug contacten met de gemeente Herne. We gingen heen en weer om verhalen te horen en bezochten de vluchtplaats van de familie Dezegher. Het is belangrijk dat wij honderd jaar na datum nog altijd dankbaar zijn voor de gedwongen opvang in al die dorpen en steden die hierom niet gevraagd hadden.”

“De inwoners van Moorslede vluchtten massaal per trein in beestenwagons”

Uit de contacten tussen Dadizele en Herne vloeide er op 11 november 2015 een dubbelconcert voort. In de kerk van Herne las Daisy verhalen voor uit Een kleine jongen in de Grote Oorlog, het boek dat ontstaan was door een kleine Dadizeelse jongen die tijdens de oorlog zijn gedachten neerkrabbelde.

Feiten

Op het Britse militaire kerkhof langs de Oliekotstraat in Dadizele liggen momenteel meer dan duizend Britse soldaten begraven. Velen van hen sneuvelden tijdens het eindoffensief. Terwijl de Belgen ten noorden van de weg Ieper-Zonnebeke probeerden te forceren, probeerden de Britse soldaten in de omgeving van Moorslede en Dadizele vooruitgang te boeken.

“Op 26 september 1918 startte de slag die uiteindelijk naar de bevrijding van Moorslede en Dadizele zou leiden”, vertelt Daisy Decoene. Vooral langs de weg en de spoorlijn tussen Roeselare en Ledegem werd er hevig gevochten. De Britten konden stelselmatig de dorpen, of hetgeen er nog van overschoot, bevrijden. Een viertal dagen na het uitbreken van de slag konden Moorslede en Dadizele bevrijd worden.