Hij is net 35 jaar geworden en zijn leven bevindt zich momenteel “op de beste plaats waar het is geweest.” Sinds drie jaar gelukkig getrouwd met Niels, zijn droomplek op de nieuwsredactie van de VRT… Maar er waren al véél donkere plaatsen: de dood van zijn zus op haar achttiende, zijn worstelingen met zijn geaardheid en daardoor ook met zijn vader, zijn depressies, de homofobie in de Brusselse straten… Riadh Bahri openhartig: “In mijn heteroseksuele omgeving wordt evenveel vreemdgegaan, maar wordt er veel minder open over gepraat.”
Jani Kazaltzis, Griekse roots, zei vorig jaar aan precies hetzelfde tafeltje op het terras van Thermae Palace Hotel: “Ik ben zot van de zee. Maar niet van deze. Van blauwe zeeën. Zoals bij ons.
Riadh Bahri, Tunesische vader, Vlaamse moeder, opgegroeid in Wetteren : “De Middellandse Zee is mijn zee. Waar ik ben groot geworden, in mijn kinderjaren sleet ik elk jaar drie maanden in die zee. Mijn meest gelukkige herinneringen. Deze is mij te grijs. Mijn vroegste herinneringen aan de Noordzee dateren van de zeeklassen, zo vanaf het tweede studiejaar. Dat was voor mij de ideale ontsnapping, de hemel op aarde: een week weg van huis, waar mijn ouders niet meteen in het meest harmonieuze huwelijk zaten. Zo’n week was vrijheid, onbezonnenheid – ik was altijd al in de klas een beetje haantje-de-voorste. Ik kom intussen maar een paar keer per jaar naar zee. Meestal met vrienden, met mijn man ga ik dan weer meer naar zee voor de rust, om veel te wandelen en om met onze luie krent op het strand te zitten en lekker te eten en te drinken. Ons leven in Brussel is al jachtig genoeg. En liefst in de herfst en de winter. Letterlijk uitwaaien, ’s morgens vroeg met de hond. Na anderhalf uur rijden vanuit Brussel die dijk opkomen, de zee ruiken en alle zorgen vallen van je af. Ik kom ook wel graag in Oostende, omwille van de vergane glorie. Ik snap de mensen niet die zeggen dat Oostende een marginaal kantje heeft. Ik woon in centrum Brussel, we zijn in ons dagelijkse wereld wel anders gewoon. Ik zie hier alleen maar lieve mensen en mooie, witte strandhokjes. Zo, wat wil je nog meer weten over mijn liefde voor de Noordzee?”
Hoe dat voelt, sinds 2010, toen Bahri er voor een trouwfeest was (“een feest van zeven dagen lang, de tijd van mijn leven”), niet meer in zijn ‘thuisland’ met die prachtige zee te zijn geweest?
60 procent Belg
“Ik zou er heel graag eens willen terug gaan, dat is zeker (luider) Ik ben nog steeds voor 50 procent Tunesiër, hé. En ik zal ook zo dood gaan. Je kan toch niet de helft van je DNA weggooien? Ik zal ook nooit zeggen dat ik intussen voor 60 procent Belg ben. Ik woon hier maar je roots gooi je niet weg.”
“Als Niels er niet meer zou zijn, dan zou ik dat niet overleven”
Het is geen kwestie van principes omtrent de homofobe cultuur daar. “Ik heb gewoon geen zin in ‘gedoe’. Of in een familiale afwijzing of zo. Ik hou via de sociale media nog wel sporadisch contact met vrienden van vroeger, met mijn wereld daar, luister ook via YouTube nog vaak naar Tunesische muziek. Tunesië is mijn vader.”
Terwijl het met zijn echte vader zo scheef is gelopen. Omdat die de seksuele geaardheid van zijn zoon, eenmaal geout, niet kon aanvaarden. Wat zwaar heeft gewogen op de jonge Bahri. Het was vaak heftig: hij vond zichzelf aanvankelijk “vies”.
“En dat had alles te maken met mijn opvoeding. Als iemand anders jou voortdurend zegt dat witloof een hele vieze groente is en je eet na twintig jaar voor het eerst witloof, denk je dat het dan zal smaken?” Maar het is schurend goed gekomen, “sinds zijn dood zie ik mijn vader weer graag. Ik merk ook dat ik zowel fysiek als karakterieel steeds meer op hem lijk. Papa, ik lijk steeds meer op jou, is een kutliedje maar het is 100 procent waar.”
Maar het weegt niet langer op hem. Hij is gelukkig getrouwd, heeft als nieuwslezer bij de VRT de job waar hij van droomde: zijn leven is weer plezant. Grinnikt hij nu of daagt hij een beetje uit? “Je gaat er dus van uit dat ik een plezant leven heb? Maar ok, mijn leven bevindt zich momenteel wel op de beste plaats waar het is geweest.” Dat vraagt na een luchtig aperitief om een diepgaander gesprek, we lopen schuifelend dat pad van zijn leven af.
Eerst: dat pad was wel heel moeilijk bereikbaar. Misschien wel zijn grootste manco mochten we voorgaande weken ondervinden: zijn organisatie en communicatie zijn een ramp – dat zijn internet al een paar keer werd afgesloten door facturen die bleven liggen, verbaast niet. En mails en apps leest hij wel (eens), maar antwoorden daarentegen…
Hij ontkent niet, haalt de iPhone boven: “Mijn meest positieve eigenschappen zijn nu eenmaal ook mijn meest negatieve: passioneel en intens leven is leuk maar het chaotische dat daarmee gepaard kan gaan, is – vooral voor mijn omgeving dan – ook vervelend en irriterend. Kijk, niets om trots op te zijn: momenteel 158 ongelezen WhatsApp-berichten, 152 SMS-berichten en zo’n 2.000 mails die ik niet heb gezien. Dan mailt men naar collega’s: kan je eens vragen aan Riadh of hij antwoordt op mijn mails… Ik denk altijd: als het echt belangrijk is, bellen ze wel. En ik ben sowieso geen fan van de instant antwoord-maatschappij. Men moet toch eens drie dagen kunnen wachten op een antwoord? Maar de mensen die top of mind zijn, mijn man, familie en mijn dichtste vrienden, krijgen wel snel een berichtje terug, hoor. (monter) En er wordt aan gewerkt: ik heb nu voor mijn papieren en facturen een heel systeem. Alle post gaat in een schuif en elke 1ste en elke 15de van de maand open ik alle brieven en betaal ik alle facturen. En op aanraden van collega Xavier (Taveirne, red.) probeer ik er nu ook voor te zorgen dat op vrijdag mijn hele mailbox leeg is. Dat kost me dan elke vrijdag wel een uur. Veel van dat chaotische heeft ook te maken met mijn werk. Op een nieuwdienst komen zoveel prikkels en heb je zoveel aan je hoofd, dat ik daarbuiten rust aan mijn hoofd wil. Maar ik moet daar aan werken, zegt mijn therapeut ook.”
Kwinkslag in Journaal
Bahri en de therapeuten, dat is voor straks. We komen eerst op zijn professionele pad, bezaaid met rozen. Master Taal en Letterkunde, heel snel kunnen starten op de VRT, via Karrewiet in 2009 naar de nieuwsdienst. In 2020 kreeg zijn populariteit dankzij De Slimste Mens ter Wereld een opstoot, hij werd dat jaar ook door Radio 2 uitgeroepen tot Beste Televisiereporter. En vorig jaar dan werd hij nieuwsanker, zijn ultieme droom, en daar is inmiddels met #BelRiadh een eigen webreeks bij gekomen.
“Dromen komen soms uit, Frank! Al dachten velen lang dat mijn persoonlijkheid niet geschikt was om nieuwslezer te worden. Te flamboyant, teveel flapuit… Maar intussen merken de kijkers wel dat ik het op mijn manier kan doen. Met een glimlach vooral, met wat ruimte voor een kwinkslag, ik ben er mij van bewust hoeveel emmers miserie wij in Het Journaal soms wel uitgieten. En ik probeer niet te afstandelijk te zijn. Ik zal bijvoorbeeld nooit u maar altijd je zeggen.”
Het heeft niets te maken met een nieuwe generatie nieuwslezers. Was Jan Becaus daarbuiten een heel flamboyante mens – op antenne moest de nieuwslezer zo neutraal grijs mogelijk blijven. Dan is de huidige lichting een stuk kleurrijker.
“Neen, het is geen marketing. Ik bén gewoon zo, we moeten geen toneelstukje meer spelen zoals in de vorige eeuw. Ik ben ook blij dat in de huidige groep een diversiteit aan stijlen schuilt, er gaan ongetwijfeld mensen zijn die meer hun gading vinden bij Annelies, bij Hanne, bij Wim, bij Fatma…”
Die diversiteit is intussen belangrijk, niet alleen op de VRT. Kleur, gender, geaardheid…
“Wie zijn wij om te oordelen over de manier waarop Conner Rousseau uit de kast kwam?”
“Ik vind ook dat in eerste instantie moet worden geselecteerd op de kwaliteiten. Maar het is ook normaal dat een bedrijf zoals de openbare omroep, met als aandeelhouders alle Vlamingen, een weerspiegeling is van heel Vlaanderen. En niet alleen op het scherm. Toen ik in 2009 bij de VRT begon, was het aantal werknemers met een migratieachtergrond zeer beperkt. Bijna vijftien jaar later is daar een immense weg in afgelegd. In die mate dat ik weet dat echt wel de béste mensen worden geselecteerd. Ik ben een beetje Vlaams en stoef dus niet graag maar ik durf wel zeggen dat ik op die stoel zit omdat ik er 13 jaar keihard heb voor gewerkt. Ik zou niet kunnen leven met het idee dat het is omdat ik een andere naam heb.”
Of omdat hij geen hetero is. Lachend: “Dat alle mannelijke nieuwslezers homo zijn, is heus geen bewuste strategie. Dat is eerder per ongeluk!” Daar gaan we: de homoseksuele geaardheid van Riadh Bahri! Grijnzend: “Ik heb toch al één keer, onlangs, een interview gegeven waarin mijn homoseksualiteit niét aan bod kwam. Maar het stoort me niet.”
Het zal zijn omdat dat professioneel rozenpad privé doorspekt is met worstelingen met zijn geaardheid. Eerst persoonlijk, met de eerder aangehaalde heftige strijd met zijn vader. Uitmondend in depressies met te veel cola drinken en eten, op een gegeven moment woog hij 105 kilo. Protest: “Foute informatie! Mijn maximum was 99,3 kilo! Nu nog 77 kilo. Voor 1,9 meter. Maar er moet nog steeds wat vet af!”
Ook daarom sport hij fanatiek, lopen en fitness, zes dagen per week. “Álles is ijdelheid. Zolang mogelijk de jeugd vasthouden, hé. En dus tel ik dagelijks mijn calorieën en hou ik alles bij in een app voor mijn personal coach. Maar sporten is ook een uitlaatklep geworden. Die depressies hebben mij geleerd dat ik een bepaalde mentale kwetsbaarheid heb. Dat ik tools moest ontwikkelen om op tijd de balans in mijn hoofd te herstellen. Dat is geen zwakte, dat is een sterkte. Ik voel me nu veel beter, ben veel zelfzekerder.”
En hij is nog steeds in therapie. “Om de drie maanden laat ik mijn hoofd nakijken. Niet omdat ik ongelukkig ben, maar om even stil te staan bij wat er gebeurt in mijn leven, of ik fouten heb gemaakt. Het is de enige plek waar ik 100 procent eerlijk kan zijn. Niels wordt meteen bezorgd als ik zeg dat het even wat minder gaat. Dat is zoals je bij een huisarts om de drie maanden op controle gaat. Doe ik als halve hypochonder ook.”
Een onderhoudsbeurtje, meer is het niet. Zijn depressies werden in 2015 omstandig verwoord en afgeschreven in het boek Depressief? Loser! – Over keihard vallen en weer opstaan . En vorig jaar volgde een boek over zijn geaardheid en outing Uit de kast, in de kast.
“Ik zou liegen als ik zou zeggen dat mijn outing een walk in the park was. We kunnen alleen maar hopen dat we ooit allemaal zo gaan kunnen praten, over iedereen. Want er zijn nog steeds veel mensen die ermee worstelen. Zoals er ook nog steeds veel zijn die worstelen met mensen zoals… ik.”
Hij geeft er in heel Vlaanderen lezingen over. “Zodat mensen weten dat ze niet alleen zijn. Of voor vaders of moeders die worden geconfronteerd met de andere geaardheid van hun zoon of dochter. Ik krijg nog elke dag berichten op mijn Instagram van mensen die mij vertellen hoeveel ze hadden aan mijn boek. De laatste zin in mijn boek is Fuck de Kast. In de hoop dat mensen die het boek binnen veertig jaar lezen, denken: wat een raar concept, uit de kast komen..! Laatst vertelde een schminkster op de VRT dat het jongentje van wie ze meter is thuiskwam van een schoolfeestje en doodleuk zei: ik heb een jongen gekust! En misschien heb ik wel een boontje voor hem. Inderdaad: et alors?”
Conner Rousseau
Misschien wel precies wat Conner Rousseau had moeten zeggen? Hij formuleert bedachtzaam nu. “Wie zijn wij om te oordelen over de manier waarop Rousseau uit de kast is gekomen? Seksualiteit en uit de kast komen, is zó persoonlijk. En het is bovendien een hallucinant idee dat men verwacht dat je op een dag moet opstaan en jezelf moet toestemming geven om aan je ouders, familie, vrienden, collega’s, aan iedereen… te zeggen: ik val op mannen, of op vrouwen. In de hoop dat men dan zegt Kumbaya! Verrijzenis… We love you! Was zo’n dramatisch filmpje too much? Had hij in 2023 moeten zeggen ‘et alors’? (opgewonden) Neen! Ik word gek van uitspraken als ‘we staan toch al veel verder!’ en ‘uit de kast komen is toch vanzelfsprekend?’ Ik leef niet in een bubbel, ik leef in Brussel, als ik mijn man in centrum Brussel een tong zou durven draaien, krijgen we binnen de tien minuten op ons gezicht!”
En daarom post Bahri nog steeds regelmatig berichten over de homofobe agressie waar hij zo vaak mee te maken heeft. Want zwijgen wil hij niet. En zich verstoppen ook niet. En dus liep het nieuwsanker in februari op de uitreiking van de Ensors in Oostende op de rode loper in een wel heel bloot ‘visnet’. Wat op sociale media nogal voor wat ophef zorgde. Waarop hij dan weer heftig reageerde.
(grijnst) “Dat netje… Ik ga in die outfit niet in Het Journaal zitten, daar zijn afspraken over, onze kledij mag nooit afleiden van wat je zegt. Kijk (toont blote bast): zo ga ik wel in Het Journaal zitten, maar dan wel met twee knopen meer dicht. Mijn kettingetje (de lettersHabibi, Arabisch voor ‘mijn liefde’) hou ik trouwens óveral aan. Dat netje was niet mijn meest geslaagde outfit maar op een leuk feestje zoals de Ensors mag ik toch wat uitproberen? Maar dan die gratuite, homofobe reacties…: ik moét daar iets over zeggen. Niets zeggen, is toestaan. Men mag zeggen dat ik lelijk gekleed loop en dat ik een slechte nieuwslezer ben en ze mogen mij dat ook altijd sturen, ik zal altijd antwoorden. Maar als ze mij aanvallen omwille van mijn kleur of geaardheid, dan reageer ik.”
Maar noem hem daarom geen activist voor de LGBTQ+-gemeenschap. “Ik loop niet als BV op kop van de Gay Pride. Maar die Gay Pride is wel belangrijk, als protestmars. En het is de fucking enige dag per jaar dat ik met mijn man hand in hand op straat kan lopen. Daarbuiten kan ik dat alleen op het werk, in onze gay-omgeving en in onze huiskamer. Dat zijn mijn safe spaces.”
Maar er is vooruitgang.
“Ik merk dat twintigers nu al protesteren tegen uitspraken als ‘die twee homo’s of lesbiennes van om de hoek’. Not done, men wijst of spreekt mensen niet aan op hun geaardheid!
En laat hem gewoon gelukkig zijn met Niels, een Limburgse viroloog. “Ik zeg hem vaak: ik ben een heel makkelijke persoon maar je moet de handleiding lezen.”
Ze hebben elkaar vijf jaar geleden leren kennen via de datingsite Grindr, zijn intussen al drie jaar getrouwd. Na alle putten is naast zijn professionele pad nu ook zijn privé-pad geplaveid.
“Niels moet mij daar wel eens op attent maken, dat ik het allemaal, mijn werk maar ook mijn relatie, niet zo vanzelfsprekend mag vinden. Grappig eigenlijk, toen ik vanavond naar zee reed, dacht ik nog: als Niels er niet meer zou zijn, tegen een boom zou knallen of mij zou zeggen ‘ik verlaat je’, dan zou ik dat niet overleven. Want Ik.Wil.Niet.Leven.Zonder.Hem! Alleen al bij de gedachte zou ik hysterisch kunnen janken. Zolang dat gevoel er is, hebben we een goede relatie, toch? Had ik vroeger aan mijn mama gevraagd of ze nog graag lang bij mijn papa wilde zijn, had ze geantwoord: ik zou er het liefst zover mogelijk van weg lopen.”
Niels Cremers
Hij noemt zijn huwelijk – in 2020 tijdens covid in besloten kring gevierd in België, daarna volgde nog een groot feest in Frankrijk – nog steeds het mooiste moment uit zijn leven. “Al had ik daarvoor altijd gezegd dat ik nooit zou willen trouwen. Doe ik niet aan mee… We zijn nog steeds even gelukkig, al is het heus niet altijd rozengeur en maneschijn. Maar dan kijk ik hier naar. (toont op zijn iPhone al zijn huwelijksgeloften aan Niels) Deze: Hoe graag ik je ook zie, lieve schat, ik kan je veel liefde beloven maar ik kan je geen vlekkenloos parcours beloven.”
“Als iemand jou voortdurend zegt dat witloof een hele vieze groente is en je eet na twintig jaar voor het eerst witloof, denk je dat het zal smaken?”
Hoeveel vlekken mogen er dan op? Ontrouw? Haal schouders op: “Ik heb Niels al gezegd: als we vijftig jaar getrouwd zijn, zullen we in die periode verschillende malen fysiek en emotioneel aangetrokken zijn door een andere man. ‘Het ‘innerlijke is belangrijker dan het uiterlijke’ is sowieso bullshit. En mijne vent is een schone vent. Anders was ik niet met hem getrouwd (lacht). Maar hoe definieer je dan ‘trouw’? Vanuit een klassiek, katholiek, hetero-normatief kader? In mijn heteroseksuele omgeving wordt evenveel vreemdgegaan maar wordt er veel minder open over gepraat. In mijn groepje van zeven vriendinnen is het bijna een taboe: als mijn man een andere vrouw kust, is het meteen gedaan! Dan denk ik: how..?! Dan wordt daar in de homo-gemeenschap veel opener over gepraat. Met afspraken. En ik merk ook steeds meer verschillende relatievormen: van 100 procent monogaam tot seksueel volledig open.”
En hoeveel kinderwens zou in de relatie Bahri-Cremers zitten? (Resoluut) “Geen! Nooit van mijn leven! Niels en ik zijn op dat vlak de perfecte match. Dat is al meteen op onze eerste date afgesproken. Je wil toch geen kinderen? Ha, ik ook niet..! Pluspuntje…! En de enige reden: ik vind kinderen gewoon niet heel leuk.”
Met zo’n titel zou hij zich niet ’s lands populairste nieuwslezer maken. “Ik heb heel veel respect voor mensen die kinderen hebben, maar ik zie ook bij mijn vrienden wat kinderen kunnen doen met je leven. En ik maak mij ook geen zorgen om alleen over te blijven in een rustoord: ik zou niet graag alle mama’s en papa’s die nooit één van hun vijf kinderen of tien kleinkinderen op bezoek krijgen te eten willen geven. Sommigen vinden dat misschien egoïstisch maar ons leven zal niet snel ten dienste staan van kinderen. Geen tijd, geen mentale ruimte voor. Al heb ik wel eens tegen Niels gezegd dat ik mij kan voorstellen dat ik later, eenmaal de 40 of 45 voorbij, een bepaalde zorgwens zal hebben. Pleegzorg in de weekends van kinderen in kwetsbare situaties, of zo. En dan maar hopen dat mijn chaotisch kantje dan ook wat weg is. Dat ik tegen dan een zeer stabiel mens ben.” (grijnst)
Aster Nzeyimana
Na een bloedhete zomerdag een milde laatavondzon, wijn en sliptongetjes op tafel en even verderop op de dijk een accordeonist die J’attendrai speelt…: Rhiad wordt lyrisch. “Zie ons hier zitten! We hebben allebei het mooiste beroep ter wereld!”
En hij zou dat beroep het liefst zolang mogelijk uitoefenen bij de VRT. Waarom schiet nu plots de naam van Aster Nzeyimana, sportanker en overgestapt naar VTM-kleurt-je-dag door mijn hoofd? “Zeg nooit nooit, maar Aster koos voor informatie en entertainment, die is zó uitzonderlijk getalenteerd. Ik zal altijd de link nodig hebben met nieuws – ik zat niet voor niets al op mijn tiende in de garage met een cassetterecorder journaaltje spelen. Én ik ben op dat vlak nogal conservatief: de VRT is voor mij een veilige plaats, de enige die ik ken ook.”
En over de centen gaan we niet. Of beter: voor de centen zou hij niet gaan. Hoewel: “Ik begin trots te worden op mijn spaarrekening. Vroeger was dat wel eens anders maar ik kom daar niet meer aan, die mag alleen maar groter worden. Om misschien binnen tien jaar een tweede verblijf te kopen?(lacht)”
Overlijden zus
Daarmee zijn we bijna rond. En is de zon al bijna helemaal onder.
Nog even, vraagt Kris. Nog even dan voor onze laatste notities.
– De luchtvaartspecialist van de VRT werkt momenteel zijn vliegopleiding af.
“Ik mag nu met een sportvliegtuigje vliegen, ja. Kunnen vliegen was altijd een droom van mij. De ultieme vrijheid en het gevecht met de natuurwetten. Ik moet zeggen dat mijn bucketlist momenteel leeg staat. Een mens moet toch niet altijd maar méér willen?”
–En dan nog zijn uitspraak over zijn zus die stierf aan leukemie toen zij18 jaar was. “Haar overlijden motiveerde mij voor dezelfde school in Gent, zonder haar dood had ik wellicht nooit bereikt wat ik nu heb bereikt.” Dat klinkt raar.
“Dat begrijp ik. Als ik dat aan mijn moeder zeg, wordt zij zot. Maar dat klinkt minder raar voor mensen die voldoende afstand hebben genomen van een overlijden. Ik had dat niet gezegd twee jaar na haar dood. Hoe kan je zin geven aan de dood van een jong persoon die twee jaar ziek is geweest? Mijn manier was de dankbaarheid voor heel veel dingen die nooit waren gebeurd als zij niet gestorven was. Het klinkt egoïstisch maar het is een dankbaarheid voor een soort big bang die mijn leven heeft getekend. Ik denk zelfs dat ik zonder haar dood nooit getrouwd was met Niels. Op die manier is ze nog altijd een deel van mijn leven.”
Die zomerochtend in Oostende. Riadh had het liefst de hele ochtend op zijn grote terras in de zon gechilld, maar er is nog wel de ontbijtvraag. Het eerbetoon dus aan Caroline Pauwels, de zo inspirerende VUB-rector en schrijfster van ‘Ode aan de Verwondering’ die te gast was in de eerste jaargang van Midzomernachten in 2020 en midden de vorige, in augustus 2022, stierf. Wat kan Riadh Bahri nog kinderlijk verwonderen?
“Wolken. Die oneindigheid. Ik kan er urenlang naar kijken. En mij dan urenlang verwonderen: hoe nietig zijn we niet in die oneindigheid? Ik ben niet gelovig, maar ik kan mij daar heel erg in verdiepen, verslind ook alle mogelijke documentaires over planeten en zonnestelstels en zo. Daar zit ook mijn passie voor vliegen in. De luchtvaart bestaat nog maar honderd jaar maar honderdduizenden mensen stappen dagelijks in een vliegtuig en vinden het normaal dat ze dan in A opstijgen en enkele uren later in B aan de andere kant van de wereld op een baantje van 50 meter breed worden neergezet. Absurd, toch? En we beschouwen dat allemaal als normaal. En hoe eindig is oneindigheid, binnen 4,5 miljard jaar gaat de zon dood en de mensheid wellicht ook. In afwachting klungelen alle mensen maar wat.”
Sinds twee weken geleden, op 26 juli, klungelt hij al 35 jaar. Hij staat in volle bloei, bleek gisteravond nog tijdens de fotoshoot. Wat een mooie man. Piekfijn verzorgd, in duidelijk zorgvuldig gekozen stylish zwart, brede bast bloot, wilde krullen secuur met gel in plooi gelegd. “Kost me elke keer weer kilo’s gel en veel tijd. (peinzend) Ik heb toch moeite met de vergankelijkheid van jeugd – ik kijk niet uit naar grijze haren en rimpels. En ik heb het gevoel dat het heel snel gaat. Ik weet nog heel goed dat ik zo rond mijn 28ste in een foto van mezelf plots in mijn ogen iets anders zag. Ze twinkelden al minder jeugdig dan toen ik 23 was. Die ogen waren volwassen geworden. En ze lijken meer en meer op die van mijn vader.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier