“Als ik nog maar begin over een avontuurlijke reis, kijkt Gert al verschrikt”: Midzomernachten met Ellen Callebout van ‘de Verhulstjes’

Vandaag verdeelt Ellen haar leven in volle vrijheid tussen Oostduinkerke, Antwerpen en Saint-Tropez. Met Gert. En Leo, de hond. © Christophe De Muynck
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Ellen Callebout, 45 jaar, Oostendse, klonk lang minder bekend dan Ellen Verhulst, mevrouw Gert Verhulst. Gert ken je van heel veel op televisie, Ellen intussen nu ook. Van de populaire realityreeks De Verhulstjes, in het najaar al aan zijn zesde seizoen toe. Ellen leeft dan wel in luxe en comfort, maar is eigenlijk nog steeds een even nijvere bij. Elke keer ze zichzelf ‘huisvrouw’ noemt, wuift ze er met vier vingers twee aanhalingstekens bij. Want dan mag het er wel op lijken dat mevrouw Verhulst heel verwend door het leven flaneert, tot haar relatie met Gert werkte ze keihard in de horeca in Blankenberge. Vandaag verdeelt ze haar leven in volle vrijheid tussen Oostduinkerke, Antwerpen en Saint-Tropez. Met Gert. En Leo, de hond.

Voor de vijfde zomer op rij wordt hotel Thermae Palace in Oostende ons tweede verblijf voor boeiende babbels met bekende gasten. Deze jubileumeditie van Midzomernachten krijgt een hele streep zonnecrème. Factor 24, zeg maar.

Eerst: die aanhalingstekens?

(lacht) “Omdat ik heus niet alléén huisvrouw ben. Ik zorg voor de verhuur van onze villa in Saint-Tropez en samen met mijn zus Kelly voor de renovatie en de verhuur van onze boot De Evanna, ik regel momenteel de verbouwingen in ons huis in Oostduinkerke… We maakten als koppel de keuze dat ik zou thuisblijven, maar eigenlijk heb ik daar nog steeds bijna een parttime job aan. Naast het hele huishouden runnen.”

En Gert komt daar niet in tussen?

(grinnikt) “Gert moeit zich met zo weinig mogelijk! We wonen halftijds in Antwerpen waar we uitkijken op onze boot en dan zegt hij plots: oei, den Evanna is weg? ‘Ja, Gert, die is momenteel verhuurd, hé.’ (lacht). Maar hij komt wel tussen in de grote zaken, financiële, verbouwingen en interieur en zo. Als we een nieuwe zetel kopen, moéten we die samen wel eerst eens testen. Hij is heel groot en ik ben maar 1,70 meter, we moeten er even comfortabel in zitten, hé. Ik regel alles, onze agenda vooral in samenspraak met zijn personal assistent. Maar ik beschouw dit allemaal eigenlijk niet als wérken. Niet te vergelijken met mijn échte job vroeger.”

Ellen in het kort

Ellen Callebout (Oostende, 1978) is al meer dan vijftien jaar de partner van de populaire televisiefiguur en baas van Studio 100 Gert Verhulst, ze zijn dit jaar vijf jaar getrouwd. Ellen bleef lang in de schaduw van haar Zeer Bekende Vlaming maar de populaire realityreeks De Verhulstjes over het leven van Gert en Elen met Gerts kinderen Marie en Viktor, intussen ook bekende namen in de showbizz, maakten van haar intussen ook een Behoorlijk Bekende Vlaming. Ellen heeft zelf geen kinderen, voor haar relatie met Gert runde ze in Blankenberge een restaurant. Daar leerde ze ook Gert kennen.

Toen werkte je in je horecazaak in Blankenberge keihard. Tot 70 uren per week, luidt het. En nauwelijks vakantie. Hier past de wijze uitspraak van de Britse filosoof Bertrand Russell: Een van de symptomen van een op handen zijnde zenuwinzinking is het geloof dat je werk ontzettend belangrijk is en dat het nemen van vakantie vele soorten rampen zal veroorzaken.

“Ik had dat vroeger met het restaurant, ja. Ik kreeg al stress bij de gedachte dat ik een weekje op vakantie moest terwijl het restaurant openbleef. Ik vond écht dat ik onmisbaar was. (lacht) Dan zat ik op vakantie constant te denken: het wordt in Blankenberge mooi weer, het zal in het restaurant in het honderd lopen… Ik nam als jonge ondernemer ook liefst altijd alles zelf in handen, zeer vermoeiend. En ik werd dan achteraf ook nog eens bevestigd: ho, Ellen, het was wel zeer hectisch zonder jou! Dat stimuleert dus niet om vakantie te nemen. Als ik daar nu aan terugdenk, denk ik: hoe heb ik dat ooit gedaan?”

Vooral ook omdat jouw leven er nu zacht uitgedrukt een stuk gemakkelijker uitziet?

“En toch was ik toen niet minder gelukkig. Mijn geluk zat gewoon ín mijn werk. Als ik zou kunnen herbeginnen, ik zou precies hetzelfde doen. Pas toen de relatie met Gert serieus werd, besefte ik dat ik geen tijd had om zoveel werk en Gert goed te combineren, wat mij wél ongelukkig had gemaakt.”

“Op vakantie zat ik constant te denken: het zal in het restaurant in het honderd lopen zonder mij”

En nu heb je áltijd vakantie. Voor jou geldt: ‘het leven is een vakantie tussen twee eeuwigheden’, ene van schrijver William Burroughs?

“Ja! (denkt na) Al zou ik stilaan voor zo’n eeuwige vakantie het liefst op één plaats wonen in plaats van op drie. Dat heb ik eigenlijk nog nooit gezegd. Louter en alleen omwille van mijn hond. Want het is toch een hele verhuis elke keer, met Leo. Dat er na Leo geen volgende hond meer komt, dat heeft Gért gezegd, hé! (lacht) Maar verder zou ik niets willen veranderen aan mijn leven tot vandaag. Het eerste deel van mijn leven was echt wild, avontuurlijk en hectisch, het tweede, al 16 jaar met Gert, is stabiel en comfortabel. Mooi toch?”

Maar naar wat moet je dan verlangen, vroeg Simon Carmiggelt zich af.

“Ik kan mij niet meer wensen dan wat ik nu heb. Ik heb fantastische ouders, een fantastische broer en zus, fantastische stiefkinderen…”

En nooit meer stress?

“Daar zou je van schrikken. Ik leef nog steeds heel gestructureerd, maak constant lijstjes op. Nogal fanatiek hoor, zo moét elke factuur, al bedraagt die maar 100 euro, metéén worden betaald! Pas dan kan ik dat loslaten, pas als mijn lijstje is afgewerkt kan ik ’s avonds mijn telefoon uitzetten. (tot Rita, haar moeder die haar vergezelt, red.) Dan krijg je geen antwoord meer op je berichtjes, hé?”

Rita knikt lachend.

Ellen: “Ik vind het van mezelf wel erg, die lijstjes. Ik spreek daar normaal met niemand over, zelfs niet met Gert. Want die zegt dan toch ‘laat eens los!’ Als hij in Saint-Tropez onverwacht last minute zegt ‘gaan we golfen’, dan schiet ik al in paniek! Ik begin elke dag met: ik wil vandaag dit en dat en dat doen… Daarbij ook: en nu twee uren aan het zwembad liggen met een boek! En dan een uur mijn haar wassen! En dan een uur wandelen met Leo…”

Ellen werd vergezeld door haar moeder Rita.
Ellen werd vergezeld door haar moeder Rita. © Christophe De Muynck

Goed, we gaan nu echt op vakantie. Volgens de lang geleden overleden Duitse filmacteur Heinz Rühmann kan die alleen succesvol zijn als die helemaal anders is of precies als altijd.

“Dan komen we meteen in Saint-Tropez. Daar leven we dan wel anders, in een ander ritme, in een andere vibe – Gert werkt er ook wel een beetje, maar moet niet meer om 5 uur vertrekken – het is tegelijk precies als altijd: elke keer thuiskomen. Alles is er als thuis: de badkamer, de kleerkasten, de koelkast gevuld… Voor we daar ons huis hadden, gingen we wel eens op cruise, dat deden we dus niet speciaal voor de reeks De Verhulstjes, maar nu zijn we toch wel een beetje verslaafd aan ons huis in Saint-Tropez. Onze andere reisjes zijn eigenlijk alleen nog citytrips en onze skivakanties. Ik stond nochtans aanvankelijk niet achter het idee om een huis te kopen in het Zuiden. Want dan gaan we niets anders meer van de wereld zien, dacht ik. Gert heeft mij moeten overtuigen, maar nu ben ik de eerste om te zeggen: naar daar, hoor!”

De vakantiefoto

Ellens mooiste reisherinnering is misschien wel hun huwelijksreis naar Saint-Tropez. “Omdat we daar na vier dagen meteen beslisten er iets te zoeken om te kopen. De reis die ons leven veranderde. En iedereen is daar verliefd op honden! En op Leo!” (lacht)

Helemaal anders dan die vakantie in Thailand. “Tien dagen naar een olifantenkamp in Thailand… In luxetenten. Iedereen ging er voor slechts twee dagen, maar ik had tien dagen geboekt… Zaten we daar tien dagen in de klamme jungle, aan een vuile, bruine modderrivier. En het enige restaurant had maar twee menu’s. Alle gasten vertrokken toch na twee dagen… Behalve wij. Elke dag: hoe gaan we ons vandaag bezig houden? Een cursus Thais koken, dan maar? Twee uren in een auto zitten om een tempeltje te bezoeken? Gert kon er zich nog bij neerleggen, ik moeilijker. Het was ook mijn fout.”

Ik hoef niet meer te vragen naar een bucketlist, geloof ik.

“Ach, ik zou nog wel een paar grote reizen willen doen. Naar De Zuidpool, bijvoorbeeld. Of Australië. Of het Comomeer, dát lijkt Gert wel te interesseren. Terwijl we nog jong zijn, hé. Vroeger, voor Gert dus, heb ik nochtans veel gereisd. Rondtrekken of surfen in Marokko, Costa Rica… met een vriendje of vrienden. Maar daar ben ik blijkbaar in voldaan. Of die drang naar avonturen is getemperd door Gert. Als ik maar zou beginnen over een avontuurlijke reis, krijgt hij al schrik in zijn ogen, weet ik. Hij wil altijd graag naar dingen die hij ként. Anders krijgt hij stress. En dan krijg ik daar ook stress van. Ik ga dat dan ook niet forceren, je wil toch je geliefde gelukkig houden? (lacht) Op citytrip gaat Gert wel graag, laatst zijn we nog naar Madrid geweest. Maar ook daarin gaan we liefst terug naar waar we het al wat gewoon zijn: elk jaar een keer naar Parijs, naar Londen… Maar naar Moskou bijvoorbeeld, zal ik hem niet meekrijgen. Maar ik maak dat dan weer goed met mijn jaarlijkse trip met mijn vriendinnen van Blankenberge, Marokko lukt wel een keer met de meiden. In mei zijn we een paar dagen naar Reims getrokken. Voor de champagne natuurlijk.” (lacht)

En heel veel uitgelaten ‘meiden-fotootjes’ genomen?

“Eigenlijk niet. Gert en ik nemen op vakantie ook bijna nooit foto’s. Hoogstens eens een fotootje van een aperitief, voor het thuisfront. Komen we thuis: allez, hebben we nu geen enkele foto van ons tweeën! Daarom ben ik zo blij met die reeksen De Verhulstjes. Dát zijn de mooiste vakantiealbums die we kunnen hebben. Straks alweer de zesde reeks, ik zou het nog járen willen doen! De Verhulstjes in Marokko zou goeie televisie zijn. (schatert) Noorwegen stond ook nog op mijn lijstje, zo’n televisiereeks is wel handig. (lacht) In juli en augustus verhuren we trouwens omwille van de drukte liever ons huis in Saint-Tropez, dan blijven we liever in Oostduinkerke of trekken we eens naar de Ardennen. Als kind ging ik ook wel eens naar de Ardennen of het Zwarte Woud, verder gingen we bijna nooit op vakantie. ‘We wónen aan zee, waarom zouden we betalen voor vakanties?’, zei mijn vader.”

“Ik vind dat de lucht in Antwerpen stinkt. ‘Ik ruik niks…’, zegt Gert dan”

Je bent ook wel een kind van de zee: geboren in Oostende, vele jaren in Blankenberge intens gewerkt en geleefd en nu Oostduinkerkenaar.

“Ik voél dat nog steeds. Ik ben ook wel graag in Antwerpen, vooral tijdens de winter, maar na een week wil ik terug naar zee. Ik vind dat de lucht in Antwerpen stinkt, en dan zegt Gert ‘ik ruik niks…’ (lacht) Ik draai elke keer dat ik Oostduinkerke binnenrijd mijn raampje open om de zee te ruiken. Gert had het er trouwens laatst over aan zijn tafel, dat de lucht aan zee een mens immuner maakt.”

Ellen houdt van de kust: “Ik ben ook wel graag in Antwerpen, vooral tijdens de winter, maar na een week wil ik terug naar zee.”
Ellen houdt van de kust: “Ik ben ook wel graag in Antwerpen, vooral tijdens de winter, maar na een week wil ik terug naar zee.” © Christophe De Muynck

Ok en nu mag jij bordjes omhoog houden: je houdt intussen meer van Oostduinkerke dan van Oostende en Blankenberge? Ja of neen?

“Ja! Omwille van de rust tegenover Antwerpen. Ik woonde in Oostende slechts tot mijn 18de, dat waren meer mijn kinderjaren op het strand met vriendinnetjes – mijn mama had een lingeriezaak in Oostende. En ik zat al van mijn 15de op internaat in Brugge, mijn vrienden en uitgaansleven speelde zich meer daar af. En op mijn 17de was dan weer Wenduine waar ik een lief had, mijn paradijs. (lacht) Sorry, Bart Tommelein, maar in Oostende kom ik niet echt thuis. Ook niet letterlijk, mijn ouders komen veel meer naar Oostduinkerke dan ik hier op bezoek kom. In Blankenberge heb ik mij dan wel lang goed geamuseerd en heb ik nog steeds mijn vriendenkring maar Blankenberge is voor mij nu veel te hectisch. En we hebben heel veel vrienden in Knokke, maar iedereen heeft je er gezien, belt aan… Neen. Oostduinkerke dus! Niemand ziet er ons en aan die paar restaurantjes hebben we genoeg.”

Deze zomerreeks draait niet alleen om vakanties en reizen, maar gaat ook over alle uren waarin een mens niet werkt. De vrije tijd dus.

“Om veel te fitnessen, om te beginnen. Gert en ik hebben elkaar daarin nogal aangewakkerd. We hebben zowel in Oostduinkerke als in Antwerpen als in Saint-Tropez een aparte kamer met een roeitoestel, fitnessapparaten, gewichten… Ik fitness zo’n vijf keer per week. Met bovenop ook nog mijn pilatesoefeningen. Ik heb dat nodig. Vooral omdat ik zolang mogelijk strak in het vel wil zitten. Als ik twee kilo ben aangekomen, word ik daar een beetje ongelukkig van, enige ijdelheid is mij niet vreemd. (lacht) Maar ik heb het ook mentaal nodig: na het sporten en wat afzien, voel ik mij altijd beter. Maar alles weer strak gepland. Lig ik in mijn bed te denken morgen benen en buik!

© Christophe De Muynck

“Ik was altijd al sportief, volgde Sportschool in Brugge, surfte vroeger veel, mijn vriend van voor Gert baatte in Blankenberge een surfbar uit en organiseerde surfvakanties. Nu surf ik helemaal niet meer. Wat ouder geworden en wat vrouwelijker, ik was vroeger een halve jongen – al had ik altijd al lang blond haar. Dat ik niet altijd netjes föhnde en dan kwam ik uit het water nog halfnat aan in het restaurant, met nog zoutvlekken op mijn huid. Je bent precies een zeemeermin met schubben, zei Gert toen. (schatert) Wat doe ik nog meer in mijn vrije tijd..? Golfen. Bleek na het restaurant perfect om toch eens mijn hoofd helemaal leeg te maken. Geen lijstjes meer… Ik was ook altijd gewoon 70 à 80 uur per week te werken, ik dacht wat ga ik allemaal doen met mijn tijd als ‘huisvrouw’? (weer die aanhalingstekens) Ik kon nooit goed stilzitten, hé. Al heb ik een poetsvrouw die ook de strijk doet. Eigenlijk vind ik strijken heel plezant maar als zij dat ook zo graag doet, blijf ik daar maar af. (lacht) En Gert en ik koken wel allebei heel graag, dan ben ik souschef. Ik eet en drink graag. Maar alles met mate. Niet meer dan twee keer per week alcohol. Nu drink ik ook wel een glaasje wijn, maar dat wil meteen zeggen: komend weekend nog maar één dagje alcohol!”

Nog even jouw ‘lijstjes’ vrije tijd: ik wil nog dié boeken lezen, dat televisieprogramma zien?

“Dat valt wel mee, ook omdat ik wat het lezen betreft eigenlijk alleen bij crimi’s hou, Scandinavische vooral. Of eens De Zeven Zussen. Al leg ik dan ook weer vooraf streng vast: ik lees tot pagina 50! Heel uitzonderlijk, als ik tijd over heb en het zeer spannend is, ga ik daar dan over. Naar theatervoorstellingen of concerten ga ik niet graag, maar ik heb door Gert wel musicals leren appreciëren. Niet alleen die van Studio 100: telkens we in Londen komen, kiest Gert er wel een paar uit. En om films te bekijken hebben we in Oostduinkerke een soort home bioscoop, allez, een heel groot scherm. Netflix en andere televisie, zoals De Tafel van Gert bekijk ik dan weer vooral tijdens het sporten.”

“Als we op reis gaan, vul ik de valiezen. Ik zorg graag voor anderen”

Maar verder geen specifieke vrijetijdsbestedingen? Knutselen, breien, kaarten?

Moeder schatert: “Oh neen!”

Ellen: “Mijn mama en zus zijn nochtans heel creatief, bloemschikken vooral. Is niets voor mij. Ook omdat ik niet kan stilzitten. Ik word bijvoorbeeld helemaal gek van gezelschapspelletjes, zeker van zo’n Monopoly waar je dan úren aan vasthangt. Dan liever uren wandelen met de hond. Elke ochtend, in weer en wind. Wel best dat Leo op die leeftijd slaapt tot half tien. Ik heb geen kinderen, maar dat moet het gevoel zijn: mijnen kleinen slaapt eindelijk door! (schatert) Zoals hij dan kwispelend klaar staat om te gaan wandelen, gelukkiger kan je niet worden. Ik kan daar zó van genieten… De enige momenten dat ik geen lijstjes aan het afvinken ben. Of neen, dat heb ik ook als ik aan het skiën ben. Ben ik bezeten van, soms ging ik vier keer per jaar skiën. Als ik vroeger moest kiezen tussen een berg- of een zeevakantie koos ik voor de sneeuw. Nu zou ik toch meer voor Saint-Tropez kiezen. Ik doe eigenlijk veel graag, hé?”

Je hebt ook alles om gelukkig te zijn.

“Dat zeggen Gert en ik ook wel eens tegen elkaar, als we samen in bed bijvoorbeeld liggen te kijken naar The Sky is The Limit. Wat hebben wij het toch goed… Dan besef ik: hoe verwend ben ik niet? Perfect gelukkig in mijn zorgende rol. Dat zit gewoon in mij. Al heb ik nooit eigen kinderen gewild. Tot ik Gert rond mijn 30ste leerde kennen had ik het daar te druk voor en daarna waren Marie en Viktor al 12 en 13 jaar en zijn we er ook niet meer aan begonnen. Mijn zus heeft ook geen kinderen, toen we in die televisiereeks Bompa Bockie de oudjes zagen zeggen dat kinderen op die leeftijd het belangrijkste in hun leven zijn, zeiden we tegen elkaar ‘We zijn gesjareld!’ (schatert) Maar ik zorg wel graag voor anderen. Als we op reis gaan, vul ik wel de valiezen. Als mijn ouders of Marie en Viktor op bezoek komen, moet de frigo vol zitten, moeten er taartjes zijn, moet er een flesje wijn klaar staan. Wil ik hen gelukkig maken. Als ik naar Antwerpen rij en ik ben Gerts favoriete hemd vergeten, waar hij zelf nochtans geen probleem van maakt, dan voel ik mij al ongelukkig.”

Volgende week: Willem Hiele.