In ‘Exen’ mag ze een wellustige directrice vertolken, in ‘De Club’ dan weer een kleuterleidster die worstelt met een onvervulde kinderwens. Actrice Janne Desmet (42) uit Zwevegem is nu en straks niet van het scherm weg te branden met een paar pittige rollen. Indruk maken deed ze al in het theater en dat wil ze nu ook doen met schrijven en coachen. Want haar carrière heeft gaandeweg ook steeds vaker iets weg van een zoektocht naar zingeving. “We hebben het steeds meer over (zelf)zorg, maar we doen het nog te weinig.”
Terwijl de cultuursector nog steeds de wonden likt van de uitwassen van de coronacrisis, staat er maar geen rem op Janne Desmet. Vanaf nu is de uit Zwevegem afkomstige actrice te zien in Exen, een comedyreeks waar ze een van de exen vertolkt die roet in het eten dreigt te gooien bij een nakend huwelijk, terwijl ze ook opduikt in De Club. Daarin speelt ze een kleuterleidster die vrienden maakt in de wachtzaal van de fertiliteitsarts.
Lesgeven in Maastricht
Het afgelopen jaar stond Janne op de planken voor het ter ziele gegane theatergezelschap Studio Orka met de voorstellingen Craquelé en Chasse Patate, speelde ze Een of andere Rus van Arsenaal/Lazarus en ondertussen ook een allerlaatste keer Zwins van Het Eenzame Westen. En alsof dat nog niet genoeg was, stond ze ook op de set van Skunk van Koen Mortier en is ze later in een hoofdrol te zien in J’aime la vie van Mathias Sercu. Er was ook de passage in Rough Diamonds en dan schreef ze ook nog eens mee aan Holy Rosita van Wannes Destoop, waar ze – jawel – ook een rol in vertolkte. En hadden we al gezegd dat ze tussendoor ook lesgaf aan de Toneelschool in Maastricht?
“Ik heb gedacht dat we onze plek niet meer zouden vinden op het podium en ben als een zot beginnen werken ter compensatie.”
Waanzin? Ja en nee. Want wie Janne al eens aan het werk zag in het theater, wéét dat ze zich smijten een compleet nieuwe dimensie geeft. Dat is nodig ook, want vaak gaat het om intens emotionele rollen. “Het is wel wat, hé”, grijnst ze. “De laatste drie jaar zijn wel surrealistisch geweest. Ik heb zoals iedereen gedacht dat we onze plek niet meer zouden vinden op het podium en ben als een zot beginnen werken ter compensatie.”
Is die geruststelling al wat terug?
“Ik wil niet zozeer spreken voor de hele cultuursector, maar voor de magie van het live theatergevoel is het wel efkes spannend geweest, ja. Gelukkig zag ik onlangs op Theater Aan Zee in Oostende weer die onmiskenbare kracht ervan. Ik hoop vooral dat de jonge generatie makers veel mag spelen, op veel verschillende plekken om zo gaandeweg met veel goesting hun eigen verhaal te ontwikkelen. Maar je hebt het ook niet in de hand. Studio Orka is gestopt en ook een ander project ging niet door, dus zat ik opeens met een theatergat van vier jaar. Dat is jammer genoeg ook inherent aan de job. Een beetje zoals een boer: het ene seizoen is er een vreselijke oogst, waardoor je je eigen aardappelen in de winkel moet kopen. Het andere jaar weet je dan niet wat eerst gedaan. Maar elke job waarin ik mij mag géven, is fantastisch. Dat is wat ik het liefste doe.”
(lees verder onder de foto)
‘Exen’ is een pak luchtiger dan de rest in het eerdergenoemd lijstje. Wat was de motivatie om daarop toe te zeggen?
“Het is een rol waar ze me doorgaans niet snel voor vragen, en ik hou van die afwisseling in die verschillende soorten personages. Dat en de ploeg achter de schermen. Die maakte al eerder schone dingen, en ik ben fan van hoe acteurs en actrices in die projecten excelleerden. Dan weet je dat iedereen van dat team, van camera tot geluid, er heel veel liefde insteekt. Bovendien wil ik veel geven, maar krijg ik ook veel terug. Dat geldt voor alles. Zeker in het theater. De wisselwerking met het publiek… daarvoor doe je het. Of de reacties van mensen achteraf. Dat is veel essentiëler dan het applaus, wat heerlijk is. Ik weet niet echt wat surfen inhoudt, maar ik denk dat het soms zo voelt: die spanning, die golf die op je afkomt, je adem inhouden, springen en gáán. Om dan uiteindelijk samen een tocht af te leggen. Dat het veel is? Ja, maar dat is de aard van het beestje. Er zijn mensen die minder projecten aannemen om hun zorgzaamheid te bewaren, zoals ze zelf zeggen. Maar eenmaal ik in die zone zit… Waarmee ik trouwens geen afbreuk wil doen aan anderen of het over een kwaliteitsverschil heb. Ik zit gewoon anders in elkaar.”
Dat ‘geven’ is bij jou wel een understatement. Ik zag je vorig jaar in ‘Chasse Patate’… Waanzin, hoe diep je fysiek en mentaal ging. Haal je er dan wel evenveel energie uit als je er effectief insteekt?
“Ja. Ik ging tijdens die reeks vaak naar een Thaise masseuse, want ik zat echt vol blauwe plekken. Zij kende het concept theater niet eens. Ik moest dat met handen en voeten uitleggen. Zij is komen kijken, en haar reactie… (toont haar arm) Kippenvel. Maar ik had mezelf vorig jaar, waarin ik al die rollen vertolkte, wel wat meer rendertijd moeten geven, ja. Tijd om te landen na elke rol. Ik voel dat vooral als ik het niet doe.”
Komt zo’n reeks als ‘De Club’ dan niet té dichtbij?
“Ik snap dat de vraag komt, omdat ik mij al uitgesproken heb over het feit dat ik ook een vrouw ben met een kinderwens die tot nu toe onvervuld is. Mijn personage staat los van mezelf. Maar Zwins kwam soms persoonlijk veel dichter dan dit.”
Het helpt vast ook dat je partner in crime daarin Dominique Van Malder is, die je kent van bij Studio Orka.
“Ja, maar die veiligheid en vertrouwdheid die je voelt, is geen garantie dat het zomaar lukt. Het is niet omdat je met een goeie maat letterlijk 500 voorstellingen hebt gespeeld, dat je er vanzelfsprekend in slaagt om elkaar in die personages te vinden. Dat blijft iets waar je je moet voor openstellen. Want je geeft je soms makkelijker bloot aan een onbekende in de wachtzaal dan aan pakweg een familielid uit schrik die te kwetsen. (denkt na) Personages loslaten is niet simpel, zeker niet als je ze lang speelt. Iedereen is bezig over zelfzorg, mindfulness en al die dingen. Ik probeer dat zelf ook en faal daar ook prachtig in. Want je kan maar voor een ander zorgen als je ook genoeg voor jezelf zorgt.”
(lees verder onder de foto)
Twee jaar geleden zei je nog dat je je bucketlist overboord zou gooien en enkel maar wilde genieten.
“Dat is gênant, hé. Ik herinner me dat en bedacht het daarstraks nog: damn, ik ga weer voornemens opgesomd hebben waar ik niet in geslaagd ben. (lacht) Ik balanceer de hele tijd tussen die voornemens vol te houden en dat los te laten. Ik las onlangs een interview met een zangeres die Oprah had gequoot: de grote ziekte van deze tijd is dat iedereen denkt dat hij of zij niet genoeg is. En vanuit dat gevoel zijn we heel hard bezig met onszelf te vergroten en te verkleinen, uit onze schulp te komen en dichter bij onszelf te blijven, minder te sporten, méér te sporten, perfectionistischer te worden en dat weer loslaten. Eigenlijk om dan gewoon tegen onszelf te kunnen zeggen: het is goed, ge zijt genoeg. Maar ik heb vooral de indruk dat zorg in de brede vorm erg aanwezig is als onderwerp, maar dat we het nog te weinig doen.”
Vind je van jezelf dat je genoeg bent?
“Ik kan daar absoluut liefdevol ja op antwoorden om dan twintig minuten later te vloeken dat ik er vaker voor een vriendin wilde zijn, of ouders van vrienden meer gezien heb dan de mijne. Maar ik heb wel momenten dat mij af en toe overvalt: ik ben genoeg, het is oké. Ik heb heel lang gedacht: als ik zo oud ben als nu, dan ben ik volwassen. Dan ga ik er zijn. Maar wacht, stel dat dit het nu is? Dat die wanorde mijn roeping was? Dan ben ik daar al een master in! (lacht)”
“Zelfzorg? Ik faal daar ook prachtig in”
“Die negatieve gedachten die je soms hebt, mag je zo ver duwen als je wil, toch gaan ze niet weg. Stel dat het geen groot probleem hoeft te zijn, en dat je het kan aanvaarden zonder het te moeten volgen? Dan blijft alleen de vraag: welk leven gun ik mezelf of de mensen rond mij? (op dreef) Deze zomer is de man van een van mijn beste vriendinnen overleden. Dat is een big bang rond essentie. Je kan je op dat moment heel grote zorgen maken of effectief iets doen: eten maken of de was. Dan hoef je je niet meer af te vragen of het wel goed genoeg was, want je dééd iets. De oneerlijkheid is groot op zo’n moment, maar de kracht die daar ontstaat in dat verdriet… dat is van het meest bijzondere dat ik ooit heb meegemaakt. Ik ben ooit met een parachute uit een vliegtuig gesprongen en ik beschreef dat altijd haast als een religieuze ervaring. Maar die verbondenheid die je voelt in een living van rouwende mensen, van intens triestig zijn tot meteen daarna weer lachen… Mensen vastpakken die je niet kent en het voélen. Dat is het wonder van het leven, of van mens te zijn.”
Je kan die emoties niet alleen kwijt in het spelen, maar ook in het schrijven. Is ‘Holy Rosita’ de eerste keer waar je je waagt aan het scenarioschrijven?
“Zo rigoureus wel. In het verleden deed ik het wel vaker, maar dat was dan eerder functioneel op scèneniveau. Door hier vanaf het begin deel uit te maken van dat schrijversteam (met Wannes Destoop en Tom Dupont, red.), kan je er nog veel meer gevoelens in leggen. Maar ik heb de smaak absoluut te pakken. Terwijl het schrijverschap ook een heel ander metier is dan acteren, echt niet te onderschatten. Ik wist dat al lang, maar het is nog maar eens bevestigd: je schudt dat echt niet zomaar uit je mouw.”
“Het draait niet alleen om het applaus, het gaat om veel meer”
Je staat als coach de laatste tijd steeds vaker aan de andere kant van het verhaal.
(knikt) “Mensen die mij kennen, zeggen altijd: ze moeit zich graag. Maar bij mij is er altijd die goesting om vanuit verschillende perspectieven naar verhalen te kijken, er is zo’n rust dat je het dan zélf niet moet klaarspelen. Dat is een beetje zoals elders supermakkelijk kunnen opruimen, maar het thuis moeilijk vinden. Maar mee zoeken met mensen die hun droom willen bereiken, is iets wat ik ook gevonden heb in Maastricht. Daar was nog maar eens het bewijs dat het niet alleen om het applaus te doen is. Ik zag zoveel getalenteerde spelers bij mij. Die dingen overwonnen, kwetsbaar op dat podium stonden, fragiele dingen speelden… wat een genot. Kijk, dacht ik, het gaat écht niet over mij, ik ben zo onwaarschijnlijk gelukkig dat zij het applaus krijgen.”
Een soort van zingeving dus?
“Sowieso. Dat is het grote geluk aan toneel spelen en mooie dingen schrijven. Er moet maar één berichtje zijn, maar één iemand die geraakt is door het personage of met zijn of haar partner durft praten over iets door je rol. Dát is die zingeving. Om terug te komen op je vraag van daarnet, als ik er ook genoeg uithaal of als het het allemaal waard is? (overtuigd) Eén iemand? Al-tijd!”
‘Exen’, nu te zien op Streamz en vanaf 26 september bij VTM. ‘De Club’ is nu te zien bij VRT 1 en via VRT MAX. De films ‘Skunk’, ‘J’aime la vie’ en ‘Holy Rosita’ verschijnen later in de bioscoop. Vanaf eind deze maand is Janne ook te zien in de theatervoorstelling ‘La Muette de Portici’ van Walpurgis.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier