Caroline Vereenooghe, zoveel meer dan ‘mevrouw Karl Vannieuwkerke’: “Mijn grootste rijkdom? Kunnen doen waar ik van hou”

Caroline Vereenooghe opent in de schaduw van de IJzertoren een Vive le vélo-shop. “Waarom niet in Gent of Antwerpen? Ik doe graag averechts. En tegelijk is dit een ode aan mijn herwonnen liefde voor deze stad en streek.” © Christophe De Muynck
Philippe Verhaest

De koers ontwaakt dit weekend uit zijn winterslaap… mét een nieuwe commentaarstem. Karl Vannieuwkerke neemt de micro over van Michel Wuyts. En terwijl hij ons deskundig gidst doorheen de Omloop en Kuurne-Brussel-Kuurne, steekt ook ‘mevrouw Vannieuwkerke’ een tandje bij. In hun thuisstad Diksmuide opent Caroline Vereenooghe een heuse Vive le Vélo-shop. Maak kennis met een dierenarts die stilaan helemaal verveld is tot gepassioneerd onderneemster.

De wielertalkshow Vive le Vélo kwam in 2005 voor het eerst op antenne op Eén. Zeventien jaar later is het een monument binnen de koers- én televisiewereld. Eentje dat met gemak zijn voet kan zetten naast de vele wielerklassiekers die zich doorheen onze weidse Vlaamse velden slingeren.

Het geesteskind van Karl Vannieuwkerke had al een bijhorende modecollectie en krijgt nu ook een eigen shop. Je duikt er – net naast de IJzer – in de wereld van het populaire programma. Aan het roer staat zijn levenspartner Caroline Vereenooghe, bijna 36 lentes jong en een volbloed globetrotter die uiteindelijk teruggekeerd is naar haar roots.

Een ‘flagshipstore’ vind je doorgaans in grotere metropolen à la Antwerpen, Brussel of Gent, maar niet in een provinciestadje als Diksmuide… “Ik doe graag tegendraads”, lacht de ravissante blondine. “Maar waarom ook niet? Diksmuide is de perfecte uitvalsbasis. Pal in de Westhoek, waar het fietstoerisme boomt als nooit tevoren. En het is meteen ook een ode aan mijn hernieuwde liefde voor deze stad en streek.”

Laat ons beginnen met de makkelijkste, maar tegelijk meest complexe vraag ter wereld: oe is‘t?

(schatert) “Normaal zou ik goed antwoorden, maar het is iets ingewikkelder. Ik ben eigenlijk strateversleten. De afgelopen week was verschrikkelijk hectisch. Vrijdag (vanavond, red.) openen we de winkel met een kleine receptie voor wat vrienden, familieleden en vips, maar het was écht racen naar de finish. Nu, we zijn er geraakt, dat is wat telt. Maar om op je vraag te antwoorden: eigenlijk gaat het fantástisch goed met me. Als je ziet in welke korte tijdspanne we dit project leven hebben ingeblazen, dan kan ik niet anders dan dankbaar zijn.”

Veel mensen kennen je als de vrouw van Karl Vannieuwkerke, maar ondanks je nog jonge leeftijd heb je al een indrukwekkend parcours afgelegd. Probeer eens je levensverhaal beknopt met ons te delen.

Phoe, niet makkelijk… Maar goed, hier gaan we: als kind hield ik van het carpe diem-principe. Ik was een echt buitenmeisje. Televisie kijken mocht maar heel af en toe van mijn ouders, die allebei huisarts waren. Het Leekse platteland was ons toneel. Dieren vormen dan weer de rode draad doorheen mijn leven. De kleine Caroline slaagde er al in om een hamster, Bobbie heette die, tam te maken. Later begon ik katten, eenden en kippen te kweken. Via een bevriende slager ben ik er zelfs ooit in geslaagd om een schaap in onze tuin te krijgen. Mijn ouders waren toen not amused.” (lacht)

Vive le Vélo is als een warm dekentje dat je over je heen trekt: een gevoel van thuiskomen en authenticiteit

De stap naar paarden was dan ook snel gezet…

“Het begon met een pony. Samen met mijn broer Remi timmerde ik ons kippenhok om tot een ponystal en ik stelde zelfs een businessplan op om geld bij elkaar te krijgen om dat beest te kunnen onderhouden. Ontelbaar veel auto’s hebben we gewassen en langs plattelandswegen gingen we lang gras maaien om tot hooi te laten drogen. Nu ik er zo over nadenk, dat ondernemende heeft er altijd al ingezeten… Die pony – Cordula was haar naam – wakkerde bij mij de liefde voor de paardenwereld aan. Maar van thuis uit werden we ook gestimuleerd om onze horizon te verruimen. Ik was erg geëngageerd: ik zat in de Chiro, deed aan toneel en ballet, speelde cello… Ik had toen al tijd te kort, iets wat eigenlijk nooit veranderd is.”

Eigenlijk wilde je paardenchirurg worden, heb ik me laten vertellen.

“Een zware hernia gooide roet in het eten. Dat was zowel fysiek als mentaal een zware klap. Ik was 24 jaar en mijn grote droom lag aan diggelen. Gelukkig leerde ik tijdens een congres een Deense investeerder kennen die geloofde in mijn idee rond behandelingen voor orthopedische aandoeningen bij sportpaarden. Flemming Velin, zo heet die man. Het komt erop neer dat we het helingsproces van blessures aan gewrichten en pezen versnellen, zodat er na het herstel sterker weefsel te vinden is. Dankzij zijn steun konden we een mooi productengamma ontwikkelen. We werken tot op de dag van vandaag nog altijd samen en zijn actief in heel Europa, het Midden-Oosten en Latijns-Amerika. Ik heb zelfs nog twee jaar in Dubai gewoond om de behandeling daar in de markt te zetten en ik werkte ook een tijdlang als vrijwillig dierenarts in India.”

© Christophe De Muynck

En dan beland je opnieuw in Diksmuide…

“Dat had ik ook nooit durven denken. Daar is Karl de schuldige voor.” (grijnst)

Hoe leerden jullie elkaar eigenlijk kennen?

“Dat was tijdens de Diksmuidse Culinaire Avond in 2017. Ik keerde elk jaar één keer naar hier terug, speciaal voor dat feestje. Iemand uit Karls gezelschap vroeg zich af wie die blonde met haar lange benen was en uiteindelijk zijn we aan de praat geraakt. Een uur lang hebben we gebabbeld, maar ik wist begot niet wie hij was. Karl stelde zichzelf voor als journalist, wist ik veel dat hij een van dé schermgezichten van de VRT was… Twee maanden later liepen we elkaar tijdens de afscheidsmatch van Red Flame Imke Courtois weer tegen het lijf en niet veel later sprong de vonk over. Hoe het leven kan lopen… We leerden elkaar heel toevallig kennen. Was ik die avond niet in Diksmuide, dan was er nu misschien geen sprake van een Vive le vélo-shop in de schaduw van de IJzertoren.”

Hoe is het Vive le Vélo-verhaal gegroeid?

“Voor Karl en ik samen waren, had hij al eens een beperkte kledinglijn gelanceerd ten voordele van Kom op tegen Kanker. In 2018 hebben we samen de tweede collectie voor het goeie doel ontwikkeld en in de zomer van datzelfde jaar maakten we voor onszelf koerstenuetjes. Toen we die op Instagram gooiden, kwam een lawine aan reacties binnen. Waar kunnen we die kopen, dat wil ik ook, zo’n zaken… Het antwoord was toen nog: nergens. Maar er ging een lichtje branden en we besloten samen onze schouders onder dit verhaal te zetten.”

Met het ondertussen gekende weergaloze succes.

“Pas op, zó snel ging het nu ook weer niet. We moesten eerst de VRT overtuigen en we hebben héél lang nagedacht welke richting we uit wilden met dit verhaal. Al bleek snel dat Karl en ik ook op zakelijk vlak een erg goeie match vormen. Wanneer we samenwerken, gebeurt er iets magisch. Niet in woorden uit te drukken. In onze shop zal je het complete Vive le Vélo-verhaal ontdekken: de hele collectie, maar ook de fameuze grote coronatafel van het jongste seizoen krijgt er een ereplaats. We bouwen ook een geluidsdichte commentaarcabine die als podcast-studio gebruikt kan worden. Onze kledij is trouwens op en top duurzaam en van Belgische makelij. Alles wordt in Oostkamp vervaardigd. Toch iets om preus op te zijn, niet? Net als het feit dat we vorig jaar met Vive le Vélo 158.000 euro wisten in te zamelen voor Kom op tegen Kanker.”

Kan jij de populariteit van Vive le Vélo verklaren?

“Zo moeilijk is dat niet. Toen Karl er destijds mee begon, wilde hij meer dan het zoveelste koersprogramma. Vive le Vélo lokt bijna evenveel vrouwelijke als mannelijke kijkers: 48 procent tegenover 52. Dat zegt genoeg. Bovendien is het programma net een warm dekentje dat je over je heen trekt: een gevoel van herkenbaarheid, van thuiskomen en authenticiteit. Dat willen we ook in onze kledij doortrekken.”

Zijn er gelijkenissen tussen de paardensport en het koersleven?

“Toch wel. Ruiter én coureur moeten veel tijd en energie in hun sport investeren om vooruitgang te boeken. Zonder je team ben je niets en je materiaal – van racefiets over uitrusting tot paard – moet je tot in de puntjes verzorgen. Al zal een renner af en toe wat harder moeten stoempen, dat wel. (glimlacht) In beide werelden is het modieuze ook niet ver weg: een ruiter wil piekfijn uitgedost op de rug van zijn paard zitten, renners – van de absolute toppers tot de occasionele wielertoerist – vinden het anno 2022 ook belangrijk hoe ze voor de dag komen.”

© Christophe De Muynck

Hoe hevig klopt jouw hart voor de koers?

“Een wereld van verschil met pakweg zes jaar geleden. Toen wist ik amper wie in het peloton reed. Het liet me ook volledig koud. Toen ik in India woonde en iemand tegen mij over Eddy Merckx begon, kon ik echt niet vatten dat een wielrenner wereldberoemd kon zijn. Nu ben ik compleet zot van de sport en het wereldje errond. Met dank aan Karl, natuurlijk. Wanneer we samen een wielerwedstrijd op televisie bekijken, kan ik elke mogelijke vraag stellen. Hoe onnozel die ook mag overkomen. Het is dan alsof ik de Wikipedia van de koers naast me zitten heb.”

Wie zie jij graag als eerste over de meet zoeven?

“Goh, er zijn er zoveel. Ik heb het wel voor Gianni Vermeersch, die we ook persoonlijk goed kennen. Ook voor Yves Lampaert heb ik een serieuze boon. Die gast is zó naturel. Hij heeft een zeker charisma en is uit de goeie West-Vlaamse klei opgetrokken. Oliver Naesen zie ik ook graag bezig en de duels tussen Wout van Aert en Mathieu van der Poel zijn altijd om van te smullen. Jammer dat Mathieu nu geblesseerd is…”

Straks is niet alleen de koers zelf een reden om je tv aan te zetten, je wederhelft becommentarieert vanaf zaterdag ook alle grote Vlaamse klassiekers.

“Top, hé? Televisie is Karls tweede natuur, als presentator voelt hij zich als een vis in het water. De voorbije week merkte ik toch een gezond stresske bij hem. De Omloop op zaterdag en Kuurne-Brussel-Kuurne op zondag worden een soort van eerste schooldag, hoewel hij ook als commentator al een redelijk grote rugzak heeft. Ik herinner me Parijs-Roubaix van 2018 nog levendig. We waren toen net een koppel en hij had me beloofd om enkele woorden in zijn commentaar te moffelen. Pantoffeldier, paardenkop, oude wokpan… de meeste gekke zaken kwamen op tafel. Toen ik die woorden ook effectief tijdens de koers hoorde, lag ik plat van ‘t lachen. Om maar te zeggen: ik ben zeker dat Karl dit weekend zal knallen.”

En dan ben jij de eerste om hem na afloop een WhatsAppje te sturen met ‘goed gedaan’.

“Ik zal proberen het niet te vergeten. (glimlacht) Het openingsweekend van de winkel belooft erg druk te worden, maar we zullen de koers op groot scherm projecteren. In de Vive le Vélo-shop zal ik mijne vent dus wel bezig horen.”

Wat ik me dan afvraag: wordt zo’n carrièreswitch hier aan de keukentafel besproken?

(wijst naar de ruimte naast de keuken) “Om helemaal correct te zijn: het was in de living. Maar zo’n zaken spreken we effectief goed door, ja. We hechten erg veel belang aan elkaars mening, al had ik meteen door dat dit een unieke kans was. Hoeveel keer passeert zo’n trein? We hebben samen de pros and cons afgewogen, maar Karl móest dit gewoon doen. Hij treedt in de voetsporen van een enorm monument, maar de koersliefhebber krijgt met Karl een meer dan waardige opvolger. Schrijf dat maar in dikke letters op.”

Zet me in de zetel en ik word gek. Dat is niks voor mij

Je bent dierenarts, onderneemster, mama én je partner heeft een drukke job. Hoe krijg jij alles gecombineerd?

“Die vraag heb ik al eerder gekregen. Wat kan ik zeggen? I can’t help myself. Ik ben gewoon graag bezig. Zet me in de zetel en ik word gek. Niks voor mij. Mijn grote talent is dat ik veel dingen tegelijk kan doen, maar het is ook mijn valkuil. Soms dreigt er al eens een balletje op de grond te vallen.”

Hoe vermijd je dat?

“Door op tijd aan de handrem te trekken. Dan ga ik met mijn paard uitwaaien op het strand. Een uurtje alleen op de wereld met Fiero de Miele – kan je vrij vertalen als preus lijk duuzt – en ik ben herboren. Dat heb ik doorheen de jaren ook geleerd. Hoe graag ik ook nieuwe uitdagingen in handen neem en bezig ben, voor jezelf zorgen is minstens even belangrijk. (zwijgt even) Mama worden heeft me écht veranderd. Nu ben ik niet meer de belangrijkste persoon in mijn leven, dat is Jack. De onvoorwaardelijke liefde voor hem zorgt ervoor dat ik sneller op de rem duw en quality time met Jack in mijn agenda plan. En de vertellementen van een 2,5 jarige peuter brengen je terug naar de essentie van alles.”

Ik kan me voorstellen dat je sociaal leven nu even op een laag pitje staat.

“Ik heb het zelfs on hold gezet. Mijn vrienden en familie weten dat al mijn tijd nu naar mijn jobs en gezin gaat. Ik mag in mijn beide handen wrijven dat zij zo begripvol zijn. Maar in juni ben ik terug, dat heb ik plechtig beloofd. Dan haal ik mijn schade ruimschoots in. Feestjes, festivals, etentjes, naar het strand… En opnieuw reizen, de wereld verkennen! Nog even doorbijten…”

© Christophe De Muynck

Over reizen gesproken: lukt dat nog met een man die elke zomer een maand in Frankrijk kampeert tijdens de Tour?

(lacht) “Dat valt best mee. Ik zou er mijn hand niet voor omdraaien om samen met Jack tickets richting Costa Rica te boeken en daar twee weken rond te trekken. Deze zomer reizen we sowieso Karl even achterna en in augustus blazen we met het gezin uit. Dit najaar, tijdens het WK wielrennen in Wollongong in Australië, zullen Jack en ik Karl ook opzoeken. Wanneer de koersgekte gaan liggen is, willen we een camper huren en een stukje van het land verkennen. Dat wordt de max.”

Vind je nog tijd om zelf de nodige kilometers bij elkaar te trappen op de fiets?

“Voorlopig niet. Ik hoop dat ik snel het stof van mijn koersfiets mag blazen. Met de vrienden van den Octopus, een wielerclub uit Westende, afspreken: daar kan ik zó van genieten.”

Tot slot: geef je leven eens een score op tien.

“Momenteel? Dan beloon ik mezelf toch met een dikke 8,5. Da’s toch al een ruime grote onderscheiding, hé? Ik ben een content mens. Ik heb een schitterende familie, word omringd door een topteam en kan doen waar ik het meest van hou: ondernemen in de paarden-, sport- en modewereld. Dat is mijn grootste rijkdom, een gevoel dat ik nooit meer kwijt wil.”