Hill 41 in Geluwe: in mist gehuld, maar doorslaggevend

Een beeld van de Kerkstraat. Alles was er vernield. Op de achtergrond de toren van de Sint-Dionysiuskerk. © Dirk Decuypere
Redactie KW

Naar aanleiding van Wapenstilstand op 11 november brengen we het verhaal over de bevrijding van Geluwe. Hiervoor doen we een beroep op de kennis van historicus Dirk Decuypere (68) uit de Kleine Wervikstraat. Hij vertelt ons hoe WOI in Geluwe werd beëindigd. “Op 14 oktober 1918 werd het centrum van Geluwe en de rest van de gemeente bevrijd. Het centrum van Wervik volgde de dag daarop”, vertelt Dirk.

Op 28 september 1918 zetten de geallieerden een massale aanval in op de Duitse frontlijn van Diksmuide tot de Leie. In één dag veroverden ze heel de Ieperboog, Geluveld en Beselare inbegrepen. Een dag later geraakte het Britse 2de Leger opnieuw zeven kilometer verder en werden Ter Hand en het centrum van Dadizele bevrijd.

Ook op 30 september was er nog veel terreinwinst, maar daarna begon het offensief zowel bij de Britten als bij de Belgen moeilijker te gaan en liep de opmars over de hele frontlijn in Vlaanderen vanaf 2 oktober volledig vast. Pas twaalf dagen later, op 14 oktober 1918, kwam die weer op gang en werd Geluwe bevrijd.

Die ochtend kwam een nieuwe massale aanval op het hele Duitse front in Vlaanderen op gang“, vertelt Dirk Decuypere. “Bij ons moest de Britse 34ste Divisie het centrum van Geluwe veroveren en zo dicht mogelijk naar Menen doorstoten. Ten noorden daarvan was de 41ste Divisie actief. En de sector tussen Menen en Wervik was hoofdzakelijk voor de 30ste Divisie.”

Granaten

Een dikke oktobermist ontnam vanaf het begin van de opmars bijna alle zicht. Toen de Britten daar bovenop een massa camouflerende rookgranaten gooiden en – zoals de Duitsers – ook gasgranaten, raakte het zicht op zeker moment beperkt tot vijf meter. Hier en daar hielden groepjes Britten elkaar bij de gordel vast om bij elkaar te kunnen blijven. Duitse mitrailleurnesten doemden soms heel onverwacht op of werden voorbijgelopen zodat ze in de rug kwamen te liggen.”

“Slechts 41 meter boven de zeespiegel was Hill 41 een strategische plaats”

Uiteindelijk bereikte de 34ste Divisie die dag toch de vooropgestelde lijn aan de Dadizelestraat in Menen. De achterste Duitse troepen waren intussen al in de late namiddag begonnen met zich terug te trekken naar Wevelgem en Halluin. ‘s Anderendaags, op 15 oktober 1918, veroverde de Britse 30ste Divisie het centrum van Wervik en ook Wervicq-Sud. De 34ste Divisie zette die dag vaste voet in het centrum van Menen.”

Lijst van doden

Oorlogskenner Philippe Delameilleure uit Marke stelde een lijst op van manschappen van de Britse 34ste Divisie, die in de gevechten tussen 14 en 16 oktober 1918 bij de bevrijding van Geluwe en Menen vielen. Die lijst bevat enkel de namen die hij op de plaatselijke begraafplaatsen of monumenten kon terugvinden. “Hij kwam daarbij aan een totaal van 84 doden, waarvan 80 procent op 14 oktober 1918 viel. Acht op de tien van hen liggen begraven op Hooge Crater Cemetery tegenover Bellewaerde, en bijna 20 procent in Dadizele.”

Historicus en oorlogskenner Dirk Decuypere in de Dadizelestraat bij een Duitse elektriciteitscabine uit de Eerste Wereldoorlog, niet ver van Hill 41.
Historicus en oorlogskenner Dirk Decuypere in de Dadizelestraat bij een Duitse elektriciteitscabine uit de Eerste Wereldoorlog, niet ver van Hill 41.© MV

Over de bevrijding van Geluwe (29 september-14 oktober 1918) schreef Dirk Decuypere een gedetailleerd artikel voor het Cahier 2012 van de reeks ‘1914-1918 Wervik-Geluwe’. Nog gedetailleerder staat die beschreven in zijn boek Het Malheur van de Keizer.

Tijdens al die gevechten speelde Hill 41 een belangrijke rol. “Op 30 september en evenzeer in de dagen daarna werd er heel fel om Hill 41 gevochten”, vertelt Dirk. “Dit is een bult langs de Oude Ieperstraat – tussen de Vijfwegen en de Kezelberg – slechts 41 meter boven de zeespiegel – maar een verdomd strategische plaats.”

“Vanop Hill 41 hadden de Duitsers heel goed zicht op de naderende Britten, maar ook op het eigen front naar de Leie toe. Daarom hadden ze de onmiddellijke omgeving vol bunkers en versterkte mitrailleurnesten gezet. Hier vielen er langs beide kanten honderden doden en gewonden“, besluit de gepensioneerde leerkracht aan het Sint-Aloysiuscollege in Menen. (Erik De Block)

Feiten

Luitenant-kolonel Shakespear, die de geschiedenis van de 34ste Divisie schreef, schat het verlies van deze divisie aan doden, gewonden en vermisten in de gevechten van 14 oktober 1918 op 265.

Daar tegenover maakte de divisie 500 Duitsers krijgsgevangen. Camille Lybeer en Emma Debeuf keerden op 18 oktober 1918 als eerste Geluwnaren naar hun woonplaats terug. Enkele anderen deden de volgende dag hun blijde intrede op de Artoishoek.

Waarnemend burgemeester Theophiel Ghesquiere keerde op 3 november 1918 naar Geluwe terug. Op 25 februari 1919 meldde hij de arrondissementscommissaris dat 87 procent van de bijna 1.000 Geluwse woningen totaal vernield was en 7 procent zwaar beschadigd. De langdurige wederopbouw kon beginnen…