Onze boeren zijn met steeds minder: aantal landbouwers op 20 jaar met een derde gedaald

Bart Dochy. (foto Jan Stragier)
Philippe Verhaest

Onze provincie telt nog 7.970 landbouwbedrijven. Twintig jaar geleden waren er nog 12.032 landbouwers in West-Vlaanderen aan de slag, een daling met liefst 34 procent. Dat blijkt uit de jaarlijkse landbouwcijfers van Statbel. “Dit is een wake-upcall van jewelste”, zegt Bart Dochy, voorzitter van de Vlaamse Commissie en ook zélf landbouwer.

Eerst het goede nieuws: ondanks de forse daling blijven we nog steeds dé landbouwregio van Vlaanderen. In geen enkele andere provincie zijn zoveel landbouwbedrijven actief als bij ons. In twintig jaar tijd is de daling ook het minst sterk, al blijft ze toch opmerkelijk. Sinds 2002 daalde het aantal landbouwers van 12.032 naar 7.970. Anders uitgedrukt: minus 34 procent.

“Een dramatisch cijfer”, stelt Bart Dochy onomwonden, Vlaams parlementslid voor CD&V, voorzitter van de Commissie Landbouw én ook zelf landbouwer in Ledegem, waar hij burgemeester is. (lees verder onder de grafiek)

“De gemiddelde leeftijd van onze landbouwers bedraagt nu al 57 jaar en slechts twaalf procent onder hen heeft een opvolger. Als we deze trend doortrekken naar 2040, zal het beroep quasi uitgestorven zijn. Jonge landbouwers moeten rechtszekerheid hebben, perfectief en ontwikkelingsmogelijkheden om een mooi verhaal te schrijven. Dat ontbreekt vandaag.

Dit is een wake-upcall van jewelste. We moeten nú ingrijpen, anders zijn we straks volledig afhankelijk van het buitenland. En dat moeten we absoluut vermijden.”

Schaalvergroting

Ook de teelten maken een ongeziene transformatie door. Zo is het aantal aardappeltelers in twintig jaar met 44 procent gedaald, maar is de gebruikte oppervlakte met 26 procent gestegen. Met andere woorden: minder landbouwers hebben aardappelen op hun lijstje prijken, maar ze verbouwen er een pak meer dan in 2002.

“Dit is dramatisch, een wake-up call van jewelste” - Bart Dochy

Eenzelfde verhaal noteren we bij bedrijven met groenten in openlucht. 53 procent minder telers, maar de oppervlakte is met 3 procent wel licht gestegen.

“Wie nog boert, doet dat op grotere schaal”, zegt Dochy. “Dankzij verdere mechanisatie, automatisatie en seizoensarbeiders. Ook het feit dat in West-Vlaanderen de groentenverwerkende industrie stevig geworteld is, speelt mee.”

Zowel het aantel runder- als varkensbedrijven in West-Vlaanderen is in twintig jaar tijd met 54 procent geslonken.
Zowel het aantel runder- als varkensbedrijven in West-Vlaanderen is in twintig jaar tijd met 54 procent geslonken. © BELGA

Ook graan zit fors in de lift. 21 procent meer dan in 2002, al zit de oorlog in Oekraïne daar zeker voor iets tussen. “Graan is sowieso een dankbare en flexibele teelt. De prijzen zijn sinds twee jaar aan de hoge kant en veel landbouwers wisselen de groentenmarkt al dan niet even in, waar de prijs onder druk staat.”

Tarwe boet dan weer in (min 15 procent), terwijl spelt een enorme sprong vooruit maakt: plus 472 procent. “Een mogelijk gevolg van het steeds groeiende aandeel mensen dat een vegetarisch of veganistisch eetpatroon heeft. Al speelt de algemene gezonde levensstijl ook een rol. Denk bijvoorbeeld aan de populaire speltbroden.”

Steeds meer landbouwers wagen zich aan droog geoogste peulvreuchten - denk aan witte en bruine bonen, linzen... 131 West-Vlaamse landbouwbedrijven verbouwen die, een stijging met 115 procent sinds 2002. De gebruikte oppervlakte is dan weer met 135 procent gestegen.

Minder veehouders

Het aantal runder- en varkensbedrijven in West-Vlaanderen daalt zienderogen. In 2002 huisvestten we nog 6.979 boerderijen met runderen, in 2022 waren dat er nog 3.199 (min 54 procent). (lees verder onder de grafiek)

Een even sterke neerwaartse spiraal zien we bij de varkenshouders: van 4.034 naar 1.838 (min 54 procent). Ook de serrebedrijven zijn zo goed als gehalveerd: van 923 in 2002 naar 493 vorig jaar, goed voor een daling van 47 procent. De oppervlakte is voor groenten in diezelfde periode wel met 26 procent gestegen. Bij fruit zelfs met een fabelachtige 401 procent: van 3.135 naar 15.719 hectare.

“Serreteelt vergt een zekere schaalgrootte”, verduidelijkt Bart Dochy. “Ze werken erg duurzaam, maar dat vergt het nodige kapitaal. Het gaat over een hoogtechnologische sector, waar - net als in de hele landbouwwereld - met veel durf en goesting wordt gewerkt. Alleen moet daar ruimte voor mogelijk blijven. Dat moeten we goed in onze oren knopen.”

(Philippe Verhaest/Phebe Somers)

Lees meer over: