Een dag in de buik van het boerenprotest: “Ik zou liever in mijn stal zitten, maar ik moét hier zijn”

© Olaf Verhaeghe
Olaf Verhaeghe

De boeren van de toekomst leggen zich niet neer bij het lot dat het stikstofakkoord voor hen in petto heeft. Met een colonne van zo’n 100 tractoren lieten de jonge landbouwers, varkenshouders en melkveeboeren zich deze week opnieuw horen. De 26-jarige Ward Colman, varkenshouder uit Anzegem, is een van hen. Wij sprongen mee op zijn tractor. In de buik van het protest en in het hoofd van een boer met zorgen.

Dinsdagochtend, iets over 9 uur. Ward checkt een laatste keer of de zwarte vlaggen aan zijn tractor wel zeker stevig genoeg zijn vastgemaakt. “Toch nog rap een vijzeke bijdraaien. Je weet maar nooit. Ik zou ze niet graag kwijtspelen onderweg”, glimlacht hij.

We zijn in Anzegem, op het erf van Dirk Colman (63) en Hilde Vlamynck (59), derde generatie varkens- en veeboeren. Hun twee dochters duiken de landbouwstiel niet in, hun zoon de jongste van het gezin doet het vol passie en goesting wel. Ward Colman is nog maar 26, maar denkt, praat en handelt als een man met bakken ervaring. “Ik wist al in het tweede studiejaar dat ik later landbouwer wilde worden. De stallen. De dieren. Daar lag mijn hart toen al. Nog altijd. Ik voel aan alles in mij dat dit is wat ik moet doen.”

© Olaf Verhaeghe

En toch. Toch stelt Ward zich de jongste weken almaar meer vragen bij zijn toekomst als landbouwer. Het stikstofakkoord dat de Vlaamse regering eind februari na maanden onderhandelen wist te vinden, is ook hier op de Zilverberg hard aangekomen. Zelfs hier, bij een varkensbedrijf dat in 2014 nog een zorgeloze groene PAS-brief (kleurcode op basis van de impact van de eigen stikstofuitstoot op nabijgelegen natuurzones, red.) kreeg, is de onzekerheid over wat komt, groot.

Het plan was altijd dat Ward het landbouwbedrijf van zijn ouders zou overnemen. Het levenswerk van de familie Colman voortzetten, op zijn eigen manier. Anders dan zijn vader die het op zijn beurt al anders dan zijn vader deed. Maar de geplande overname komt er voorlopig niet. “Eerlijk?”, zegt moeder Hilde boven een glas verse melk. “Wij willen niet dat hij nu moet starten. Eigenlijk zouden we met pensioen kunnen en ook wel willen, maar je kan je zoon toch niet in zo’n varkenscrisis en in zulke onzekere tijden loslaten? We mogen hem dat niet aandoen.”

© Olaf Verhaeghe

Rouwstoet

“Ben je klaar?”, wenkt Ward ons niet veel later naar buiten. “Ma, we zijn dan weg, hé.” Weg betekent de baan op, richting Torhout. In een schuddende, schokkende tractor die maximaal 43 kilometer per uur haalt, goed voor een ritje van om en bij anderhalf uur. “We hebben afgesproken met de gasten van Zuid-West-Vlaanderen in Lendelede. Vanaf daar rijden we onder politiebegeleiding door.”

© Olaf Verhaeghe

Ze noemen het een rouwstoet. Als symbool voor de manier waarop de toekomst van de jonge boeren ten grave wordt gedragen, klinkt het. Het initiatief komt van de Groene Kring, een organisatie die jonge Vlaamse land- en tuinbouwers samenbrengt en een stem geeft. Dat ze vandaag vanuit alle hoeken van West-Vlaanderen richting Torhout trekken, is allerminst toeval. Torhout is en blijft de thuisstad van Hilde Crevits, Vlaams minister van Landbouw voor CD&V.

“Ik hoop haar te mogen ontmoeten, ja. Naar ik heb gehoord, zou ze afkomen”, zegt Ward. “In Brasschaat en Genk, de thuisbasis van Jambon en Demir, zijn er ook acties. Maar zij zullen zich niet laten zien. Dat zegt eigenlijk veel… (wacht even)Och, eigenlijk wil ik over hen niet te veel zeggen.”

Stolp

Namen zal hij niet vaak meer noemen, maar zijn ontgoocheling over de nachtelijke beslissingen van de Vlaamse regering kan hij onmogelijk verstoppen. “Elk sprankeltje perspectief is weg”, zegt Ward. “Het klinkt kort door de bocht, en misschien is het dat ook, maar dat is het gevoel dat leeft. Bij mij, maar zeker ook bij andere jonge collega’s. Onze varkenssector zit al zeker twee jaar in de diepste crisis van de laatste decennia, met lage prijzen voor onze dieren en torenhoge kosten aan voeder en energie. En wat gebeurt er? Dat stikstofakkoord komt daar nog eens bovenop.”

© Olaf Verhaeghe

“Het mes zat bij wijze van spreken al in onze rug, maar nu wordt er nog eens stevig aan gedraaid. In mijn ogen mist het akkoord realiteitszin. Begrijp me niet verkeerd: er zijn inspanningen nodig, de emissie en neerslag op de natuur moet naar beneden. Maar zoals het nu voorligt, is er voor een jonge ondernemer met een kloppend landbouwershart geen toekomst meer. Het is gewoon niet haalbaar, het is onrealistisch.”

We komen intussen almaar dichter bij Torhout en de colonne aan tractoren zwelt verder aan. Eens we het centrum binnenrijden, weerklinken ook meer en meer claxons. Dat de jonge boeren er zijn, zal iedereen in de buurt geweten hebben. Op de parking van het zwembad komt uiteindelijk een honderdtal zware voertuigen met zwarte vlaggen en niet mis te verstane boodschappen aan.

© Olaf Verhaeghe

En opvallend: hoe meer je rondkijkt, hoe jonger de gezichten lijken te worden. “Wij zijn de toekomst van de stiel, maar zij al helemaal”, wijst Ward naar een groepje tienerjongens en -meisjes die mee komen protesteren. “Zij staan al evenzeer voor verscheurende keuzes. Net zoals ik of collega’s nadenken over het overnemen van het familiebedrijf, moeten zij beslissen over studies, over belangrijke stappen in hun leven. Het is cruciaal dat ook zij zich tonen, dat zij zich laten horen.”

© Olaf Verhaeghe

Minister omzwermd

Een gezellige drukte maakt zich meester van de parking. De boeren delen verhalen en verzuchtingen, terwijl ze wachten op de komst van de minister. “Geloof me vrij”, zegt Ward. “Niemand is hier vandaag voor zijn plezier. Het is prachtig weer, het voorjaar zit eraan te komen. Je kan er zeker van zijn dat er op elk boerhof veel werk ligt te wachten. Ik zou ook veel liever in mijn stal zitten, maar ik moét hier zijn. We kunnen als landbouwers alle gevolgen van het stikstofakkoord niet zomaar aanvaarden.”

Wanneer de minister aankomt, schakelt de actie een versnelling hoger. Op het podium – een lege oplegger getrokken door een… tractor – nemen verschillende mensen het woord. Ook Ward getuigt over hoe hij de jongste weken en maanden beleefde. Een tikkeltje zenuwachtig, maar vooral eerlijk.

© Olaf Verhaeghe

Daarna spreken ook Bart Dochy, burgemeester van Ledegem, Vlaams Parlementslid en zelf ook landbouwer, en minister Hilde Crevits. Hun boodschap: we willen en zullen er zijn voor elk van jullie. “De nacht van het stikstofakkoord was de moeilijkste politieke nacht uit mijn carrière. En je zal me vandaag niet horen zeggen dat het rozengeur en maneschijn is. Integendeel. Maar we hebben nog tijd. We hebben tijd om er met elkaar over te spreken. Met iedereen, met elke jonge boer gaan we in gesprek over zijn situatie. Ik wil niet dat de sector op slot blijft tot 2030. We gaan jullie zo nodig hebben. Nu én in de toekomst.”

Dat ze met de boeren zelf wil praten, toont Crevits meteen. Bijna onmiddellijk wordt de minister omringd door de aanwezige landbouwers. Sommige met heel specifieke vragen waar nog geen antwoord kan op komen, anderen met heel algemene zorgen die de minister naar eigen zeggen volledig deelt. “Ik ben blij dat ze hier is. Dat toont in mijn ogen aan dat ze het meent als ze zegt dat ze wil luisteren”, zegt Ward wanneer we ons opmaken om opnieuw te vertrekken. “Is het allemaal opgelost? Zeker niet. Zal wat we vandaag hebben gedaan veel uitmaken? Ik hoop het wel, maar ik weet het oprecht niet. Maar ik vrees wel dat dit niet de laatste actie zal zijn.”

© Olaf Verhaeghe

Kijken

De terugweg is er eentje zonder politiebegeleiding. Langs steenwegen en via Lichtervelde, Roeselare, Izegem en Harelbeke richting Waregem en uiteindelijk thuis in Anzegem. Nog altijd aan 40 kilometer per uur. Het schudden en schokken is er nog, maar we voelen het al veel minder.

© Olaf Verhaeghe

“Was ik niet te negatief? Op dat podium?”, vraagt Ward plots. We schudden van neen. “Ik wil niet de pessimist zijn”, gaat hij verder. “Maar ik ben wel realistisch. De druk op de landbouwers wordt groter en groter. De maatschappij moet zich afvragen welke plek de boeren nog hebben en zullen hebben. Vlamingen zijn bourgondiërs, die graag eten, die genieten van kwaliteit. We hebben dat hier. Nu nog wel. Als wij verdwijnen, verdwijnt een stuk cultuur.”

Even is Ward stiller. “Kijk hier jong, wat een prachtige grond. Zo’n schoon stuk land. Daar hoeft toch geen bos op te komen? We zijn aan het vergeten hoe mooi het kan zijn om rond te kijken. De wereld ziet er anders uit vanuit een tractor. Anders. En eerlijk gezegd: nog altijd mooier. Ik zei dat ik vechtlust wilde voelen vandaag. Die was er. En die zal er ook blijven.”

© Olaf Verhaeghe