Dominik (56) is een van de laatste melkboeren in Zuid-West-Vlaanderen:“Ik besef dat het na mij allicht gedaan zal zijn”

Dominik Gryp is al dertig jaar melkboer. In 1993 nam hij het over van zijn vader zaliger. © CB

Dominik Gryp uit Menen is in 2023 aan zijn 30ste jaar als melkboer bezig. Hij is een van de laatste ‘melkventers’ in Zuid-West-Vlaanderen. Toch gaat hij sinds kort op melkronde met een nieuwe koe. De ‘koe’ in kwestie is een opvallende wit en zwart gevlekte bestelwagen, waarmee hij zijn klanten voorziet van allerlei zuivelproducten. “Dertig jaar geleden telde het verbond gemakkelijk 100 actieve leden”, zegt Dominik spijtig.

Met enige trots toont zuivelhandelaar Dominik Gryp (56) uit de Moorselestraat zijn nieuwste aanwinst. “Dit is mijn vierde bestelwagen die ik koop in 30 jaar carrière. Ik hoop dat ze het zal volhouden tot aan mijn pensioen.”

“Toen ik mijn eerste camionette kocht, kreeg ik de toestemming van het zuivelbedrijf Inex om het vlekkenlogo, dat op de melkflessen staat, te gebruiken. Wie mijn opvallende zwartbonte bestelwagen spot, weet meteen dat de melkboer eraan komt. Kinderen vragen me soms of er een koe in mijn bestelwagen zit. Sinds ik op Facebook postte dat ik met mijn nieuwe koe de baan op ga, spreken veel klanten me erover aan.”

Toen mijn vader melkboer was, waren er in Menen 20 tot 25 melkmannen. Nu blijf ik als enige over

Met melk, boter, eieren, room, kaas, dessertproducten, confiserie en fruitsap gaat Dominik van maandag tot en met zaterdagmiddag op ronde in Menen, Wevelgem, Moorsele, Gullegem en Rekkem. “Mijn bestelwagen is uitstekend geïsoleerd en is uitgerust met een koelruimte voor boter, yoghurt… De melkproducten komen van het familiaal zuivelbedrijf Inex uit het Oost-Vlaamse Bavegem. Ik heb zowel volle, halfvolle, magere melk en chocomelk. Tijdens de wintermaanden vragen de klanten vaak karnemelk om stovers te maken. Een zeldzame keer is er iemand die biomelk wenst. Ik heb ook enkele streekproducten mee, zoals de Flandrienkaas uit Wervik of boter van de zuivelhoeve ’t Gaverhof in Wevelgem.”

Uitstervend beroep

De liefde voor het beroep van melkboer kreeg Dominik met de paplepel mee. “Mijn vader was een boerenzoon uit Pittem. Hij kwam in 1964 naar Menen wonen en begon hier een melkronde. Als kind ging ik graag met hem mee op zaterdagen en vakantiedagen. Toen hij in 1993 plots stierf, twijfelde ik niet en liet ik mijn job als administratief bediende schieten om de zaak verder te zetten.”

“Toen mijn vader hier begon, waren er in Menen 20 tot 25 melkmannen die melk aan huis verkochten. Ieder had zijn vaste straten en klanten en ze kwamen allemaal goed met mekaar overeen. Toen ik de zaak verderzette, telde Menen nog 5 melkboeren. Nu blijf ik als enige over in Menen en omgeving.”

De melkboeren van de streek verenigden zich in het Verbond van Zuivelhandelaars voor Zuid-West-Vlaanderen. Maar die beroepsvereniging hield het een vijftal jaar geleden voor bekeken bij gebrek aan leden. “30 jaar geleden telde het verbond gemakkelijk 100 actieve leden.

Op het laatst bleven er nog een 30-tal over, waarvan amper een 10-tal actieve melkmannen. We kwamen één keer per jaar samen voor een ontbijt met een gastspreker. We wisselden ervaringen uit met elkaar, gaven tips… Ik keek daar elk jaar naar uit. Sinds de bond opgedoekt is, mis ik het contact met mijn collega’s.”

En die collega-melkboeren worden steeds schaarser in een maatschappij waar de consument er gemakshalve voor kiest om al zijn inkopen in de supermarkt te doen. “In Wervik is er nog Yves Vanneste, in Aalbeke Wim Desmet van ’t Bergske, in Kuurne Johan Loyson, in Stasegem Franky Gevaert, in Zwevegem Bert Vanwynsberghe en in Anzegem Christ Ooghe”, lijst Dominique zijn overgebleven Zuid-West-Vlaamse collega’s op.

Glazen melkflessen

Het afhaken van klanten en het verdwijnen van collega’s heeft gevolgen voor de melkronde van Dominik. “Aanvankelijk ging ik enkel in Menen op ronde. Maar mijn werkgebied heeft zich gaandeweg uitgebreid. De laatste melkronde die ik overgenomen heb, is die in Moorsele en Gullegem. Zelf besef ik dat het na mij gedaan zal zijn. Geen van mijn kinderen zal de zaak voortdoen. Maar ze mogen wél zeggen dat ze van de melkboer zijn”, lacht hij.

© CB

“Elke dag heb ik een vaste ronde met een vast cliënteel. Oudere mensen zijn blij dat ik hun bak melk aan huis lever en netjes op zijn plaats zet. Ik ben soms de enige persoon die ze die dag zien, dus probeer ik tijd te maken voor praatje. Maar ook jonge mensen weten me te vinden. Veelal verkiezen ze om ecologische redenen de glazen melkflessen van de melkboer boven de melkverpakkingen van de supermarkt. Een fles heeft bovendien het voordeel dat je ziet wat erin zit. Als er overdag niemand thuis is, weet ik de plekjes waar ik de melk veilig mag afzetten. Ik lever ook zuivelproducten aan bakkers en restaurants.”

Geen van mijn kinderen zal de zaak voortdoen. Maar ze mogen wél zeggen dat ze van de melkboer zijn

“Het is een lastig beroep, waarbij je een ganse dag sleurt met bakken melk. Ik ben veel buiten, en dus is het in de zomer plezant werken. Maar op koude winterdagen is het niet echt aangenaam om met koude zuivelproducten in de weer te zijn. Op vrijdag, de drukste dag van de week, krijg ik hulp van mijn echtgenote Christine. Zij werkt als verpleegster in WZC De Zilvervogel in Rekkem, maar ze vindt het leuk om eens iets anders te kunnen doen. Zelf geniet ik ervan om dagelijks op de baan en tussen het volk te zijn. Ik ben dat gewend en kan het niet meer missen”, besluit de laatste melkboer van Menen.

Lees meer over: