Boeren kwaad na stikstof-beslissing Zuhal Demir: “Onze toekomst staat meer dan ooit onder druk”

Varkenshouder Dries Verhaeghe: “De minister neemt wereldvreemde beslissingen.” © JOKE COUVREUR
Philippe Verhaest

Met enkele tijdelijke maatregelen in het stikstofdossier wil Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) naar eigen zeggen het risico op een vergunningenstop maximaal vermijden, nadat CD&V het ontwerp van het stikstofdecreet weigerde goed te keuren. Maar die beslissing schiet bij de landbouwers in het verkeerde keelgat. Vooral de onvergunbaarheidsdrempel van 0,025 procent amoniakuitstoot stuit op onbegrip. “Dit zorgt opnieuw voor een totale stilstand”, foetert varkenshouder Dries Verhaeghe uit Proven bij Poperinge.

Het stikstofdossier lijkt stilaan een saga zonder einde te worden. Op de ministerraad van maandag keurde CD&V het ontwerp van het stikstofdecreet niet goed omdat het milieueffectenrapport nog niet is opgestart.

Dat onderzoek maakte nochtans deel uit van het akkoord dat de Vlaamse regering in maart, na heel veel vijven en zessen, had bereikt. Daarom vaardigde bevoegd minister Zuhal Demir enkele tijdelijke maatregelen uit om een vergunningenstop zoveel mogelijk in te perken.

Zo komt er een zogenaamde onvergunbaarheidsdrempel van 0,025 procent voor nieuwe vergunningsaanvragen in de veeteelt. Ook het verlengen van vergunningen zonder uitstootvermindering is niet langer mogelijk. “Niet mijn voorkeursscenario”, aldus Demir. “Maar het is het enige alternatief om chaos te vermijden.”

Wurggreep

Een goedkeuring van het nieuwe stikstofdecreet wordt zo tot na de zomer en hoogstwaarschijnlijk tot na de verkiezingen van mei volgend jaar uitgesteld.

“Onbegrijpelijk”, zucht Dries Verhaeghe (27) uit Proven. Hij runt samen met zijn echtgenote Lynn Lesage een gesloten varkensbedrijf met 300 zeugen en 2.800 mestvarkens en doet daarnaast nog aan akkerbouw en teelt uien en bloemkolen. Hij vormt de derde generatie op de hoeve en nam het bedrijf over van zijn ouders Paul en Marleen Clarebout, die nog altijd meewerken.

“Boeren worden veertig keer strenger beoordeeld dan de industrie” – landbouwer Dries Verhaeghe

“Deze nieuwe maatregelen houden de hele landbouwsector in een nieuwe en nog stevigere wurggreep. Voor de industrie blijft de stikstofuitstoot op één procent, wij landbouwers worden liefst veertig keer strenger beoordeeld. Daar kan je toch niet bij? We moeten de ruimte krijgen om de uitstoot op ons eigen bedrijf in te perken, maar die is er gewoon niet. Zo wordt het steeds meer onhaalbaar om op een rendabele manier te werken.”

“Wij hebben momenteel een uitstoot van 0,23 procent. Best laag, in vergelijking met veel andere bedrijven. We zouden die tien keer zo laag moeten krijgen, maar dat lukt niet zonder grote investeringen. En die kunnen we nu niet uitvoeren. Mocht de drempel bijvoorbeeld op 0,20 procent komen, dan kunnen we nieuwe stallen bouwen met stikstofreducerende maatregelen. Maar 0,025 procent is echt onhaalbaar.”

“Wij bevinden ons bovendien op een viertal kilometer van het natuurgebied dat wij impacteren (onder andere de Sint-Sixtusbossen rond Vleteren, red.), maar een kilometer verderop moeten onze Franse collega’s zich aan geen enkele norm houden. Terwijl hun stikstof onze natuur óók beïnvloedt. Frustrerend.”

Geen duidelijkheid

Dries beklemtoont dat hij, net als zoveel collega’s, maar al te graag wil meewerken aan een stikstofreductie, “maar dan moet je daar wel de kans voor krijgen”, zucht hij. “In maart ben ik nog gaan betogen in Brussel. Een duidelijk signaal, maar vijf maanden later is onze noodkreet helemaal gedoofd.”

“Duidelijkheid? Die hebben we niet. Weet je wat een lichtpuntje zou geweest zijn? Als de mogelijkheid er zou zijn om de stikstofuitstoot van stoppende bedrijven gedeeltelijk over te nemen. Maar ook dat is nu van tafel geveegd. Onze toekomst staat meer dan ooit onder druk.”

© JOKE COUVREUR

De komende maanden kunnen onze boeren niks anders doen dan afwachten. “De kat uit de boom kijken, meer zit er niet op. Onze oudste stallen dateren van 1985 en zijn dus bijna veertig jaar oud. We zouden die graag vervangen door moderne complexen, maar dat kán momenteel gewoon niet.”

“Het zou nochtans een win-winverhaal zijn. Wij kunnen efficiënter en duurzamer werken én onze natuur vaart er wel bij. We blijven doordoen en onze dieren verzorgen, want ondanks alles is en blijft dit de mooiste job ter wereld. Schrijf maar op in dikke letters: we blijven vechten voor kwalitatief voedsel van eigen bodem, ongeacht welke wereldvreemde beslissingen die ministers ook nemen. Dat staat in steen gebeiteld.”